Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr H. F. Kohlbruggge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr H. F. Kohlbruggge

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(VII.)

Ivohlbrügge's theologie.

Een sytematische theologie heeft Kohlbrilgge niet gegeven. Trouwens van systematiseren moest hij nooit wat hebben. Het subject, zijn geestelijke beleving stond op de voorgrond en vormde dus zijn uitgangspunt.

Dit is zeer gevaarlijk en kan bij sommige naturen leiden tot een valse mystiek.

Was hij meer systematicus geweest, hij zou voor veel theologische buitelingen bewaard zijn, die hij nu gemaakt heeft en hem inderdaad gevaarlijk maken door verkeerde conclusies, welke uit zijn woorden zijn te maken en gemaakt zijn.

Eens ging hij zover, meldt zeker theoloog, te beweren dat sinds de dagen der Apostelen, door hem eerst wederom de waarheid „de lere Christi", op de kansel werd gebracht. De kerkvaders waren allen te zamen .afgodendienaars" en dienaren van de antichrist geweest; de reformatoren hadden de „afgoderij van Rome" onder andere vorm voortgezet; de dordtse Synode „had de zaak bij 't verkeerde eind aangevat"; de Kanttekeningen hadden voor de praktijk der godzaligheid de eigenlijke essence der paapse leer weer ingemengd. Kortom, in al de theologische boeken tot nu toe was niet anders dan de heidense leer der zelfvolmaking geleerd.

Maar, zegt dezelfde schrijver, die dit alles aanhaalt: „Het leven van Kohlbrügge is rijk aan gelukkige inconsequenties." D.w.z. hij week wel eens ten goede af van zijn verkeerde beschouwingen, die hij ten beste gaf. Echter wordt het dan voor een lezer juist zo lastig om precies uit te maken, wat Kohlbrügge bedoelt: óf de verkeerde beschouwing, óf de inconsequentie, de afwijking daarvan.

Nu eens zegt hij dingen, waarmee we, op grond van de opvatting onzer belijdenisschriften geheel aceoord kunnen gaan, dan weer zit hij in de verkeerde hoek.

Dr Kuyper moest erkennen, dat hij in Kohlbrügge meer een lutherse dan een gereformeerde ontwikkeling zag. De reuk van 't eerste vat was er dus bij Kohl-"brügge niet uit. Indien hij, naar onze bescheiden mening de hele theoretische theologie (d.w.z. systematisch) bestudeerd had, bijzonder in calvinistische zin, — en we haasten ons er bij te voegen, ook de practische theologie, de practijk der godzaligheid — we geloven, dat hij nooit tot zulke afwijkingen zou geraakt zijn.

Nu beweegt hij zich eenzijdig in de practijk van zijn eigen godzaligheid en daarin speciaal geaccentueerd de rechtvaardiging.

Had Kohlbrügge zijn standpunt genomen in de H.S.,

dan was hij niet zo subjectief (ook Luther was dat) en daardoor zo eenzijdig geworden.

Dat hij de rechtvaardigmaking door het geloof alleen, niet uit de werken, naar voren bracht was juist en in zijn tijd zeer nodig. Dat hij het geestelijk leven in de rechtvaardigmaking liet opgaan, was fout: er is ook een heiligmaking.

Gaarne sprak Kohlbrügge van: God alles en de mens niets. Inderdaad. Maar dit kan zeer verkeerd opgevat worden, voerende tot lijdelijkheid en valse rust. Dit laatste geschiedde bij Kohlbrügge.

Kohlbrügge betrok de doodstaat van de mens van nature, ook op de herborenen, zodat er dan eigenlijk geen heiligmaking is.

Typerend is, wat hij schreef boven zijn preek over Rom. 7 : 14: Het bestaan van de door het bloed van Christus gerechtvaardigde en geheiligde en van alle zonden afgewassen Christen." Eigenlijk komt dit volgende hierop neer: aulus heeft al de genoemde weldaden ontvangen en zegt toch van zichzelf: k ben vleselijk verkocht onder de zonde.

De godzalige Willem Teellinck zei het in zijn verklaring van Rom. 7 wel een beetje anders: „De klacht van Paulus onderscheidt hem van de onherborene en toont, dat hij een andere is geworden."

Daarom willen wij op Kohlbrügge's leer der heiligmaking nu nader ingaan. Vooraf echter het volgende. Ook in het stuk der heiligmaking moet, gelijk bekend is, onderscheiden worden de verwerving der heiligmaking door Christus en de toepassing van deze weldaad. Christus is niet alleen geworden tot heiligmaking VOÖT Zijn volk objectief, maar ook de toepasser door Zijn Geest in Zijn volk subjectief.

In die toegepaste heiligmaking spreekt men wel van een passieve en een actieve heiligmaking.

De passieve heiligmaking is uiteraard een werk Gods, bijzonder des Heiligen Geestes en wordt gewrocht op eenmaal als de uitverkorene van dood levend wordt. We onderscheiden ook een actieve heiligmaking. Op de klank afgaande is vergissing zeer wel mogelijk; alsof de wedergeboren mens uit kracht van het nieuwe leven, van uit het geloofsvermogen gaat werken. zodat God wat doet (in de wedergeboorte) en daarna de herborene zelfstandig aan het werk tijgt, al zondelozer wordt uit die eigen, hernieuwde krachten. De bevinding leert het wel anders, o.m. Paulus (Rom. 7), Heid. Cat. 114 — Ned. Gel. 24.

Neen. De Heilige Geest heiligt hier de wedergeborene meer en meer, waardoor deze gaat werken de goede werken. Echter blijft hij zondaar, want ook het oude grondbeginsel blijft en zo ontstaat de afsterving van de oude en de opstanding van de nieuwe mens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1953

Daniel | 8 Pagina's

Dr H. F. Kohlbruggge

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1953

Daniel | 8 Pagina's