Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor onze militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor onze militairen

„BIDT, EN U ZAL GEGEVEN WORDEN".

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer dit nummer van „Daniël" verschijnt, dan zijn verscheidene van onze jongens al weer ruim 14 dagen in dienst. Veertien dagen van huis, dat kan voor velen reeds 14 dagen te lang zijn.

In mijn laatste artikel heb ik kort gewezen, op de groote verleiding waarin vele van onze jongens zich bevinden.

Is die verleiding dan zooveel grooter dan in de burgermaatschappij. Weineen, jongens. Ook in de burgermaatschappij is de verleiding groot, ja zeer groot. En toch...... Menig Vader en Moeder, heeft je met een bezorgd gemoed zien vertrekken. Hoe komt dat dan? Wat is daar toch de reden van? Wel jongens, daar moet je Vader of Moeder voor zijn, wil je dit recht kunnen beseffen. Een Vaderhart en een Moederhart laat zich zoo moeilijk beschrijven.

Een rechtgeaarde Vader en Moeder denken niet in de allereerste plaats om je lichamelijk welzijn, maar je geestelijk welzijn, dat baart hun de meeste zorg.

Wil je wel geloovgn jongens, dat dit laatste je Vader en Moeder menig nachtelijk uurtje kost, ook al zeggen ze dit niet altijd. Bedenk dit jongens, en het kan je voor veel zonden bewaren.

Ik heb hierboven gezegd, dat de verleiding in dienst niet veel grooter is dan in de burgermaatschappij, en toch is het voor veel jongens een zeer gevaarlijke tijd. Gevaarlijker dan toen ze nog burger waren? Ja. Waarom dan? Omdat ze vroeger dagelijks onder de vleugelen der liefde verkeerden van Vader en Moeder. Die vaderhand was er dagelijks en dat moederoog liet hun niet los. We kunnen niet veel verkeerds doen jongens, of Vader en Moeder merken het. Welnu, die groote steun ontbreekt je momenteel in je leven, je moet nu zelf beslissen. Zelf handelen, zelf de verantwoordelijkheid voor je daden nemen en dragen. Daar wordt nu van je verwacht en geëischt dat je je mannelijk zult gedragen.

Die overgang is groot. Vroeger kon je Vader en Moeder nog eens vragen, nu gaat dat dikwijls niet meer.

Weet je waar je nu veel gemak van hebt? Wanneer je in al je daden, handelingen en verrichtingen, net doet zooals je thuis deed. Dan zal je ondervinden, dat je bij thuiskomst je Vader en Moeder recht in de oogen kunt zien. Dat is veel waard jongens! Dat zal je te dien opzichte een gerust geweten geven.

Wij, menschen van de Geref. Gemeente zondigen niet goedkoop. Waarom niet? Omdat ons Zondag aan Zondag de zuivere waarheid wordt gepredikt. En nu zijn we niet beter dan andere menschen, maar we zijn wel anders. Dit mag toch wel eens gezegd worden.

Ik heb Gods Woord hierin mee. We lezen: „Die den weg geweten hebben en die niet hebben bewandeld, die zullen met vele slagen geslagen worden."

Daar zal van ons meer geëischt worden, dan van een Heiden.

Welnu jongens, als je dit met mij eens bent, dat we anders zijn dan een ander, hoe staat het er dan bij? Zien je vrienden dit al? Of ben je net als die anderen? Dan is het niet best met je hoor!

Toen je thuis was, toen wisten ze zeker wel hè, dat je behoorde tot de Geref. Gemeente. En nu dan? Nou niet? Om dat je een ander pakje aan hebt, ben je daarom veranderd. Ik hoop van niet.

Hoe staat het met jullie bidden? Ik kan niet gelooven, dat er één gezin is van onze richting, waarin voor het eten en vóór het naar bed gaan niet gebeden wordt.

En nu jongens, kom, antwoord eens eerlijk. Doe je die plichten net als vroeger thuis? Denk er aan, je kunt een medemensch wel bedriegen hoor, maar God niet. Die ziet en weet alles.

Je kunt je nergens achter verschuilen. In het Reglement op den Inwendigen Dienst Hoofdstuk VI art. 51 daar staat dat bij de maaltijden van onderofficieren en soldaten eenige oogenblikken stilte moet heerschen, zoodat de aanzittenden behoorlijk gelegenheid hebben tot bidden en danken.

Ik weet dat dit overal in ons leger vrij behoorlijk wordt toegepast. De klachten hierover zullen niet vele zijn. Mocht je ze hebben, breng ze diegene onder het oog, die belast is met het toezicht houden op de maaltijden. Ik ben er van overtuigd dat je klacht, mits behoorlijk uitgebracht, succes zal hebben.

Jammer genoeg bestaat een dergelijke bepaling niet voor het naar bed gaan. Toch zou ook dit wel mogelijk zijn. Dit echter ontslaat je geenszins van je plicht, om 's Heeren aangezicht te zoeken voor dat je gaat slapen. Bedenk dit wel. Ik heb menigmaal meegemaakt, dat de jongens van zelf stil werden, wanneer één hunner geknield voor zijn krib lag.

Wat speelt de valsche schaamte hierbij een groote rol. Tot onze schande moet het gezegd worden, dat we dan vaak achter staan bij de Roomschen en bij hen, die van God noch gebod willen weten. Kijk maar eens aan je tafel, m'n jonge vriend!

Kun je de Roomschen er niet uithalen! De wereld laat wel zien, wie hun koning is, maar hoe dikwijls heb ik moeten constateeren, dat het bidden door Protestanten wordt nagelaten. Dat strekt ons niet tot eer. De Heere zegt: „Bidt en U zal gegeven worden." Welnu, wanneer we dan net als de dieren des velds onze spijs gaan nuttigen, dan is die spijs ons niet gegeven, maar dan hebben we die genomen. Dan zijn we dieven. Dan betoonen we met sprekende daden geen godsdienst te bezitten.

Want wat is bidden? Dat is volgens Gods Woord de geheele godsdienst. In Gen. 4: 26 lees ik: „Toen begon men den naam des Heeren aan te roepen" en in het Nieuwe Testament in Matth. 21: 13 daar lees ik: „Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden". Je ziet dus wel, als we het bidden nalaten, hebben we geen godsdienst en zijn dan nog minder dan een Heiden.

Nog veel zou ik hierover kunnen schrijven, maar de plaatsruimte ontbreekt.

Ik wensch je toe jongens, veel vrijmoedigheid om je huiselijke en godsdienstplichten te vervullen. Maar meer wensch ik jullie gebedsgenade, want als we dat bezitten, dan ontstaat er ook een gebedsbehoefte. De Heere is het dubbel waard, dat we Hem dag en nacht vragen, of het Hem behagen mag, om ons te bekeeren. Dat is het allervoornaamste hier op de wereld. Daar is ons maar één ding noodig en dat is: „Dat we wedergeboren worden, anders zullen we het Koninkrijk Gods niet zien."

Ouders, gedenkt Uw zonen veel in den gebede. Ge mocht verwaardigd worden den Heere voor Uw zaad na te loopen, bij dagen en bij nachten en niet eerder te rusten, voordat ge weet, dat het in Hem geborgen is.

Misschien zijn er Vaders en Moeders die zeggen: „hierom heb ik al zoo dikwijls gebeden, maar ik zie er nog niets van." Och ouders, ligt dat aan God of aan ons? We ontvangen niet, omdat we kwalijk bidden.

Tenslotte gij die bidden hebt geleerd. Zoek toch veel het aangezicht des Heeren voor onze militairen. In 't bijzonder voor hen in dat verre Indië. De Heere verwaardige ons allen te bidden, te smeeken en te danken en zoo het hemelwerk hier in dit leven aan te vangen.

Met vr. groeten,

KRIJGSMAN.

 

Van de redactie

De redactie van „Daniël" komt hiermede met een speciaal woord voor onze Militairen en de ouders en familieleden van deze jongens.

Het kan algemeen bekend worden geacht, dat vanaf de eerste verschijning van ons blad door ons alles in het werk is gesteld om toch maar contact te krijgen met onze jongens in Militairen dienst.

Dit mocht ons gelukken, doch er is meer te bereiken. Daarom willen wij dit reeds geruimen tijd verrichte werk niet alleen voortzetten, maar ook gaan uitbreiden.

Het ligt in de bedoeling contact te zoeken met menschen in de ganizoensplaatsen, wier namen onder ons een goeden klank hebben en met hen te spreken over geschikte adressen, waar onze jongens een gezellig, huiselijk verkeer kunnen genieten.

Het zal tot de taak van die menschen, waarmede wij in contact trachten te komen, behooren, zooveel mogelijk onze jonge Militairen „op te vangen", het huiselijk verkeer te bevorderen en ook te informeeren of ze voor het lezen van „Daniël" zijn opgegeven.

Dit alles is reeds, wat de voorbereiding betreft, in vergevorderd stadium. Het blijkt echter in de praktijk, dat er nog Militairen zijn van onze Geref. Gemeente, waarvan het in de garnizoensplaatsen niet bekend is, dat ze bij „ons" behooren. Dit is zeer betreurenswaardig.

Om ook dit te ondervangen doet de Redactie van „Daniël" een dringend beroep op onze jongens, die in Militairen dienst gaan, of zich daarin reeds bevinden, zoomede op de ouders, toch vooral hun adressen op te geven aan de Administratie van ons blad: Ridder van Catsweg 244a, Gouda.

Ze ontvangen dan regelmatig ons gaarne gelezen blad en hun adressen worden voor het tot stand brengen van huiselijk verkeer doorgegeven.

Ongeacht het zeer gewaardeerde werk van vele Kerkeraden, die zich benaarstigen, ons steeds weer adressen en adresveranderingen op te geven van onze jongens in Militairen dienst, blijft ons verzoek - voornamelijk aan de ouders - „Geeft de adressen van Uw zoons ons omgaand op". Wij ontvangen het liever tweemaal, dan niet.

Het verheugt ons, dat wij reeds zooveel contact hebben met de Militairen en uit de vele brieven, die onze jongens ons zenden blijkt overduidelijk hun groote waardeering daarvoor. Helpt allen mee, dat contact uit te breiden en intensiever te maken, opdat wij ook door Uw hulp kunnen komen tot verwezenlijking van het bovenstaande.

Heeft U vragen van speciaal „Militairen aard"? Zend deze aan „Krijgsman" p.a. Heereweg 294, Lisse.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

Daniel | 8 Pagina's

Voor onze militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

Daniel | 8 Pagina's