Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ontferming over gebroken leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontferming over gebroken leven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De oudste broer van lerend ouderling/evangelist H. Bor uit Poederoijen had het syndroom van Down. Ook latere contacten met mensen met een beperking waren onvergetelijk. Bor schreef er een boekje over. „Toen broer Wim op zijn sterfbed lag, zei vader: Jongens, Wim is nooit dominee geworden, maar hij heeft altijd gepreekt. Nu zal hij nooit meer spreken hier op aarde. Zullen jullie zijn vermaningen niet vergeten?

In het polderland aan de rand van Poederoijen bouwde de Christelijke Gereformeerde Kerk in 2010 een huis. Het was het begin van een nieuwe woonwijk, en het werd de pastorie voor H. Bor, die na 32 jaar afscheid nam als evangelist van het Belgische Gent. Hij bleef evangelist, maar kreeg ook preekconsent als lerend ouderling. „Mijn voorganger hier was dr. C. Steenblok, die het combineerde met zijn werk in Poortvliet. Hij adviseerde de gemeente over te gaan van de Gereformeerde Kerken naar de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dat gebeurde in 1943. Daarna was ze 67 jaar vacant.”
Achter de nieuwe pastorie lag een hoop puin. In hun tuinstoelen zaten Bor en zijn vrouw stil te kijken hoe een meisje met het syndroom van Down op de stenen kroop. Ze doopte haar pop, breidde haar handen erboven uit en zong: „God zal Zijn waarheid nimmer krenken.” De dienst was nog niet afgelopen. Uit volle borst volgde: „Brandofferen noch offer voor de schuld...”
„Daar klonk voor mij het Evangelie”, zegt Bor. „Ik ben naar binnen gegaan en heb er direct een column voor het RD over geschreven. Ik kreeg er veel reacties op. Het verhaal is nu ook in dit boek opgenomen.”

Gevangenisverhalen
Sinds Bor in Poederoijen staat, groeide zijn gemeente van 88 naar 104 personen. Wekelijks preekt de 69-jarige voorganger in het oude kerkje aan de Maasdijk. In september 2011 nam hij afscheid van zijn laatste werk in Gent: als gevangenispastor. Sindsdien is hij actief in de gevangenis in Hoogstraten bij Meer, net over de Belgische grens, op kortere afstand van Poederoijen.
Ondertussen ontstaat het ene boek na het andere. In Gent publiceerde Bor al over de vele gebeurtenissen in zijn evangelistenbestaan. In de Bommelerwaard schreef hij een dagboek en een boekje over ontmoetingen in zijn gevangeniswerk. „Je maakt zoveel mee; de verhalen lagen voor het grijpen.”

Broer Wim
‘Afhankelijk leven’ bevat herinneringen aan mensen met een beperking. Het levensverhaal van broer Wim (1942-1965) loopt er als een rode draad doorheen. „Wim had een lief karakter en was samenbindend in ons gezin. Tegen ruzie kon hij niet; we stopten ermee omdat hij er zo verdrietig van werd. Hij zong alles op één toon, maar nooit zei een van de andere kinderen: ‘Wim, wat zing je vals.’
Hij leefde dicht bij de Heere, al was hij natuurlijk ook weleens ondeugend. Bij zijn geboorte had de dokter gezegd: ‘Verwen hem niet te veel; voed hem zo gewoon mogelijk op.’ Anders zou hij later niet te hanteren zijn.
Mijn broer Jan nam hem mee naar school, voor op de step. Een rit van 2 kilometer. Wim hoorde er gewoon bij. Broer Bas zei verontwaardigd: ‘Moeder, ze zeggen dat Wim gek is. Als ze het nog een keer zeggen, sla ik ze met mijn klomp de hersens in.’
We sleepten Wim overal mee naartoe. We zetten hem op een kar en rammelden daarmee de dijkstoep af. We plaagden hem ook wel, maar we voelden waar de grens lag. Op zolder speelde hij kerkje en wij rolden de banken om. Maar dan werd hij verdrietig, dus zetten we alles weer overeind.
In ons huisje in Tienhoven sliepen we, acht jongens, bij elkaar op de open zolder. Als we merkten dat vader en moeder ergens gingen koffiedrinken, vierden we feest: als ‘luchtlandingstroepen’ op bed springen, Wim in de kast verstoppen omdat er een beer aan kwam, enzovoorts. ‘Wim, niks zeggen, hoor!’ Even later hoorden we onder de dekens: ‘Ik zeg het toch.’ Wij uit bed: ‘Je hebt het beloofd!’ Moeder zag de volgende dag sporen en vroeg: ‘Zijn ze uit bed geweest?’ ‘Ik mag het niet zeggen!’ zei Wim. Dan wist ze natuurlijk genoeg.”

Nabij leven
Overal sprak Wim mensen aan: „Je moet bekeerd worden!” Tegen een vloeker: „Je moet niet vloeken, maar bidden.” Tegen de buschauffeur die een boterham nam: „Je moet eerst bidden, want zó beginnen de varkens.” Aan zijn medepassagiers in de bus vertelde hij de preek van de achterliggende zondag na.
„Op een zondag preekte ds. G. Blom in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Ameide. Na de dienst liepen ze gedrieën over de Lekdijk naar ons huis: ds. Blom, vader en Wim. Ik liep een eindje erachter en was jaloers op de drie gelukkige mensen voor mij. Ze gingen aan de kant voor een auto die hen tegemoetkwam en liepen daarna verder. Er kwam ons echter een auto achterop en die reed links in plaats van rechts. Een klap, en Wim lag op de weg; het bloed kwam uit zijn oren. Vader schreeuwde, maar opeens was hij stil: de Heere gaf hem berusting.
Wim werd in huis gedragen; wij stonden er huilend omheen toen hij stierf. Op het orgel had hij de psalm klaargezet die we na kerktijd moesten zingen: „Gedenk, o Heer’, hoe zwak ik ben, hoe kort van duur.” Het werden onvergetelijke dagen door de vrede die er in huis was. Ja, zelfs blijdschap.
Achteraf zagen we pas hoe Wim had verlangd om heen te gaan. Hij stond soms naar de hemel te kijken. Een oude man uit Krimpen aan den IJssel, we noemden hem opa Klomp, vertelde op het gezelschap bij Burggraaf in Groot-Ammers dat hij ernaar uitzag weggenomen te worden. Wim sloeg zijn arm om hem heen en zei: ‘Als u dan naar de hemel gaat, neem mij dan mee.’
Nu had opa Klomp Wim zelfs overleefd. Hij was heel zwak, maar wist dat hij naar de begrafenis mocht. Hij stapte uit de bus en riep: ‘Ik heb een reispas van de hemel om dit Koningskind te begraven. Weten jullie dat Wim veel meer verlangde naar de Heere dan ik?’
In een sigarenkistje had Wim aanwijzingen voor zijn begrafenis opgeschreven: volgauto’s, drie sprekers. Het is precies zo gebeurd. Wim was 22 toen hij stierf; ik was destijds 19.”

Eenmaal weer lopen
Ook tal van andere voorvallen heeft Bor te boek gesteld. „Korte stukjes waarin een les ligt. Ik schrijf maar eenvoudig op hoe ik het beleefd heb. Veel mensen lezen weinig. Je wilt ook aan hen een boodschap meegeven, maar daarvoor moet je laag afdalen.”
Verhalen waren er genoeg. Ontmoetingen in België („een evangelisatiepost trekt veel mensen aan die een psychische of andere beperking hebben”), ontmoetingen in Nederland. „Het dwaze der wereld heeft God uitverkoren”, zegt Bor. „Ik denk dat van de gehandicapten die bij de waarheid zijn opgegroeid er relatief vrij veel bekeerd worden. Ik heb weleens een gehandicaptenkamp geleid en dan voelde je hoe sommigen ermee bezig waren. De Heere kan in gebroken levens Zijn Naam verheerlijken.
Karel van Leeuwen kwam door een spierziekte in een rolstoel terecht. ‘Kan de Heere Jezus jou niet beter maken?’ zei een vrouw. ‘Je gelooft toch in Hem?’
Karel knikte: ‘De Heere Jezus kan mij zo beter maken. Maar Hij wil dat ik deze weg ga om Hem zo te dienen en te verheerlijken. Als ik beter zou worden, dan vergeet ik de Heere, en daarom moet ik in mijn rolstoel blijven. Eenmaal zal er een tijd komen dat ik weer zal kunnen lopen en springen.’ De blijdschap straalde van zijn gezicht.”

Geen verloren leven
Bor geeft adviezen over de omgang met mensen die een beperking hebben. „Anderen weten vaak niet hoe ze moeten reageren. Wees niet medelijdend, maar spreek er wel eerlijk over. Blijf jezelf. Fluister niet als er een gehandicapte in de buurt is. Richt je tot de persoon zelf en niet tot zijn begeleider. Wees niet betuttelend. Doe nooit ‘grappig’ over de beperking.”
„Ik hoop mensen met een handicap door dit boekje te vertroosten”, zegt de voorganger uit Poederoijen. „Hun leven is geen verloren leven. Al zijn ze soms van veel zorg afhankelijk, ze betekenen iets voor hun omgeving. En als ze de Heere mogen kennen, kunnen ze iets uitstralen van wat het is Hem te mogen volgen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juni 2015

Terdege | 84 Pagina's

Ontferming over gebroken leven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juni 2015

Terdege | 84 Pagina's