Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voltooid leven vaak ‘onaf’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voltooid leven vaak ‘onaf’

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het eerste gehoor klinkt de term ‘voltooid leven’ positief. Wat is het mooi als oude mensen zo op hun leven kunnen terugkijken en vol vertrouwen het moment van (natuurlijk) sterven tegemoet kunnen zien.

In de Bijbel komen we regelmatig zulke mensen tegen. Aartsvader Jakob voelt dat zijn einde nadert en neemt uitgebreid de tijd om zijn kinderen te zegenen. De profeet Elia draagt zijn werk over en wordt op een bijzondere manier door God Thuisgehaald. Ondanks alle gebrokenheid en moeiten is er in deze levens en rondom het sterven iets zichtbaar van een afgerond en voltooid aards leven.

De actuele euthanasiediscussie in Nederland plaatst het begrip ‘voltooid leven’ in een heel ander licht. Bij voltooid leven gaat het om het zelfgekozen levenseinde van mensen die hun leven voltooid achten. Mensen zijn ‘klaar met leven’, alleen het natuurlijke levenseinde laat op zich wachten. Als je inzoomt op de verhalen en achtergronden van deze mensen, heeft het gevoel van voltooi leven vooral te maken met negatieve elementen. Dat blijkt ook uit het recente promotieonderzoek van Els van Wijngaarden, dat zij verrichtte aan de Universiteit voor Humanistiek.

Ouderen met een voltooid leven voelen zich eigenlijk vooral eenzaam en overbodig, en zijn bang om afhankelijk te worden. De term voltooid leven schetst een te rooskleurig beeld. In de gesprekken met ouderen die Van Wijngaarden hield ten behoeve van haar onderzoek, hoorde zij telkens dezelfde vijf klachten: eenzaamheid, er niet meer toe doen, het onvermogen om zichzelf te uiten, geestelijke of lichamelijke vermoeidheid en een aversie tegen afhankelijkheid. Ouderen voelden zich soms een blok aan het been van hun kinderen, niet meer van belang, gemarginaliseerd. Ze waren hun connectie met de wereld kwijtgeraakt. Hun voltooide leven voelde vooral onaf.

Commissie Voltooid leven
De Commissie Voltooid leven onder leiding van Paul Schnabel heeft zich gebogen over de problematiek van voltooid leven en heeft begin dit jaar een advies aangeleverd met daarin de boodschap dat ruimere juridische mogelijkheden voor hulp bij zelfdoding onnodig en onwenselijk zijn. De commissie werd ingesteld door de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie (VenJ).

De commissie constateert dat het begrip ‘voltooid leven’ een verzamelbegrip is dat voor onderling sterk van elkaar verschillende situaties wordt gebruikt. De adviescommissie concludeert dat in veel gevallen van ‘voltooid leven’ sprake is van een opeenstapeling van ouderdomsklachten, die samen met verlieservaringen op andere terreinen tot ondraaglijk en uitzichtloos lijden in de zin van de Wet Toetsing Levensbeeindiging (WTL) aanleiding kunnen geven. De groep mensen die hun leven ‘voltooid’ achten en om die reden een actieve doodswens hebben zonder dat hun doodswens gerelateerd is aan enige medische problematiek lijkt klein. De adviescommissie is van oordeel dat de WTL voldoende ruimte biedt om het merendeel van de ‘voltooid leven’- problematiek te ondervangen.

De adviescommissie meent dat vanuit het oogpunt van veiligheid, deskundigheid en toetsbaarheid alleen artsen hulp bij zelfdoding mogen verlenen. Het verdient geen aanbeveling hier anderen dan de arts ruimte te bieden voor het verlenen van hulp. Het gewicht en de onherroepelijkheid van een besluit om een leven te beëindigen, maken uiterste zorgvuldigheid noodzakelijk. Dit is zowel in het belang van de hulpvrager als de hulpverlener als van de samenleving in het geheel.

Wel moet er meer aandacht komen voor ouderen met een doodwens. Ook moeten mensen beter worden voorbereid op acceptatie van ouderdom, moet eenzaamheid worden voorkomen en moet gezorgd worden voor welvaart en vergroting van de zelfredzaamheid. De commissie vindt dat er een ‘herwaardering van de visie op ouderdom’ zou moeten komen, om te voorkomen dat mensen zich levensmoe zouden voelen. Ook zou er meer aandacht moeten zijn voor zingeving en spirituele zorg.

Reacties op het rapport
Inmiddels zijn we ruim een halfjaar verder na het verschijnen van het advies. Vanuit de regering moet nog een reactie komen op dit advies, waarna de Tweede Kamer hoogstwaarschijnlijk een debat zal houden. Verschillende politieke partijen en belangengroepen hebben zich na het verschijnen van het rapport al snel uitgesproken over de inhoud van het rapport. Uit die reacties bleek overduidelijk de politieke voorkeur van mensen en de vooringenomenheid van standpunten ten aanzien van euthanasie en voltooid leven.

Het rapport van de Commissie Schnabel geeft een heldere juridische analyse van de euthanasiewet. Tegelijk is er veel aandacht voor de maatschappelijke context waarbinnen de wet functioneert en de roep om meer zelfbeschikking klinkt. Terecht vraagt de commissie aandacht voor preventie, omdat onder het vraagstuk van voltooid leven veel angst schuilgaat. Het is belangrijk dat de levensbeschermende taak van de overheid uitgangspunt blijft bij wetgeving. De bescherming van grote groepen kwetsbare mensen is belangrijker, dan het faciliteren van een kleine groep mensen die een groter zelfbeschikkingsrecht claimt.

Het rapport van de Commissie Schnabel betekent tegelijk ook een grote maatschappelijke opdracht. Steeds meer ouderen ervaren hun leven bij het klimmen van de jaren als minder zinvol en waardevol. Er is gebrek aan zingeving en betekenis, zeker als participatiemogelijkheden afnemen. In plaats van nadruk op participatie en meedoen, zou er veel meer aandacht moeten zijn voor het omzien naar elkaar. De onderlinge band tussen de generaties dient versterkt te worden. Ouderdom verdient inderdaad herwaardering.

Winter in Glosterhuis
Over voltooid leven zijn inmiddels tal van (politieke) uitspraken gedaan en opinieartikelen verschenen. Een bijzondere bijdrage aan het debat levert eigenlijk ook Vonne van der Meer met haar roman Winter in Glosterhuis. In deze roman nemen we een sprong in de tijd: de koning zit ruim tien jaar op de troon, de zorg is overgenomen door altijd dienstbare robots, de klaar-met-levenwet is aangenomen. Twee broers krijgen een duizelingwekkende erfenis, plus de opdracht er ‘iets goeds’ mee te doen. De oudste begint een hotel aan een meer waar je waardig en omringd door aandacht kunt sterven. Het wordt een enorm succes. De jongere broer bouwt aan de overkant Gloster Huis, waar mensen die toch aan hun doodswens beginnen te twijfelen, welkom zijn.

Door de hele roman zijn prachtige uitspraken te vinden over de impact van de zelfgekozen dood en de impact van een ‘klaar-met-leven-wet’, zoals: ‘Wie er nu voor kiest na zijn tachtigste door te leven - het woord kiezen klinkt veel te heldhaftig, alsof je je bij een verzetsgroep aansluit – zal nooit meer mogen klagen. Niet over kwalen, niet over eenzaamheid, of armoede.’ Of: ‘Wie steeds maar hoort dat hij deel uitmaakt van een plaag gaat dromen van zijn eigen einde.’

Euthanasie raakt de samenleving
Euthanasie gaat niet simpelweg over zelfbeschikking. Euthanasie raakt de gehele samenleving en gaat over relaties. Het voltooid leven en de zelfgekozen dood van de een zegt ook iets en raakt aan het leven van een ander in een vergelijkbare situatie.

In november organiseert het Platform Zorg voor leven een symposium over het voltooid leven met als titel ‘Waardevol tot het einde’. Dat het leven van iemand waardevol is tot het einde, is helaas niet meer vanzelfsprekend. Het is iets waarvoor we zullen moeten vechten in onze samenleving. We zullen ons moeten blijven uitspreken over dit uitgangspunt. We zullen het vooral tegen elkaar moeten blijven zeggen: Jij bent waardevol tot het einde, ook al ervaar je dat misschien niet zo, ook al heeft het leven zijn glans verloren. Je mag er zijn, je leven is kostbaar in Gods oog, onze tijden zijn in Zijn hand.


Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink is directeur Nederlandse Patiëntenvereniging en voorzitter Platform Zorg voor leven. Hiervoor was ze anderhalf jaar werkzaam als regiomanager bij de Landelijke Huisartsenvereniging. Van maart 2007 tot en met september 2012 was ze Tweede-Kamerlid voor de ChristenUnie. Ze is getrouwd en moeder van drie zoons.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2016

RMU.NU | 52 Pagina's

Voltooid leven vaak ‘onaf’

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2016

RMU.NU | 52 Pagina's