SAMENSPRAAK door Jacobns Tan Honte, lidmaat der HerTormde Gemeente te Yalkenbiurg, 17S9 40

Bekommerde Ziel: Dat kan ik gemakkehjk zeggen, omdat er altijd een heimelijke grond bij mij is. Hoe duidelijk ik anders zien kan, dat mijn overtuigingen nooit die hoogte bekomen hebben, die naar mijn mening vereist wordt; altijd blijft er iets in mijn ziel over, dat mij heimehjk doet hopen, en al mijn uitzien en verlangen, (in plaats van die ontdekkingen, waarvan Getrouwheid Zoekende mij zegt dat die er zijn moeten) uitgaan en bepaald worden, om maar in Christus gevonden te worden, niet hebbende mijn gerechtigheid. Getrouwheid Zoekende heeft mij gezegd, dat zolang ik van die grond niet afraakt, ik in gevaar blijft. Ik was in het gezelschap, daar hoorde ik van iemand, dat hij vertelde van zichzelf, hoe ver hij gekomen was en wat voor werkzaamheden hij wel gehad had, die zeer hooggaande waren, maar die man verhaalde ook, als God hem van de bedriegelijkheid van zijn hart niet ontdekt had en hem niet wat anders had leren kennen, hij er mee zou verloren gegaan zijn. Daardoor raakte ik wel overhoop, en als ik er evenwel mee in het verborgene voor de Heere kwam, dan kon ik niet komen als een onbekeerd mens, maar integendeel, ik bevond als ik mijzelf onderzocht, er was geen ander fundament, waarop ik wilde bouwen als Christus. Op vrije genade wilde ik mij alleen verlaten, ja ik ondervond menigmaal zoveel liefdedrang in mijn ziel tot de Heere Jezus, dan dacht ik: Hij is evenwel alles waardig, al moest ik Hem dan dienen zonder dat ik ooit bewustheid had van de oprechtheid van mijn werkzaamheden, en dan bHjft nog zo mijn keus. Evenwel ben ik gedurig in vrees voor mijn ziel, dat baart mij stof tot treuren en doet mij zo beklemd verder gaan, daar de vrees mij bijblijft, dat ik met dat alles nog zal verloren gaan.

Waarheid Lievende: Wel broeder Getrouwheid Zoekende, kon u zonder klopping en beschuldiging van uw ziel dat aanhoren en dan nog zeggen, dat dat maar algemene gaven van de Geest zijn, daar men mee verloren kan gaan. Ik wil wel bekennen, dat het mij zeer onbegrijpeHjk voorkomt. Waimeer de liefde Gods werkzaam aan uw ziel gevonden werd, dan schijnt het mij onmogelijk zo onbarmhartig te zijn ten opzichte van zo iemand, die zoveel kommer over de oprechtheid van zijn werkzaamheden heeft. Als u eens van uzelf moest getuigen, hoe u werkt en op zulke tijden met uw ziel voor God staat, wie weet hoe donker het soms zou bevonden worden. Dan wü ik nog liever door een al te zachte behandeling zulke zielen ontmoeten, (hoewel sommigen er dan een verkeerd gebruik tot hun verderf van maken mochten) als een teer lammetje met de schouder dringen, dat het zich bezeren zou.

Getrouwheid Zoekende: Het valt precies zo uit, als ik gedacht had. dat die man u wel bepraten zou en dat u hem de handen wel zou opleggen, want hij heeft nogal wat opgezameld, daar hij veel gelegenheid toe gehad heeft, daar hij altijd (zoals u uit zijn eigen mond gehoord hebt) onder Gods volk verkeert en bij vele godvrezende leraren zich aangenaam heeft weten te maken, zodat hij nu een schat van bevindingen in zijn hoofd heeft en gaven om zich goed uit te drukken.

Dus kan het niet anders zijn, of zulke mensen, die niet veel onderscheid hebben, moeten zo iemand voor een goede christen aanzien. Als God u zelf eens ontdekkingen geeft, dan zult u wel geloven, dat er vele zijn, die zeggen: „Heere, Heere", maar die niet zullen ingaan in het koninkrijk Gods.

Voorzichtigheid Beminnende: Wel broeder, hoe kunt u zo op eigen licht steunen, indien u evenwel eens feilde in uw oordeel, en u benadeelt eens één van Christus' kleinen, weet u wel, dat de Heere Jezus zegt: Dat zo iemand één van dezen ergert, dat het hem nutter ware, dat een molensteen om zijn hals gehangen, en dat hij in de diepte der zee geworpen werd. Ik durf mij wel te verzekeren, als dat u met enige nadruk op het hart mocht vallen, u zou uzelf verfoeien en berouw hebben in stof en as.

Ik heb er zulken gekend, en ken er nog wel, die in dat systeem met u gestaan hebben, maar toen God hen daar aan ontdekte, hoe schadelijk en Godonterend dat was, daf-het dezulken wat tranen gekost heeft en zij er verzoening over moesten zoeken in de volmaakte Borg-gerechtigheid. Ik wenste wel, dat God u naar Zijn ontfermende goedertierenheid u daar eens bij bepaalde en u geloven mocht, dat Zijn Woord alleen de onfeilbare toetssteen en verstand en oordeel verdorven is, dat er in de beste van Gods volk nog veel overgebleven blindheid en onkunde is, zodat wij in zaken, die geestelijk zijn, altijd verplicht zijn ons verstand en oordeel gevangen te geven aan het Woord.

Getrouwheid Zoekende: Ik bedank u voor uw goede wens, u bent met broeder Waarheid Lievende goed ingenomen, het heugt mij goed, dat u er zo niet mee overweg kon, maar daar hebt u zich beter onder kunnen verschuilen, als onder ons gezelschap. Maar dat alles daarlatend; bedenk dat uw handelingen u nog wel eens met smart onder het oog zullen komen, als God u nog ontdekking daarvan geeft, en nog zult gedenken aan die arme zielen, die u zo blind behandeld hebt.

Waarheid Lievende: Het schijnt, dat er vreemd vuur wordt aangebracht, het zal het beste zijn voor deze keer ons gesprek af te breken en dat wij, hoe eerder hoe liever, het eens hervatten als ons gemoed bedaard is, en laten wij voor elkaar bidden, dat God ons Zelf in de waarheid wil leiden en dat wij onze bekommerde vriend ook veel voor de troon dragen, of het de Heere behagen mocht, hem licht op zijn weg te geven.

Ik wens dat de Heere achteraf onze samensprekingen nog, zal zegenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen