Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Legendes op wielen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Legendes op wielen

De Eend: Ontworpen voor het vervoer van twee boeren en een mud aardappels

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee boeren in werkkleding en een mud aardappels of een vaatje wijn. Dat moest vervoerd kunnen worden met de nieuwe Citroen die in 1935 ontworpenzou worden. Hetgelieel moest zicli kunnen verplaatsen met een sneltieid van 60 km/u, ook over de allerslechtste wegen 1937 was het eerste prototypegereed, maar de officiële introductie van de 2CV vond pas in 1948 plaats. En sinds die tijd is de Lelijke eend niet meer weg te denken uit het verkeersbeeld. De sprong naar Mercedes en vandaar naar Ferrari is erg groot, maar in een boekbespreking kun je veel dingen gemakkelijk combineren...

In 45 jaar werden er meer dan vijf miljoen 2CV's gemaakt. En in die periode bleef het wagentje zichzelf Echt veel verschil is er niet tussen het eerste prototype uit 1937 en het laatste exemplaar dat in 1990 van de band in Portugal rolde. Hoe kwam Citroen op het idee juist zo'n simpel karretje te ontwerpen? In het begin van de jaren dertig liet André Citroen de Traction Avant ontwikkelen. De bekende grote, zwarte Citroen met voorwielaandrijving werd een succes, maar iets te laat. De ontwikkehng ervan putte de fondsen van de eigenaar volledig uit. Eind 1934 werd zijn bedrijf failliet verklaard; nog geen jaar later stierf André. Michelin was de belangrijkste schuldeiser en kocht de onderneming om de eigen belangen veilig te stellen. Pierre Michelin en Pierre Boulanger werden aangesteld om orde op zaken te stellen. De twee Pierres waren het snel eens: er moest een autootje komen voor de doorsnee boer en zijn gezin, dat paarden-wagen kon vervangen. De auto moest een soort paraplu op wielen zijn, die flink wat kon vervoeren en heel zuinig was. De verkoopprijs moest minder dan een derde van de Traction Avant zijn. Over de vormgeving werd niet gesproken; het uiterlijk was totaal niet belangrijk.

Marktonderzoek
Boulanger liet een uitgebreid marktonderzoek uitvoeren, zeer ongebruikelijk in die tijd. Aan meer dan 10.000 mensen werd gevraagd: Welk transportmiddel gebruikt u? Hoe vaak? Wat vervoert u? Wat is uw voorkeur? Technici ontwikkelden plannen voor een auto van minder dan 300 kg, met voorwielaandrijving. De lichte carrosserie van golfplaat werd afgekeken van de Duitse JunkersJU-52 vhegtuigen. Stoffen stoelen in hangmatstijl hingen met kabels aan het dak. Boulanger was nogal lang; hij bepaalde dat hij met hoed in de auto moest passen. Het wagentje moest met een slinger gestart worden en had slechts één koplamp. Een dashboard ontbrak volkomen. Er doemde een hele serie problemen op. Er werd veel aluminium gebruikt, vanwege het lage gewicht. Dat was niet alleen duur en moeilijk te krijgen, maar de arbeiders waren ook niet gewend om met dit metaal om te gaan. De motor werkte niet goed en de wielophanging voldeed niet. Het chassis was te flexibel en boog door. Bij belading van de achterbak stak de wagen zijn neus in de lucht en het onderhoud was een probleem op zich. Olie bijvullen kon alleen op de brug, de handrem werkte vaak niet en de bezinevulpijp brak snel af

Oorlog
Ondanks alles hield Boulanger vast aan zijn besluit om de auto op de Parij se salon van herfst 1939 aan het publiek te presenteren. In mei van dat jaar bestelde hij 250 exemplaren bij de fabriek. Er rolde op 2 september 1939 slechts één geheel complete 2CV van de produktielijn. De volgende dag brak de oorlog uit. Boulanger wilde beslist niet met de Duitsers samenwerken. Daarom gaf hij opdracht alle prototypes te vernietigen. In en na de oorlog ging de ontwikkeling door. Er werd een nieuwe krachtbron ontworpen, een luchtgekoelde motor met de twee horizontale cilinders tegenover elkaar, een zogenaamde boxermotor. Het model kreeg twee koplampen en de hangmatten werden met stof beklede banken. Er kwam een eenvoudig verwarmingssysteem en een elektrische startmotor voorkwam heel wat gebroken polsen bij de testrijders. Van het maximumgewicht van 300 kg was inmiddels al 400 gemaakt, maar ook dat moest noodgedwongen overschreden worden.

Presentatie
Op 7 oktober 1948 was het eindelijk zo ver: op de Parijse autosalon werd de Deux Cheveaux officieel aan het volk gepresenteerd. Meer dan een miljoen mensen kwamen de auto bekijken. Ze waren verbaasd, geboeid en verbijsterd. Deze auto was bereikbaar voor de gewone man. De produktiecapaciteit was echter beperkt; al snel ontstond een wachtlijst. Boulanger wilde de beschikbare auto's in eerste instantie toewijzen aan degenen die aan konden tonen dat ze hem echt nodig hadden en voor wie een "gewone" auto te duur was. Inspecteurs van Citroen brachten potentiële kopers een bezoek om te controleren of ze aan de criteria voldeden. Plattelandsdokters, vroedvrouwen en dierenartsen kregende voorkeur. De pers reageerde zeer verdeeld: van "sensatie" tot "grove blunder" en van "conservenbhk" tot "robuust". Maar ook: „Niemand kan 100 meter in deze auto rijden zonder zich over het comfort te verbazen. (...) Men kan er met 35 km/u stoepranden mee op en afrijden zonder dat de passagiers het merken." En daartegenover: „Aan de buitenkant is het model op een bijna uitdagende wijze onafgewerkt." Onze Autokampioen schreef in 1952: „De kleine Citroen is een zeer merkwaardig produkt van de grote Franse fabriek. Het is een voertuig waaraan weliswaar iedere vorm van luxe ontbreekt, doch dat op vele punten uitmunt door werkelijk geniale constructie." De Eend kostte toen in Nederland / 4000,- In 1953 luidde een reclamekreet: „Amsterdam-Parijs voor een rijksdaalder aan benzine."

Tegenwind
De rest van de geschiedenis zullen we heel kort houden. Zo veel veranderde er immers niet aan de Eend? In 1960 een facelift, elektrische ruitenwissers en een benzinemeter, in de jaren zeventig een "zwaardere" motor van 602 cc, de komst van de Ami, de Diane en de Mehari, de vierkante koplampen die later toch weer rond werden; de echte Eend bleef zichzelf. Het oprolbare dak, de klapraampjes en de uitneembare banken: welke oud-Eendbezitter denkt er niet met weemoed aan terug? De problemen bij het inhalen van een vrachtwagen (zeker bij tegenwind), de lekkages en het windgeruis, je nam het allemaal voor lief En in de jaren zeventig waren er nauwelijks andere auto's die genoegen namen met een liter benzine op de 18 km.

Boeken
De Eend is niet meer nieuw te koop en wie nog een exemplaar bezit zal hem goed moeten onderhouden, want roesten kunnen ze! In het prachtige boek "Citroen 2CV" is het levensverhaal van deze legendarische auto opgetekend. De tekst is vrij summier en veel technische gegevens vind je er niet in. Maar de vele foto's, vaak op groot formaat en haarscherp, doen elke Eendliefhebber watertanden. Op deze pagina's een kleine selectie. Het boek is -opvallend genoeg- oorspronkelijk uitgegeven in Engeland. Er staan echter ook volop foto's in die in Frankrijk en Nederland genomen zijn. Een soortgelijk boek verscheen er ook over Mercedes. Een legendarisch merk, maar het is tekenend dat het Eendenboek slechts over één model gaat, terwijl de geschiedenis van een heel automerk met vele modellen net zo veel ruimte krijgt. Ook in "Mercedes" staan schitterende foto's, zowel van moderne auto's als van historische modellen. Er wordt vrij veel aandacht aan de racewereld besteed.

Sportwagens
"Legendarische sportwagens" is de titel van een derde boek in dit genre. De opzet en uitvoering zijn echter anders. AC Cobra, Aston Martin, Bugatti, Lamborghini, Ferrari, Jaguar, Porsche; klinkende namen voor liefhebbers van snelle, onbetaalbare wagens. Jongens zullen wegdromen bij de fraaie platen van de twintig historische en moderne snelheidsmonsters, die net zo veel moeten kosten als een ruime villa. Schitterende doorsnedetekeningen en 90 cm lange uitklapplaten ( vier pagina's!) geven een compleet beeld van het uiterlijk en van de indrukwekkende techniek die zulke wagens kenmerkt. Het voordeel dat de simpele automobilist kan hebben van het ontwikkelen van dit soort auto's is dat bepaalde technische verbeteringen en veiligheids*aspecten later soms ook bij de produktie van gewone auto's toegepast worden. Dit boek -in ringbanduitvoering- geeft alle denkbare technische gegevens en bovendien vergelijkingstabellen van concurrenten. Jammer is dat de acceleratiecijfers met mijlen zijn uitgedrukt; de topsnelheden zijn wel vermeld in km/u. N.a.v. "Citroen 2CV" door Adrienne Kessel met foto's van David Sparrow; 112 blz. op groot formaat; ƒ 29,50. "Mercedes" door Nigel Fryatt; 112 blz. op groot formaat; ƒ 29,50 (beperkt voorradig). "Legendarische sportwagens"; 160 blz., formaat 25 x 30 cm; / 34,50. Deze boeken zijn uitgegeven door Atrium/ICOB te Alphen aan de Rijn en alleen verkrijgbaar bij de ca. 200 aangesloten boekhandels. Voor informatie: 01720 - 37231.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

Terdege | 80 Pagina's

Legendes op wielen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

Terdege | 80 Pagina's