Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rede door Ds. K. de Gier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rede door Ds. K. de Gier

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ruim een uur later — 8 uur — zijn alle afgevaardigden met vele belangstellenden in het kerkgebouw bijeen om te luisteren naar de gedachtenisrede, uit te spreken door de Weleerw. Heer ds. K. de Gier van 's-Gravenhage.

Bij de aanvang wordt gezongen Ps. 19 vers 5 en als Ds. de Gier heeft gelezen 1 Sam. 18 : 1-12 en 1 Sam. 23 : 13-18, in gebed is voorgegaan en er nog is gezongen Ps. 119 : 5 en 32, spreekt hij als volgt:

Mijne hoorders! Zoals wij allen weten hopen morgen onze jongelingsverenigingen in jubileum-vergadering bijeen te komen om te gedenken, dat de Heere hun Landelijk Verband 25 jaar heeft willen sparen.

25 jaren lang heeft de Heere bemoeienissen met hen gemaakt en Zijn weldaden willen betonen. En waar het naar de begeerte van het hoofdbestuur was, dat wij zouden samenkomen op deze vooravond, dan was het de bedoeling, om dan om Gods Woord verenigd te zijn.

„Vriendschap met de vreze des Heeren", zo is het woord dat ik spreken wil, aangekondigd. Dat wil niet zeggen, dat er vanavond een overzicht van gebeurtenissen komt. Dat komt morgen, als voorz. en secr. over de voorbijgegane jaren zullen spreken.

Het was de begeerte juist vanavond samen te zijn in verband met cle nood der tijden, waarin wij allen leven, inzonderheid onze jongens en meisjes.

De naam bidstond kan het niet hebben, maar wij willen stilstaan bij cle ernst van deze tijd. Vele vragen bezetten het hart van onze jonge mensen, vele gevaren omringen hen. De grondslagen van Kerk en Staat zijn vermolmd, de kerk in het algemeen is zover af van het zuivere woord van God en zoals geopenbaard in cle drie formulieren van enigheid.

Vele vragen dus bestormen onze jonge mensen. Zij horen veel uit andere kerkgenootschappen; denk in dit verband aan het woord „apostolaat naar buiten", het aandacht schenken aan de medemens, buiten ons.

Zij horen over het woord oecumenisch in onze dagen, een binding van allerlei soorten kerkgenootschappen, doch binding zonder fundament, zonder grondslag.

Doorbraak! Wij horen er steeds van, cle doorbraakgedachte. Houdt in een aanpassen van de kerk aan de wereld, een gelijkstellen daarmee. De wereld moet de kerk opnemen, maar het resultaat is dat de kerk volkomen verwereldlijkt.

Als wij gedurig met dit alles in aanraking komen, clan moeten wij zeggen: wat is er veel zoek. Er gaat een geest van ontbinding over cle kerk, de invloeden van Rome, van sport en bioscoop betekenen een 'greep op jonge mensen.

Vele nutteloze twisten over godsdienst in scholastische zin inplaats te staan naar een levend geloof, werken mede aan een feitelijk bederf.

Daarbij cle kritiek, die uitgeoefend wordt, de harde en helaas zo koude kritiek van ouderen op jongeren, clie het hart onbewogen laat.

Er wordt veel geklaagd over vervlakking, dat een geest van vervlakking gaat door onze jonge mensen, onder hen die onder cle waarheid leven en daarbij zijn groot geworden. Het leven van onze jonge mensen is druk, met veel beslommeringen. Alles moet in het werk worden gesteld om cle jonge mensen één uur per week op de catechisatie te krijgen.

Schuldbesef, verslagenheid des harten wordt zo weinig gevonden. Moeten wij niet klagen, dat de Ileere Zijn Geest zo inhoudt?

Temidden hiervan, van die roepstemmen, weet de een nog beter dan de ander hoe het moet. „Apostolaat naar buiten uitdragen!" enz.

De vriendschap met cle vreze des Heeren zijn de pijlers, waarop cle kerk gebouwd zal worden, uit cle jonge mensen.

Als clie vriendschap ontbreekt, dan kunnen wij doen wat wij willen, clan deugt het fundament niet. Het zal blijken dat zo'n huis op een zandgrond is gebouwd. Wij hebben U voorgelezen cle bekende geschiedenis van David en Jonathan.

Hier wordt van vriendschap gesproken. „En die beiden maakten een verbond". Vriendschap!

Zonde maakt scheiding, Gods Geest bindt. De Geest des Heeren heeft geen lust aan nijdigheid. De scheiding begon in het Paradijs tussen God en de mens, tussen mens en mens, door de zonde. God heeft cle mens op aarde gesteld, niet als een eenling, maar opdat hij sociaal, in liefde ten opzichte van elkander cle aarde zou bewonen, opdat hij in liefde zou leven en blijdschap en vrede daarin zou smaken.

De zonde heeft dit samenleven aangegrepen. Scheidingen en scheuringen zijn gekomen, wrevel in cle eerste wereld en nog. Toch, de vriendschap is een gewichtige zaak op aarde.

David en Jonathan staan maatschappelijk zover van elkaar. Een prins, een aanstaand koning en een schaapherder, samen een verbond. Hierin ligt een glans van vriendschap, die niet is gegrond in menselijke overweging, maar in cle vreze Gods.

De grond van de Godsvreze vinden we verscheiden maal in Gods Woord, Ps. 19, Ps. 111 en in Salomo's spreuken vinden we gedurig het woord „vreze des Heeren" — is te haten het kwade — vermeerdert de dagen — is een springader des levens — beter is weinig met de vreze des Heeren — enz.

Wij keren een ogenblik terug naar de geschiedenis van David en Jonathan. Jonathan is voor David een gave Gods. Toen hij stond in een moeilijke tijcl, toen David alleen was en onervaren.

Het volk hing Saul aan, David stond alleen. En toen kreeg hij Jonathan als vriend uit het vijandige kamp. Ze hebben elkaar met liefde omringd en dat is David tot sterkte geweest, in de bittere jaren een troost.

Deze vriendschap tussen David en Jo-

nathan rustte niet op mensenvergoding, op aanbidding van aardse schoonheid, van kunstzinnige talenten of sportprestaties; geen aanbidding van rijkdom of geleerdheid, zoals in onze tijd de mensen elkaar om gaven en talenten vergoden.

Neen, deze vriendschap had een betere grondslag, de vreze des Heeren, zoals God met Zijn Geest leert.

Wij kunnen daaruit leren op welke gronden en hoe wij vriendschap moeten aanknopen. God houdt Zijn Kerk in stand, Hij neemt het alleen op tegen de machtige aanslagen van Satan, tegen de verleiding der wereld. Maar Hij doet het door cle middelen. De Heere had David ook wel zo kunnen bewaren, maar Hij doet het middellijk, door Jonathan, om David in zijn omstandigheden te vertroosten.

Het is niet onbelangrijk, wie onze vrienden zijn, met wie wij in onze jeugd omgaan. Dat kan ons voor veel kwaad bewaren. Dat moet God allereerst doen, maar middellijk speelt vriendschap of vriendinschap een rol.

De ervaring leert mij, als ik jongens of meisjes alleen haar gang zie gaan, dit bij uitzondering is omdat ze in hun alleenzijn gemeenschap met cle Heere zoeken, maar veelal omdat ze cle wereld in willen, cle zonde willen uitleven.

Vriendschap met cle vreze des Heeren. Dit wil niet zeggen clat het zonder moeilijkheden gaat. Wat heeft cle vriendschap tussen David en Jonathan vele moeilijkheden gebracht. Straks staat hij tussen Saul en David. Tegenover Saul, zijn vader, heeft hij zijn plicht als zoon. Als kind moet hij bukken voor zijn vader, hem eren. Anderzijds zijn vriendschap, zijn liefde voor David, van wie hij weet, dat hij koning zal worden.

En wat zien we nu? Bij Jonathan is wijsheid om hier het pad zuiver te houden. De Heere leidde hem op het juiste pad. Zijn vader gehoorzaamt hij als zoon en zie ook zijn houding tegenover David.

Op Gilboa ligt hij verslagen naast zijn vader. Jonathan heeft getracht David en Saul te verzoenen, tevens zijn vader gewaarschuwd, maar bleef ondanks diens ongenoegen op zijn post.

De vfeze des Heeren brengt strijd met zich op de plaats waar wij gesteld zijn. Menigmaal zijn wij in vijandige werkkring, waar Gods Woord wordt bespot, waar minachtend over die vreze des Heeren wordt gesproken.

Deze strijd valt niet te onderschatten voor onze jonge mensen in fabrieken en kantoren, waar een aanslag wordt gepleegd op de beleving, waar een christelijke wereld lacht om Godsvreze. Dan is het nodig de wijsheid van Jonathan te bezitten. Niet weg te lopen, maar het voorbeeld van Jonathan te volgen, eerbied te hebben voor hen die boven ons staan, ook maatschappelijk, maar anderzijds gepaste vrijmoedigheid om de mond te openen en te wijzen op het ene nodige, bovenal het gebod: Leer mij, o Heer, de weg door U bepaald.

Jonathan is zijn vaders huis niet ontvlucht, maar gewaarschuwd, clat Saul God tegenkreeg. 't Loopt mis, als ge het opneemt tegen David.

De Heere heeft Jonathan de wijsheid gegeven, als kind de eerbied te behouden tegenover zijn vader. Hier is geen sprake van clie farizeïstische geest, clie men zo dikwijls aantreft: ik ben beter dan gij, en clan weg te gaan. De weg van Jonathan was biddend en getrouw wijzend op de noodzakelijkheid om te buigen voor cle Allerhoogste en Zijn paden te betreden.

Vriendschap met de vreze des Heeren! Wat komt dat toch uit in het voorgelezen schriftwoord. Die vriendschap gaat gepaard met zelfverloochening, wat in onze dagen zoveel gemist wordt. Nu zoeken bijna allen het hunne, cle klacht in onze dagen.

Maar deze vriendschap, gepaard met de vreze des Heeren brengt voort zelfverloochening, een verootmoedigd hart, dan is het zoals bij Jonathan clie afstand van alles deed, van zijn klederen, zijn boog en spies en ze legde aan de voeten van David, als wil hij zeggen: Gij koning, ik uw knecht. Een daad van zelfverloochening. Die wil bukken, die acht zich lager dan een ander.

Wij zijn van nature allemaal van Adam afkomstig. Wij zijn vol van eigenliefde, zelfbehagen, zelfverheerlijking, zoekers van eigen eer, hatelijk zijnde en elkander hatende. Daartegenover werkt de ware Godsvreze dat men een ander uitnemender acht dan zichzelf.

Vanmiddag is er door de voorz. op gewezen, clat er gevaren aan het J.V.-werk zijn verbonden. Dat zeggen sommigen zo graag. En die gevaren zijn er ook, gevaren van overschatting. Dan ziet men vrome jongens en vrome meisjes, maar in eigen kracht, met aangeleerde wetenschap, die men stelt boven de eenvoudige, bevindelijke kennis, die echter openbaar komt in een verbroken hart en verslagen geest.

Zeker, gevaren zijn er. Maar die de ware vreze des Heeren heeft, gaat niet op in kennen en kunnen, die vreze vernedert. Die doet als Jonathan, die maatschappelijk boven David stond, die in David zijn bestrijder zou kunnen zien, maar zegt: aan U is het koninkrijk.

Ware vriendschap gaat gepaard met trouw. Er is veel ontrouw op de wereld, wat vallen wij om met mensen, op wie wij gebouwd hebben.

Er wordt wel eens gezegd: genade bewaart niet voor de zonde, wel de vreze des Heeren. Daarmede bedoelt men: begenadigden kunnen vallen in de zonde, maar in een verootmoedigd leven, in een dagelijks bidden om bewaring, in een aankleven aan de troon der genade ligt bewaring voor cle zonde.

DavicI en Jonathan maakten samen een verbond, maar voor Gods aangezicht, en dan is er ook sprake van trouw. In een laatste ontmoeting, waarvan we nadrukkelijk lezen — David is dan als een veldhoen op cle bergen geworden — zegt Jonathan, clat DavicI koning zal worden. Jonathan blijft trouw tegenover een zwerveling en vluchteling. En David blijft trouw tegenover Jonathan. , , Is er nog iemand overgebleven van den huize Sauls? " Daar hebt ge de Godsvreze in deze vriendschap; cle band blijft over de dood.

Er is vriendschap op aarde in de algemene genade, zo niet de wereld zou een hel zijn. Maar in deze geschiedenis ligt de vreze des Heeren aan de vriendschap ten grondslag. Welk een voorrecht, als clat gevonden werd in onze jongelingsverenigingen. Er is in onze dagen vriendschap genoeg, maar die spat straks als een zeepbel uiteen.

Werd clat op Uw aller hart gedrukt, als wij op onze vergaderingen samenkomen en cle vragen van deze tijd bebespreken, altoos deze vraag: „hebben wij vriendschap met de vreze des Heeren? "

Die vriendschp is niet gegrond op menselijke basis, maar gesloten voor het aangezicht des Heeren met de bede: „Leer mij, o Heer de weg door U bepaald".

Mocht de Heere dat verheerlijken, uit die vriendschap zou een gezegende vrucht gevonden worden, ook voor Gods Kerk, uit onze jongens en meisjes, die Hem vrezen.

De vreze des Heeren is beter dan wijsheid. De Heere schenke het ook voor de komende jaren van het Landelijk Verband van onze jongelingsverenigingen, om het te mogen ervaren: „Jonathan en

David maakten een verbond voor het aangezicht des Heeren".

Met grote aandacht werd naar deze rede van ds. de Gier geluisterd. Nadat nog was gezongen Ps. 89 : 9, heeft ds. de Gier dit samenzijn met dankgebed gesloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1956

Daniel | 16 Pagina's

Rede door Ds. K. de Gier

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1956

Daniel | 16 Pagina's