Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zware strijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zware strijd

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Zo, de kerstdagen zitten cr bijna weer op", zegt Marja met een zucht.

Moeder kijkt haar verbaasd aan cn zegt: „Meen je dat? " Marja haalt haar schouders op en zegt: „Echt waar, moeder. Ik houd niet van feestdagen. Wat heb ik nu? Familie hebben we bijna niet, een echte vriendin heb ik ook niet cn jullie willen nergens naar toe.”

„Jij kunt toch weg als je wilt? ", merkt vader op. ..Dat is zo, maar waar kan ik naar toe? Met zo'n been als ik heb.”

Moeder zucht eens en zegt zacht: „Kind, dat valt toch best mee? Waarom probeer je niet gewoon tc doen? Waarom wil je persé alleen blijven? Schaam jc je nog steeds? ”

„Moeder, houd maar op. U moest eens weten hoe de mensen kijken als ik door het dorp loop of als ik in een winkel ben.”

„Dat kan nu wel waar zijn, maar ligt het ook niet een beetje aan jezelf. Je sluit jc teveel op.”

„Opsluiten, opsluiten, dat valt wel mcc. Ik werk toch? " „Daar zegje wat. Je wordt gehaald cn gebracht naar cn van jc werk en 's avonds zit je altijd binnen.”

„Zit ik jullie soms in de weg? Dan wil ik natuurlijk wel gaan.”

„Wees niet zo hatelijk. Je weet wel beter, maar we vinden het voor jou zo vervelend. Zoek toch eens kontakt met leeftijdgenoten. Probeer vrienden of vriendinnen tc krijgen. Jc bent tenslotte al bijna twintig jaar", antwoordt vader nu.

Marja kijkt van vader naar moeder. Zc begrijpt heus wel dat zij het goed bedoelen en dat ze zelf ook veel verdriet hebben. Maar ze kan die meewarige blikken niet verdragen. Nee, dan maar alleen blijven.

Moeder staat op en loopt naar de keuken. Werktuigelijk schenkt ze dc kopjes vol koffie. Ze ziet Marja weer voor zich; nu twee jaar geleden kreeg ze een vreselijk ongeluk. De dokter had weinig hoop gegeven cn nu? Het is een wonder dat zc er bovenop gekomen is. Het enige dat ze er aan overgehouden heeft is dat ze met één been trekt bij het lopen. Waarom kan ze dat toch niet aksepteren? Ze is er toch niet minder om? Dat vervelende minderwaardigheidsgevoel van haar! Moeder draait zich om en loopt terug naar de kamer.

Marja zit met een verveeld gezicht naar builen te kijken.

„Vader, luister eens even. Morgenochtend ga ik niet naar de kerk.”

„O nee, waarom niet? " „Ik ben de laatste dagen al genoeg naar de kerk geweest", klinkt het bits. „En wat is er nu aan leesdienst? Als wc nu een dominee hadden!”

„Ja. ik zou ook graag een dominee hebben met deze dagen. Maar leesdicnsi is toch niel altijd saai? Jc gaat toch niel alleen naar dc kerk voor een dominee? ”

„Nee dat niet, maar ik hoor toch liever een dominee. Kijken jullie wel eens de kerk door als cr leesdienst is? Hel grootste gedeelte zit te knikkebollen ofte slapen. Volgens mij gaat het meeste over de hoofden.”

„Dat zou kunnen, maar je wilt toch niet zeggen dat de preek van vanmorgen saai was? Ik vond het een bijzonder mooie preek. Wat jij moeder? " „Inderdaad, het was ccn ernstige preek. Ik vind het een wonder dat de Heere leesdiensten nog wil zegenen." „Ja maar een dominee spreekt toch vcc-1 meer aan dan een leesdienst? ”

„Natuurlijk, maar wi j zijn zo vaak ontevreden. Je zei net dat jc blij was dat de kerstdagen cr bijna opzitten. Maar wat hebben wij daar nu persoonlijk aan gehad? Want daar gaat het toch om? Wc herdenken dan toch het geboren worden van de Heere Jezus? Sta jij daar nog wel

eens bij stil? Dat God mens geworden is, om mensen die door en door zondig zijn, nog zalig te kunnen maken. Begrijp jij zo'n grote liefde? En niemand zat er op te wachten hoor.”

Moeder kijk! Marja aan. Haar gezicht staat effen. Zc voelt dat moeder gelijk heeft, maar dat kan ze niet toegeven. Gelukkig gaat moeder er niet verder op in.

Marja probeert te lezen, maar ze kan haar gedachten er niet bij houden. Af en toe kijkt zc naar moeder en ziet dan dat die slil voor zich uit zit te kijekn. Wat is moeder hel laatslc jaar grijs geworden cn wat ziet ze cr verdrietig uit! Moeder draait ineens haar hoofd om en geeft Marja een knikje.

„Zo kind. wat zit je naar me te kijken? ”

„Ik verbaasde me over uw grijze haar. ma." „Dat geloof ik, maar het is ook allemaal zo moeilijk. Waar zou onze Jaap nu zillen; ik verlang soms zo intens naar hem.”

Vader legt het boek naasl zich neer cn zegt heftig: „Moeder, ik wil die naam niet meer horen. Waarom begin je daar nu steeds weer over? Ik wil niets meer met hem tc maken hebben!”

Moeders hart krimpt ineen onder deze woorden. Haatogen vullen zich met tranen cn met verstikte stem zegt ze: „O Rien, praat loch niet zo. Het bli jft toch ons kind? Hoe kunnen we hem ooit vergeten? ”

Vader staat op en loopt de kamer op en neer. Dan blijft hij voor moeder staan en met ingehouden woede zegt hij nog eens: „Vrouw, het spijt me, maar hem kan ik niet meer als mijn kind, ons kind zien. Iemand die z'n ouders zo'n groot verdriet doet, mag dc naam van kind niet meer dragen. Hij heeft het toch zelf gewild? Wij hebben toch altijd goed voor hem gezorgd? Hij wilde het toch anders? Wij hebben hem toch genoeg gewaarschuwd? Hij wist wat hij deed. O Tineke, houd daar toch eens over op, want ik kan dat niet verdragen.”

Moeder buigt haar hoofd en tranen lopen over haar wangen.

Marja staat op en loopt naar boven. Ze houdt het beneden niet langer uit. Waarom begrijpt vader moeder niet? Begrijpt hij dan niet dat een moeder haar kind nooit kan vergeten? Zij kan dat ook niet. Ze laat zich op een sloel vallen en met brandende ogen kijkt zc naar een foto van haar broer die op haar bureautje staat.

Jaap. waarom moesl je ons zo'n verdriet doen? Wij hielden allemaal zoveel van jc. Ze blijft met haar handen onder haar hoofd ziücn. Alles komt weer boven. Jaap, hun lieveling. Achttien jaar en zo gezond. Een knappe jongen; meisjes zwermden om hem heen. Een echte studiebol. De mavo haalde hij met gemak; toen ging hij naar de havo. Vader en moeder vonden hel jammer dat het geen school van richting was. Toch waren de informaties over die school erg gunstig.

Helaas bleek het tegendeel.

Hij kreeg ccn vriend die nergens aan deed. Elke keer weer waarschuwden vader en moeder hem. Maar alles le vergeefs. Een paar maanden later kregen zc de politie aan dc deur. Ze kregen te horen dat hun zoon Jaap betrapt was bij diefstal. Hij had geld nodig om verdovende middelen tc kunnen kopen. Wat een akelige dagen hebben ze toen beleefd. Het was de echte Jaap niet meer die thuiskwam. Alle raadgevingen, alle dreigingen sloeg hij in de wind en hij lachte vader en moeder in hun gezicht uil. Ze wisten niel waar ze het over hadden, zei hij. Z'n studie verwaarloosde hij zo, dat hij van school gestuurd werd. Moeder heeft hem gesmeekt om z'n verkeerde vrienden op te geven, maar hij wilde niel luisteren. Op de ccn of andere manier kwam hij steeds weer met hen in kontakt en het duurde niet lang of ze begonnen hel ook aan z'n uiterlijk te zien. Ilij begon er slordig uil te zien, want weinig dingen interesseerden hem nog. Dagen sloot hi j zich op in z'n kamer, dan weer was hij een week verdwenen.

Zij heeft ook geprobeerd met hem te praten, maar het had geen resultaat. Hij vroeg of zij eens kennis wilde maken mei has j. Kapot is ze bij hem vandaan gelopen. Hoe kon zoiets gebeuren?

Ze hadden het zo fijn en toen dat... onbegrijpelijk!

Op een morgen vond moeder ccn brief op z'n kamer met slechts een enkele mededeling: „Maken jullie je geen zorgen over mij. Ik ben weg met Anton. Ik heb het nu beter. Voel me erg gelukkig." Vader en moeder hebben alles in het werk gesteld om Jaap terug te krijgen, maar tevergeefs. De gevolgen bleven niet uit. Vader en moeder zijn in een week oud geworden. Vader ging op een avond zo te keer, dat ze van angst de

kamer uitliep. Nooil wilde hij Jaap meer zien en ook nooil wilde hij iets meer over of van hem horen. Zijn huis was voortaan voor hem gesloten. Hij kon hem niet langer als zijn zoon zien. Hi j verbood moeder cn haar om de naam Jaap te noemen. Na die tijd heeft hij ook nooit meer over hem gesproken.

Alleen moeder waagt af en loe nog een opmerking, maar dat valt altijd verkeerd, zoals ook deze avond weer bleek. Weer ziet ze Jaap voor zich met zijn blauwe ogen en blozende wangen. Wal waren ze gek op elkaar. Vaak gingen ze samen uit en vaak ook zaten ze uren te bomen over een of ander onderwerp. Wat was hij lief voor haar toen ze dat ongeluk kreeg. En nu... voorgoed voorbij!

Wist ze maar waar h i j was. Haar hart stroomt over van medelijden als ze aan vader cn moeder denkt.

Kom, zc zal maar naar bed gaan cn proberen te slapen. Morgen ziet ze wel verder.

Beneden zitten vader en moeder. Ze zeggen geen woord en toch weten ze van elkaar waar hun gedachten naar toe dwalen. Met een liefdevolle blik kijkl moeder naar vader. Kon ze die koppigheid maar eens breken bij hem, want ze weet hoe moeilijk hij hel heeft. Hij wil de naarm Jaap wel niet meer horen, maar ze weet zeker dat hi j dagelijks aan hem denkt.

Ze schrikken beiden op van cle bel. Verbaasd kijkt vader naar moeder en loopt clan naar cle gang. Even later gaat de deur weer op en komt vader met een vreemde man binnen. „Goedenavond mevrouw, mijn naam is Viergever", en met een uitgestoken hand loopl hij naar moeder.

„Deze meneer wil ons even spreken", zegt vader. ..Dat wil ik zeker. Maar eerst even een vraag; hebt u een zoon die Jaap heet? ”

Onwillekeurig gaat vader weer staan en moeder ziel hem beurtelings wit cn rood worden. Het duurt even voor er antwoord komt... Dan zegt vader kort: ..Meneer Viergever, ik weet niet waarvoor u komt, maar een zoon Jaap hebben wij niet meer!" Viergever knikt en zegt: „Ik geloof dat ik het een beetje begrijp, maar ik kom hiervoor. Uw zoon Jaap ligt momenteel in een ziekenhuis. Hij is heel ernstig ziek en hij heeft mij gevraagd naar jullie te gaan om te vragen of u hem morgen wilt bezoeken." Het blijft akelig stil...

Moeders gedachten gaan razendsnel. Veel vragen branden op haar tong, maar een blik op vaders gezicht doet haar zwijgen. O. ze zou zo wel met Viergever mee willen gana. Haar hart bonk! in haar keel. Wat moet ze nu doen? O Rien, blijf toch niet zwijgen, zeg iets!

Eindelijk schraapt vader z'n keel en zegt: „Meneer Viergever, ik dank u voor dit bericht. Ik kan u wel zeggen dat ik niel ga. Dat is onmogelijk cn daar heb ik zo mijn redenen voor. Als u wist wat hij ons aangedaan heeft... nee meneer, dit gaat te ver." Viergever staat op cn zegt: „Dat spijt me heel erg. In ieder geval heeft u hier ccn briefje met zijn adres, mevrouw De Waard. Ik wens u beiden veel sterkte en tot ziens.”

Vader loopt met hem mee naar de deur. Viergever draait zich nog even om en zegt: „Meneer De Waard, ik kan u begrijpen maar vergeet niet dat het een mens is met een ziel voor de eeuwigheid.”

Dan gaat hij weg. Met langzame stappen loopl vader terug naar de kamer. Zwijgend gaat hi j zitten. Het stormt in hem. Het beeld van Jaap staat hem weer helder voor de geest. Maar hij kan er niet naar toe. Het is zijn kind niet meer. Hij zuchi diep en steekt weer een sigaret op.

Moeder blijft ook zwijgen. Ze voelt en weet dat het nu beter is om niets tegen Rien te zeggen. Ze is er van overtuigd dat hij hel heel moeilijk heeft. Voor haar staal hel vast: morgen gaat zij naar Jaap. Daar kan niets cn niemand haar van weerhouden. Het liefst zou ze er nu direkt naar toe gaan. Ze strijkt met haar hand langs haar voorhoofd cn kijkt naaide klok. Al twaalf uur geweest.

„Rien, zullen we maar naar bed gaan, het is al zo laat." „Best, en ik hoop dat we kunnen slapen.”

„Ik hoop het ook voor je. Wat een kerst, hè Rien? Dat hadden we niet kunnen denken." „Ik weel het niel meer, Tineke", zucht hij.

Moeder kan cle slaap niet vatten. Ze merkt aan vader dat hij ook wakker is, maar ze wil er niet over beginnen. Steeds weer ziel zij Jaap voor zich. Hoe kan een kind toch zover komen? I lebben ze hem dan niet goed opgevoed cn opgevangen? Ze hadden toch goede informatie gekregen over die school?

Onwillekeurig vouwt ze haar handen en smeekt God of Hij haar en Rien wil helpen. Ze voelt zich zo machteloos, maar toch... ze gaat morgen. Als Rien nu maar met haar meegaat. Zal hij haar echt alleen laten gaan? Jammer toch, dat zc geen auto hebben; nu moeien zc met openbaar vervoer. Marja zal wel meegaan, want als ze er aan denkt hoe die twee aan elkaar gehecht waren!

Tranen biggelen langs haar wangen. Zc houdl het niet langer uil in bed. Voorzichtig gaal ze er uit en loopl naar beneden. Ze schrikt geweldig als ze licht in de keuken ziet branden. O gelukkig, het is Marja. Verbaasd kijkt Marja naar moeder cn vraagt wat er is. „Dat kan ik beter aan jou vra

gen, want het is nog maar drie uur.”

„O, ik kon niet meer slapen en nu ben ik melk aan het koken. Misschien helpt dat. Maar wat ziet u er vreemd uit; is er wat gebeurd of zo? " „Kind", zegt moeder hees, „we hebben bericht van Jaap." „Wat? ", met open mond kijkt Marja moeder aan en gaat zitten.

„Ja Marja, echt waar. Vanavond kwam er een zekere meneer Viergever zeggen dat Jaap in een ziekenhuis ligt en of wij cr morgen naar toe willen. Hij schijnt ernstig ziek te zijn.”

„O moeder, daar heb ik helemaal niets van gehoord. Dan sliep ik wel heel snel. Maar wat nu? Wat zei vader? " „Niet veel. maar hij heeft het cr ontzettend moeilijk mee." „Ik kan het eigenli jk niet geloven, maar moeder, jullie gaan toch zeker wel en ik ga in ieder geval ook mee." „Ik ga en als jij meewilt, graag. Maar ik weet niet of vader meegaat.”

..Zou hij dat ccht niet kunnen? ”

„Ik weet het niet; hij is zo koppig. Er zal heel wat moeten gebeuren voor hij meegaat. Laten we voor hem en Jaap bidden. Ik kan het nog steeds niet begrijpen.”

„Ik ook niet moeder; ik vind het zo onwezenlijk. Hoe zal Jaap eruit zien? Ik zou zo wel naar hem toe willen." Even later gaan ze weer naar boven en proberen te slapen.

Als moeder de volgende morgen wakker wordt, ziet zc dat vader het bed al uil is. Vreemd dat ze daar niets van gemerkt heeft.

Als ze beneden komt, is alles leeg. Misschien is hij een wandeling gaan maken; dat doet hij wel vaker als hel goed weer is en nu ligt hel eigenlijk wel voor de hand. Met een bezwaard hart gaat ze zich wassen en aankleden. Wat zou Rien doen?

Haar hart klopt sneller als ze beneden de deur open en dicht hoort gaan. Uiterlijk rustig gaat ze naar beneden en zegt zo gewoon mogelijk: „Goedemorgen”.

„Ook goede morgen, Tineke." Moeder kijkl hem onderzoekend aan en schrikt van dc donkere randen onder zijn ogen. Wal zou ze graag even haar hoofd legen zijn schouders leggen.

Ineens slaat hij voor haar en pakt haar bij haar schouders. „Tineke", klinkt het hees, „ik kan het niet. Ik zal jou niet tegenhouden, maar ik kan niet meegaan. O Tineke, hij heeft alles kapot gemaakt. Nee... ik... het gaat niet...!”

Moeder voelt tranen achter haar ogen branden. Hi j ziet er zo moe en verslagen uit en ze weet dat hi j een hevige strijd heeft gevoerd en nog voert. Even aarzelt ze, dan zegt ze zacht: „Rien, is het zo moeilijk en onmogelijk om je eigen kind te vergeven? Ben je de preek van gisteren dan vergeten? Dal de liefde van God zo groot, zo onbegrijpelijk groot was dat Hij Zijn eniggeboren Zoon naar deze vervloekte wereld zond. Dat is eenzijdige zondaarsliefde. God kreeg cr haat en vijandschap voor terug. De Heere Jezus werd geboren in een beestenstal... een beeld van de verwoestende kracht van de zonden in ons hart... begrijp jij zo'n liefde? Rien, laatje me nu echt alleen gaan? Ik heb je juist nu zo nodig.”

Dc blik in haar ogen gaat dwars door hem heen. O. wat houdt hij veel van haar. Hij voelt dat ze gelijk heeft, maar het is zo moeilijk voor hem. Hij kan niet buigen.

„Rien. waarom geef je me geen antwoord? " Smekend staan haar ogen. Schor zegt hij: „Tineke, laai me nog even. Ik zal het proberen... vergeet niet voor me te bidden.”

Dan draait hij zich om en loopt naar boven. Een woordeloos gebed stijgt in haar hart omhoog.

Even later gaat de deur open en komt Marja binnen. „Goedemorgen ma, ben ik op lijd? ”

„Ja hoor, we moeten de bus van negen uur hebben. We hebben dus nog ruim een uur de tijd." „Waar is vader? ”

„Die is net naar boven gegaan. Hij zal zo wel komen." Zwijgend zitten ze even later aan het ontbijt.

Marja kijkt van vader naar moeder. Zou hij meegaan? En hoe zullen ze Jaap aantreffen? Na het danken staat vader op en loopi naar buiten. Moeder moet zich beheersen om hem niet achterna tc gaan.

Als hij weer binnenkomt, vraagt hij: „Hoe laat gaan jullie weg? ”

„Mei dc bus van negen uur." „Goed. dan ga ik met jullie mee.”

De ogen waarmee moeder hem aankijkt, zeggen hem meer dan woorden. Marja kijkt blij verrast en slaat spontaan haar armen om zijn hals.

Het duurt voor hun gevoel uren voor ze in de stad zijn. Met lood in hun schoenen komen ze bi j het ziekenhuis. Vader gaat hen voor en vraagt

bij de receptie het kamernummer van Jaap.

„Een ogenblikje meneer, dan zal ik even iemand bellen." Even later komt een verpleegkundige naar hen loe en geeft hen een hand.

„U benl de ouders van Jaap de Waard en u bent zeker zijn zus? Komt u maar mee, maar u moet niet tc hard schrikken, want hij is er heel ernstig aan loe.”

In hel kort vertelt ze hoe Jaap in hel ziekenhuis gekomen is. Bij Marja lopen de rillingen over haar rug. Ontzettend, als je dat allemaal mee moet maken. De zusier vertelt ook dat hij verder geen bezoek mag ontvangen.

Met bonzend hart komen ze bij de zaal. Vader laat moeder eerst naar binnen gaan en houdt ook Marja tegen. Hij fluistert: „Even wachten, laat moeder eerst maar gaan.”

Op haar tenen loopt moeder naar het bed. Met alle geweld moet ze een kreet van schrik onderdrukken als zc Jaap ziet liggen. Is dat haar kind, is dat Jaap? Dal uitgemergelde lichaam... die holle ogen... die ingevallen, bleke wangen? Haar adem gaal snel en ze heeft het gevoel alsof ze zal stikken.

Dan buigt ze zich voorover en zegt zacht: .Jaap. m'n jongen." Even doet hi j zijn ogen open en een flauwe glimlach speelt er om zijn lippen. Meer niet. hij is te moe om zich op le richten of om wat tc zeggen. Moeder blijft onbeweeglik naar dat bleke gezicht staren, terwijl de tranen langs haar wangen lopen en ze schrikt als ze de handen van vader om haar schouders voell.

Even legt ze haar hoofd legen zijn borst en ze voelt ook zijn hart bonzen en ze hoort hem kreunen. Hij laat haar los en loopt naar het raam. Deze aanblik i.s teveel voor hem. Is dat zijn zoon? Zijn trots, waar hij alles voor over had? Een uitgemergeld lichaam, een wrak. Hoe kan dat ooit goedkomen!

Moeder pakt een stoel en gaat naast het bed zitten. Ze neemt de hand van Jaap in de hare en streelt die. Haar hart stroomt over van liefde voor hem. Jaap... Jaap... gaal het dooi" haar heen. Wat is cr van je gezonde lichaam overgebleven? O God. kreunt ze, helpt U hem toch. Laat hem zo niet sterven.

Dan komt Marja binnen. Als zij Jaap ziel liggen, slaat ze van schrik haar handen voor haar ogen. Vlug loopt vader naar haar toe cn slaat zijn armen om haar heen.

„Vader", snikt ze zacht, „dat kan Jaap niet zijn. Het lijkt een oude man. Ik kan het niet geloven." Ze durft niet dichterbij le komen.

Als de zuster hen komt halen, staan ze op en lopen zwijgend achter haar aan. Ze brengt hen naar een dokier en die vcrtcll hen alles. Hoe Jaap vorige week hier meer dood dan levend binnengebracht is. Alles wees op een overdosis. Ze hebben gedaan wat 7.e konden en het is een wonder dat hij nog leeft. Veel hoop geeft dc dokter hen niet. Ze mogen elke dag komen, het geeft niet wanneer en hoe lang. Verder kan hij er niets van zeggen. Verslagen gaan ze terug naar Jaap. Moeder pakt vader bij de arm cn zegt: „Rien. wc kunnen ons kind toch niet missen. Zou cr echt niets meer aan te doen zijn? ”

’s Middags gaan ze moe naar huis. Onderweg wordt er niet veel gesproken. Marja kan zich niet voorstellen dat Jaap een paar jaar geleden nog zo gezond was. Onwillekeurig huivert ze cn zc is blij als ze dc bus uit kunnen.

Marja loopt direkt door naar boven. Ze moet nu even alleen zijn. Ze heeft barstende hoofdpijn gekregen. Ineens komen de tranen... zc schokt helemaal. Ze heeft het gevoel dat ze kan blijven huilen. Wal schaaml ze zich dat ze gisteravond zo ondankbaar was cn dat ze zo opstandig was. Wat is zij dan nog bevoorrecht. Heeft ze dc afgelopen tijd dan meer gezien dan dat er in werkelijkheid was. Ze heeft vandaag in de bus cn in de stad niemand naar haar zien kijken. En waarom zei ze gisteravond dat ze vanmorgen niet naar de kerk zou gaan? Ze slaat haar handen voor haar ogen.

Waarom moet ze vader cn moeder nu nog meer verdriet doen? Alles valt bij Jaap in het niet. Ze staal op en loopt zo vlug mogelijk naar beneden. Vader en moeder kijken verbaasd op als ze binnenkomt. Zonder iets te zeggen, loopt zc naar moeder, laat zich op haar knieën voor moeders stoel vallen en snikt met haar hoofcl op moeders schoot. Moeder zegl niets, ze begri jpt hel wel en ze laai haar begaan. Als Marja wat gekalmeerd is. komen de woorden vanzelf. Vader cn moeder luisteren cn voelen zich warm worden van binnen. Wal gelukkig dat zc zich nu eens kan uiten. Eindelijk zwijgt Marja. Ze voelt zich moe en leeg cn kijkt verlegen van vader naar moeder. Zouden ze het niet overdreven of kinderachtig vinden?

„Kind, wat ben ik blij met wat je gezegd hebt. We hadden nooit kunnen denken dal tweede kerstdag zo af zou lopen. Toch geloof ik dat de Hccre nog wonderen kan doen. 1 li j kan Jaap nog beter maken..." „Zullen we bidden? ", zegl vader ineens.

Alle drie vouwen hun handen en vader smeekt de Hecrc of Hij Jaap beter zou willen maken. Of Hij alles ten goede zou willen keren.

Marja bidl mee, maar als zc vader hoort eindigen met dc woorden: „Heere. niet onze wil, maar Uw wil geschiede", dan schreeuwt hel in haar: „O God. mag ik dat ook leren zeggen!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1994

Daniel | 39 Pagina's

Een zware strijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1994

Daniel | 39 Pagina's