Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (26)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (26)

Mensziel geroepen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na een lange tocht is het leger van Koning El-Schaddaï aangekomen bij de stad Mensziel. Diábolus bestraft de burgers die de muren zijn opgegaan om het leger te bekijken. Hij roept hen op de stad met man en macht te verdedigen. Een machtig middel is het naast zich neerleggen van de oproep tot wederkeer.

De blijdschap van Diábolus

Na de toespraak van hun heer Diábolus slaat de burgers van Mensziel de schrik om het hart. Terwijl ze onophoudelijk door de straten draven, roepen ze luid: ‘Help, help! Deze mannen, die de wereld in oproer gebracht hebben, zijn ook hier gekomen!’ Alsof ze van hun verstand beroofd zijn, schreeuwen ze: ‘De verwoesters van onze vrede en van ons volk zijn hier gekomen!’

Dat is helemaal naar de zin van Diábolus, die bij zichzelf denkt: ‘Ha, zo gaat het goed. Zo wil ik het hebben. Nu tonen ze dat ze aan mij gehecht zijn! Ga zo door, en laat ze de stad maar eens innemen als ze dat kunnen!’

De trompetter van Boanerges

Voordat de eerste drie dagen van de belegering voorbij zijn, geeft kapitein Boanerges zijn trompetter bevel naar de Oorpoort te gaan en de stad in naam van El-Schaddaï op te eisen. De naam van de trompetter is ‘Ziet toe hoe gij hoort’. Bij de poort gekomen blaast hij op zijn trompet, maar niemand komt voor de dag om antwoord te geven of om te kijken. De trompetter keert terug en vertelt de kapitein hoe het gegaan is. Boanerges is daarover zeer bedroefd. Later wordt de trompetter voor de tweede keer eropuit gestuurd, met hetzelfde gevolg; niemand komt voor de dag.

De kapiteins houden vervolgens met andere officieren krijgsraad en bespreken wat ze nu moeten doen om Mensziel in handen te krijgen. Ze lezen het bevel van hun Koning nog eens na en besluiten dan de trompetter voor de derde en laatste keer te sturen. Deze keer moet hij de burgers niet alleen oproepen zich over te geven. Hij moet ze ook duidelijk maken dat in geval van ongehoorzaamheid de kapiteins alle middelen zullen gebruiken om de stad met geweld te onderwerpen aan het gezag van hun Koning.

Kapitein Boanerges zendt dus nogmaals zijn trompetter naar de Oorpoort. Hij moet de inwoners bevelen zonder dralen naar de poort te komen om te luisteren naar wat de kapiteins hen te zeggen hebben. De trompetter blaast weer op zijn bazuin en zegt wat hem opgedragen is de burgers te vertellen.

Geroepen - maar niet gehoord

Bunyan beschrijft wat er gebeurt als de Heere Zijn knechten zendt en de oproep tot wederkeer laat klinken. Satan zorgt ervoor dat er geen blijdschap, maar schrik is. Maar de Heere blijft kloppen aan het hart, ook al wordt er geen gehoor gegeven aan Zijn Woord.

Een valse voorstelling van zaken

God is de God des vredes. En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren (Rom. 16:20). Maar de brengers van deze boodschap worden vaak voorgesteld als oproermakers. Als Paulus en Silas in Thessalonica (Griekenland) Christus verkondigen, wordt geroepen: Dezen, die de wereld in roer hebben gesteld, zijn ook hier gekomen (Hand. 17:6b). Nog erger wordt het als van Paulus wordt gezegd (Hand. 26:5a): Want wij hebben dezen man bevonden te zijn een pest, en een die oproer verwekt onder al de Joden door de ganse wereld. Door deze valse voorstelling van zaken wil de vorst der duisternis zijn onderdanen onvatbaar maken voor het Evangelie. Christenen worden nogal eens op één hoop gegooid met de moslims. Mensen met een religie worden gezien als een gevaar voor de samenleving, omdat ze zeggen dat ze de waarheid in pacht hebben. Dan zou de rest van de mensheid bestaan uit leugenaars en bedriegers. Daarom, zo wordt geredeneerd, zijn christenen van die onhebbelijke mensen. Ze zijn eigenwijs en gaan zelfs op pad om anderen te bekeren. Ze laten anderen niet in hun waarde. Ze menen het altijd beter te weten. Ze zijn vreselijk intolerant.

Die boodschap treft doel. Nee, je moet kunnen denken en leven zoals je wil, wees tolerant tegenover iedereen en dan kunnen we in vrede met elkaar leven …

Ondertussen weten we wel beter. Hoe meer afscheid van God is genomen, hoe meer versplintering in de politiek plaatsvindt en hoe onrustiger het geworden is in Nederland en in de wereld. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen (Ps. 32:5 ber.). We hoeven daarbij echt niet neer te kijken op degenen die Gods Woord niet hoog achten. Er zijn vele redenen om de hand in eigen bezem te steken. Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen, wij hebben verkeerdelijk gedaan, wij hebben goddelooslijk gehandeld (Ps. 106:6). En laten we maar de nadruk leggen op het woordje ‘wij’!

Een herhaalde oproep

De bazuin wordt gelukkig niet na de eerste keer neergelegd. Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis van Jakob hun zonden (Jes. 58:1). Het gaat zoals in de gelijkenis van het grote avondmaal, waar de dienstknecht uitgezonden wordt om de genodigden te roepen. Als deze geen gevolg geven aan die uitnodiging, wordt de dienstknecht weer eropuit gestuurd (Luk. 14:23): En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing hen in te komen, opdat mijn huis vol worde.

De oproep is een bevel. Het is geen dwang, zoals keizer Karel de Grote (742-814) helaas wel gebruikt heeft: de Saksen moesten zich ‘bekeren’ op straffe van de dood. Met het dwingen, zoals de Heere Jezus gebruikt in de genoemde gelijkenis, wordt ‘een ernstig en gedurig aanhouden’ (kanttek. 17) bedoeld. Dat is dan ook de manier waarop Gods Woord in gezin, kerk, school en samenleving moet klinken. Het geheim daarvan ligt in de woorden die Paulus aan de Korinthiërs richt (2 Kor. 5:14): Want de liefde van Christus dringt ons.

Kennen wij dat geheim? Dan laten we onze naaste niet ongewaarschuwd op de eeuwigheid aan reizen, en weten we tijd en wijze om op te roepen tot wederkeer naar de God des vredes.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (26)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's