Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ecoloog Allrik Copijn: „Wij willen te kijken niet naar wat de plant zelf wil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ecoloog Allrik Copijn: „Wij willen te kijken niet naar wat de plant zelf wil

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eind jaren zestig waarschuwde Allrik Copijn, ecoloog en ex-boomchirurg voor zure regen. Daar werd hartelijk om gelachen en het Utrechts Nieuwsblad wijdde er zelfs een cartoon aan. Nu waarschuwt Copijn opnieuw. De ecoloog geeft overal ter wereld cursussen en adviezen over de biologische landbouw en het herstellen van uitgeputte gronden. Hij signaleert onheilspellende verschuivingen in verschillende leefprocessen. <br />

,In het bos wordt het blad moeilijker afgebroken. Steeds meer organisch materiaal hoopt zich op. Het angstaanjagende hierbij is, dat je er niet bij stil staat als je er niet op wordt gewezen dat dit afbreken een van de allerbelangrijkste processen op aarde is. Een proces waarbij schimmels, bacteriën, pissebedden en regenwormen het organische materiaal tot een 'oersubstantie' terugbrengen, waaruit weer nieuw leven kan groeien. En hier verandert iets. Door zure regen, insekticiden en zelfs onkruidbestrij dingsmiddelen in het regenwater. Dan besef je hoe belangrijk die onzichtbare wereld is, die altijd in stilte werkt, maar die de basis vormt voor al het leven." „Er wordt veel gepraat over het broeikaseffect. Daar maak ik me niet zo veel zorgen om. Het broeikaseffect verandert het leven, maar beëindigt het niet. Dat gebeurt wel met het gat in de ozonlaag. Als ultraviolette stralen te sterk worden, is veel leven niet meer mogelijk. Dan worden bij voorbeeld schimmels en bacteriën gedood, die wij nodig hebben om te overleven. Zonder bacteriën is er geen leven op aarde meer mogelijk."

Verschuivingen
De ecoloog maakt zich niet alleen zorgen over de sluipende, haast onmerkbare veranderingen. Wanneer hij boeren in Zuid-Amerika of Azië bezoekt, ziet hij wat de gevolgen zijn van ontbossing en de erosie. „Geen boer in India of Brazilië weet meer wanneer hij moet zaaien. Hij weet wel wanneer de regentijd zou moeten beginnen, maar niet wanneer en of het wel gaat regenen. Komt de regen in geconcentreerde vorm, zoals in het noordoosten van Brazilië (waar na zeven jaar droogte twee meter regen viel in zesendertig uur), is de regen beter verdeeld of komt-ie helemaal niet? Dit soort verschuivingen zijn catastrofaal. Daarmee neemt de onvoorspelbaarheid in de voedselproduktie en de hongersnood toe." Copijn vertelt over India. Hoe uitgestrekte oerwouden in het zuiden zijn gekapt en de eens doorwortelde bodem het water niet meer opneemt. „Achthonderd jaar geleden schreven Arabieren en Chinezen dat dit gebied een ongekend landbouwkundig hoogstandje was. Geen druppel stroomde ongebruikt de zee in. Nu is het bos gekapt en tegelijkertijd het hele gebied geëlektrificeerd. De Wereldbank vond dat mensen het wat beter moesten krijgen. Ook licht 's avonds, televisie kijken. De boeren hoefden de stroom niet te betalen voor het oppompen van water, sloegen putten en kochten elektrische pompen. Er wordt nu zo ongelooflijk veel water uit de grond gezogen dat die putten elk jaar dertig tot vijftig meter verdiept moeten worden. Die ontwikkeling is angstaanjagend."

Oogsten
Toch hoor je ook andere geluiden. Onlangs maakte de FAO (Wereldvoedselorganisatie) bekend dat de voedselproduktie uan granen en rijst ten opzichte van vorig jaar flink is toegenomen. Vooral in de Aziatische landen. Hoe kan dat? ,,Die cijfers zullen misschien wel kloppen, maar je moet ze van de FAO wel met een korreltje zout nemen. Die cijfers zijn zodanig samengesteld dat ze moeten laten zien dat hun manier van werken resultaat heeft. Maar toch, dit jaar was een goed regenjaar, met regelmatige neerslagen. En dat gold voor heel Azië. Ook uit Zuid-India worden recordoogsten gemeld, omdat het weer gunstig was. Men vertelde dat de grondwatersituatie was verbeterd. Er is wat water bijgekomen. Maar eigenlijk hadden die putten helemaal vol moeten staan, of hooguit een meter onder het maaiveld. Nee, het waterpeil staat honderdvijftig meter onder het maaiveld! Daar is dus niks verbeterd. Er komt gegarandeerd hongersnood in India en die is onder andere te wijten aan de elektrificatie. Je kunt dan wel televisie kijken, maar te eten heb je niks meer"

Relaties
Verschuivingen in het ecologisch netwerk lijken zich de laatste jaren steeds sneller te voltrekken. Copijn noemt de onrustbarende algentapijten op de Noordzee en de Filippijnen. „Je kunt er een verklaring voor geven, verontreiniging en zo..., maar er is meer. Het zijn tekenen aan de wand. Alles komt sneller achter elkaar en alles wordt veel gevoeliger voor virussen, schimmels en bacterieën. Het interesseert niemand of de een of andere bacterie niet meer leeft, of een schimmel niet meer kan functioneren. Om te kunnen leven is een netwerk van noodzakelijke verbindingen nodig. Je bent ingebed in een enorm web van relaties. Je hangt overal van af. Door de ontwikkelingen op aarde vinden daarin verschuivingen plaats. De natuur heeft een enorm aanpassingsvermogen. Dat lijkt in ieder geval zo. Maar op een gegeven moment kan dat niet meer en uit zich dat in een ziekte, in het wegvallen van een soort. Neem de iep. In heel Europa zijn ze uit het straatbeeld verdwenen. Nu zijn de tamme kastanjes aangetast. Op het ogenblik is er in NoordAmerika, waar hij normaal altijd voorkwam, geen een meer te vinden. Hetzelfde treedt nu in Zuid-Italië op en in het zuiden van Zwitserland. Zo'n soort boom houdt gewoon op te bestaan."

Wij willen te veel
Volgens Copijn zullen de mensen het nooit van de schimmels en de insekten winnen. ,,We moeten leren kijken waarom ze er zijn en hoe ze ontstaan zijn. Een insekt of een schimmel, die wij als een plaag ervaren, is een reactie op een fout die wij mensen in de plantenwereld hebben aangebracht. We willen te veel van een bepaald gebied oogsten. Te grote vruchten, te rood, te lang. Er wordt niet gekeken hoe een plant zélf wil groeien en of de plant zich daar wel thuis voelt. En als het niet lukt corrigeren we het weer. Met kunstmest, spore-elementen, gifstoffen." De ecoloog noemt de cacao als voorbeeld. „Er is een tendens om schaduwbomen weg te halen en de cacao in de zon te laten groeien om de produktie te verhogen. Dan produceert hij ook wel meer, maar wordt onmiddellijk door allerlei rupsen en andere vretende beesten aangevallen. Wij grijpen dan weer naar de spuitbus, omdat we economische groei als uitgangspunt nemen." In hoeverre heeft de natuur zelf mogelijkheden, weerstandmechanismes, om iets te corrigeren? „De cacaoboom produceert zelf een stof die insekten aantrekt, een soort lokstof. Die rupsen tasten dan de jonge bladeren in de omgeving van de struik aan, waardoor die dus kleiner wordt van vorm. Hierdoor valt er meer licht op de grond en ontkiemen de zaden van de bomen sneller, zodat er weer een nieuw schaduwdak ontstaat. Daarna houdt de boom op die stof te produceren en gaan de insekten vanzelf weer weg. Hetzelfde komt in zuidelijk Afrika bij acacia's voor Daar eten de antilopes van de bladeren. Allemaal best. Maar als de druk van de antilopes toeneemt, produceert de boom een hoger looistofgehalte in z'n blad, waardoor het niet meer verteerbaar wordt en de antilopes sterven. En niet alleen die ene boom waaraan gevreten wordt doet het, in de wijde omgeving verhogen alle bomen van die soort onmiddellijk hun looizuurgehalte."

Dieren
Hoeveel weerstand heeft de dierenwereld tegen aanslagen van mensen? ,,De hogere dierenwereld heeft niet zo'n groot aanpassingsvermogen. Zeker niet de huisdieren. Als je het ene wint, moet je het met iets anders betalen. Meer melk tegenover zwakke heupen of een zwak zenuwgestel bij de dieren. Nu wordt er gepraat over genetische manipulatie en staan de wetenschappers op hun achterste benen als de overheid er een rem op zou zetten. Dan komen ze achter in de ontwikkeling, zeggen ze. So what? Daar zitten wij niet op te wachten. Waarom moet dat toch? Het is in mijn ogen een criminele ontwikkeling in de wetenschap, want het gaat uiteindelijk alleen om geld. En als het wel puur wetenschappelijk zou zijn, dan is het een ontaard kinderspelletje. Genetisch manipuleren is zo gevaarlijk omdat men niet weet hoeveel levensnoodzakelijke relaties het gemanipuleerde organisme heeft. Wij kunnen die niet doorgronden. Als ik een gen verander of toevoeg om een ziekte weg te houden bij een dier of om het meer melk te laten geven, weten we niet wat voor gevolg het heeft voor al die verbindingen die dat dier, wezen, plant heeft met zijn hele omgeving."

Serieus
Maar hoeveel kracht heeft de natuur om zich tegen al deze aanslagen te verweren ? ,,In Duitsland is pas een geheel nieuwe ziekte bij varkens ontdekt, die tot gevolg heeft dat biggetjes te vroeg geboren worden. Die biggetjes zijn bij de geboorte gemummificeerd, versteend. Dat is nooit eerder voorgekomen. Het treedt op in de bio-industrie, waar varkens als vleesproducent worden gebruikt. Die ziekte is waarschijnlijk een reactie op die manier van dieren houden. Geen gewroet, geen varkensachtig milieu. Daar reageert op een gegeven ogenblik een beest op. Meer dan 20.000 varkens zijn al aan deze epidemie gestorven. Dit zijn signalen, die wij serieus moeten nemen, zo serieus dat wij de ingeslagen weg zo niet kunnen voortzetten. Je kunt je afvragen hoe alles zo gekomen is. Voor mij is een van de hoofdoorzaken de benadering van de te onderzoeken omgeving door de wetenschap. Een van de hoofduitgangspunten voor een wetenschapper is dat alle wetenschap bij de twijfel begint. Dit heeft noodgedwongen tot gevolg dat al het wetenschappelijk handelen op twijfel berust. En dat heeft de situatie waarin wij nu leven tot gevolg. Als je je voorstelt dat je alles wat je wilt onderzoeken, wilt benaderen met een twijfel: ,,zou dat wel waar zijn, ik geloof mijzelf niet wat ik hier zie, ik moet het eerst kunnen bewijzen", dan onderga je een frustratie."

Subjectief
„Waarom moet je alles met twijfel benaderen? Nee, je moet alles met liefde, interesse en verwondering benaderen. Als je dat doet, wat is er dan mooier dan datgene wat je omgeeft? Als je de levenssamenhangen op deze manier mag zien en als je het geluk hebt gehad om bij voorbeeld een heel klein glimpje van het meest gecompliceerde van deze aarde, het regenwoud, te mogen ervaren, dan kun je daar toch niet met twijfel tegenover staan? Niets is daar wat je zou kunnen veroorloven om te twijfelen. Het ïs daar Waarom dan twijfel? De wetenschap moet altijd maar objectief zijn, maar de subjectieve wereld is er ook. En die is onvoorstelbaar rijk. Het is alleen anders, het is het gevoel. Als je een hele ontwikkeling alleen maar objectief doet, sluit je een andere informatiebron uit. Daar moeten op den duur brokken van komen, een schizofrene situatie. Je bent bij voorbeeld chemicus en je bent christen; op zondag respecteer je de schepping en maandag werk je aan de ergste giffen die de schepping weer kapot maken. Dan hebben we geen morele verantwoordelijkheid meer voor datgene wat ons omgeeft, waar we afhankelijk van zijn. Maar ondertussen zijn we wel afhankelijk van het kleinste bacterietje dat er op aarde leeft en dat maakt dat we een worteltje kunnen eten of een krop sla..."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's

Ecoloog Allrik Copijn: „Wij willen te kijken niet naar wat de plant zelf wil

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's