Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zegen van de zondag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zegen van de zondag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verslag van de rede van Ds. M. C. Tanis.

De Zondag is voor zeer velen een dag van recreatie, sport, vermaak. Met droefheid moet geconstateerd worden, dat deze dag gemaakt wordt tot een zonde-dag. In kerkelijke kringen zijn de meningen ook verdeeld. Men denkt over de viering van die dag niet gelijk. Ernstige bezwaren worden ingebracht tegen zoals men het noemt „het overgeleverde patroon van de zondagsviering”. Men keert zich met kracht tegen de gedachte, dat de zondag „een verschoven Sabbath zou zijn.” Men meent zich hiervoor te kunnen beroepen op het N.T. Ter illustratie enkele citaten: „Recreatie op zondag, sport op zondag, naar het zwembad op zondag, reizen op zondag, je kunt er misschien Constantijn, in elk geval Voetius, maar niet Paulus tegen in stelling brengen. Het laten sluiten van zwembaden op zondag wordt een theologisch monstrum genoemd, omdat op deze wijze de vergissingen van Voetius gesteld worden boven de bevrijdende boodschap van Jezus en Paulus. De op het vierde gebod gefundeerde en eeuwenlang onderhouden christelijke zondagsviering is altijd op wettische leest geschoeid en een radicale vergissing geweest. „De Christelijke kerk heeft het Nieuwe Testament en vooral de brieven van Paulus maar slecht gelezen op het punt van de Sabbath.” De kerk heeft zich dus vergist. De kerk kon maar slecht lezen. Wij, levend in de hoog verlichte twintigste eeuw, kunnen lezen. Wij weten het! Dit is een veel gehoorde uitspraak. Echter aan lezen gaat luisteren vooraf. God zegt: „Die oren heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt”. In Zijn Woord spreekt de Heere. Ook over Zijn dag. Gen. 2 spreekt van rusten, zegenen en heiligen. In Zijn wet heeft de Heere het over Zijn dag. In het O.T. heeft de Heere het telkens over Zijn dag en wijst Hij op de betekenis van die dag. Het bijzonder karakter van die dag wordt ons duidelijk aangegeven. Nu is de dag op zich verschoven. De eerste dag der week is geheiligd door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Er is geen tegenstelling tussen het Oude en Nieuwe Testament. Het bijzondere karakter van de dag blijft gehandhaafd. De Zondag moeten we zien in het licht van Gods Verbond. Zie Jesaja 56 : 4-6. Daar wordt in één adem van het houden van het verbond en het houden van de Sabbath gesproken. Wat daar beschreven staat geldt de eeuwen door. Dus ook vandaag. De Zondag is de dag des Heeren. Openb. 1 : 10. Die dag is het zichtbaar teken van Gods bemoeienis. Die dag hebben we, gelijk ook de andere dagen verzondigd. Naar recht kon ons die dag onthouden worden, maar nu ligt ook deze dag, bijzonder deze dag gedrenkt in het bloed van Christus. Door de arbeid van Christus is de Zondag Gods werkdag. Heilswonderen heeft de Heere op die dag gewerkt, de eeuwen door. Eeuwigheidswerk wordt gezien.

Nu komt de Heere op die dag met Zijn heilige eis tot ons. Met Zijn gebod. In Jes. 58 : 13 lezen we: „Indien gij uw voet van de Sabbath afkeert, van te doen uw lust op Mijn heilige dag; en indien gij de Sabbath noemt een verlustiging, opdat de Heere geheiligd worde, Die te eren is; en indien gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt. „Van de Sabbath moet men zijn voet terughouden. De Sabbath is als een heilig terrein, waar men niet overheen mag lopen met de voet, die zich haast om de dagelijkse bezigheden af te doen. Eigen zaken moeten op die dag nagelaten worden.

Men mag zich niet overgeven aan eigen lust. Eigen wil mag niet gedaan worden. Het spreken van vele en ijdele woorden moet nagelaten worden want dit leidt tot de ongeestelijke Sabbathsviering. Is nu het gebod, het verbod des Heeren voor ons een last? Welzalig hij, zij die leeft bij het bevel des Heeren, voor wie de Sabbath een verlustiging is. Wanneer die dag gewijd wordt aan de Heere en Zijn dienst.

Wanneer men zijn vermaak heeft in de dienst des Heeren. Dit is ook een kenmerk van genade. Origenes, een kerkvader uit de 2e eeuw schrijft: „Het is één van de kenmerken van de ware christen, dat hij de dag des Heeren liefheeft en onderhoudt.’ Het nieuwe leven weet zich verbonden aan Gods dag. De bede is ook aanwezig om die dag steeds lief te hebben en te mogen houden en onderhouden, zoals de Heere dit vraagt. Wanneer nu de Sabbath een verlustiging is, zegt de Heere „dan zult gij u verlustigen in de Heere.” Jes. 58 : 14b. De rijkdom van die dag gaat dan voor ons open en leven. Het is immers de dag van Christus’ opstanding. Sions’ schuldovernemende en betalende Borg is op die dag opgestaan. Het geopende graf is het zichtbaar zegel Gods, dat aan Zijn recht is voldaan. De doorboorde handen van Christus zijn gevulde handen. Hij bezit het leven, de gerechtigheid en de eeuwige zaligheid. Hij schenkt Zijn heilsgaven aan zondaren, aan mensen, die belijden moeten naar het Goddelijke recht zich de tijdelijke en eeuwige straffen hebben waardig gemaakt. De Zondag is Christus heilsdag. De Zondag is Gods heilsdag. Naar Gods eeuwig welbehagen in Christus is het een dag van leven. Een dag van bekering. Een dag van onderwijs. Een dag van leiding. Een dag van vertroosting. Een dag van versterking. Een dag van voorsmaak. Een dag van meevallers, wanneer we belijden moeten de genade van de dag verzondigd te hebben en er niet op kunnen en durven rekenen. De Heere maakt echter Zijn belofte waar: „gij zult u verlustigen in de Heere.” De kerkdienst wordt een gezegende dienst. De Heere doet, wat Hij gesproken heeft: „En Ik zal ze verheugen in Mijn bedehuis.” Nu zijn er in ons vaderland, die niet op kunnen gaan, of leven onder een zoutloze prediking. Een prediking, waarin het wonder van Gods souvereine genade niet voorkomt. Zij verkommeren en dit doet hen pijn. Wanneer U die pijn kent, brengt dan steeds deze zaak voor de Heere. Hij weet, waar U woont. De Heere is aan tijd noch plaats gebonden. Smeek of de gang naar de kerk, weer een opgang mag worden. De Heere belooft nog meer. „Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde”. We hebben hier een beeldsprakige aanduiding voor de glorierijke verhoging, waarvan we lezen in Deut. 32 : 13. De slaaf Israël werd vrijgemaakt. De Heere stelt in de ruimte. Ook vandaag worden gebondenen nog in vrijheid gesteld door de vrijmakende macht van Gods genade. Leest de wonderen, die de Heere gedaan heeft op de Sabbath. Hij verlost het leven van het verderf en kroont het met goedertierenheid. Hij draagt ook over de hoogten. Op Zijn eeuwige armen wordt Gods kerk gedragen door dit leven. Hij bewaart tot de zaligheid. De poorten der hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen. In dit leven zal Hij ook „spijzigen met de erve van uw vader Jacob”. Wat Jacob werd toegezegd, geldt Zijn Israël. Zijn kerk vandaag. Men zal genieten van Zijn goedertierenheid. Men ontvangt uit genade, de zegen van Zijn verbond. Hongerigen worden mildelijk gevoed.

Zijn Woord zal zijn de spijze der ziel. Teerkost op de weg des levens. Christus zal zijn het Brood des levens. Als de graankorrel is Hij uit de aarde voortgekomen. Hij werd als het koren tot meel vermalen. Als het deeg ging Hij de oven in en is Hij als het brood daaruit voortgekomen. Welke weg wilde Hij gaan, om te worden, te zijn het Brood des Levens. En wie van dat Brood eet, zal in der eeuwigheid niet hongeren. Door Hem, als het Brood, gaat men leven, zal men in leven blijven en leven tot in eeuwigheid. Zalig hij, die buiten dat Brood niet leven kan. Voor wie Christus de spijze der ziel is. Naar ’s Heeren woord kent men ook iets van het begin van de eeuwige Sabbath. Door Gods Geest vangt de eeuwige Sabbath in dit leven aan. „Want de mond des Heeren heeft het gesproken.” Het staat vast! Het gebeurt! Het wordt ondervonden! De Heere is geen God van ja en neen, maar een God van ja en amen!

Is nu de Zondag voor ons, jongeren, ouderen, een lust, een verlustiging? Door Gods genade zij het zo bij ons allen. Er zij ook gebed voor die dag. Dat Gods kerk die dag niet verzondige, want dan zal de Heere de kandelaar van Zijn Woord uit Nederland wegnemen. En wat zal er dan van ons en onze kinderen geworden? In ons hart leve en over onze lippen kome: Psalm 84 : 1 en 5, dan kan door Gods goedheid en trouw ook gezongen worden vers 6.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De zegen van de zondag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's