Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONZE CATECHISMUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONZE CATECHISMUS.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kent U den Catechismus? Hiermede bedoelen wij natuurlijk niet het bestaan, maar de inhoud van dit leerboek. „Onbekend maakt onbemind". Al hebben wij op de school en op de Catechisatie de Zondagen geleerd en vlot opgezegd, wat van groote beteekenis is, dan kennen wij daarom den inhoud nog niet.

En dat doet ons zwak en ongewapend staan in den strijd. Hierom was men van oordeel, dat de Catechismus ook een plaats moest hebben in ons blad „Daniël".

De Heere mocht er Zijn gunst op doen rusten, door Zijn Geest er in te schenken.

De Catechismus draagt het kleed der oudheid. Wat oud is, is daarom nog niet verouderd en nabij de verdwijning. 't Gaat hier niet over wetenschappelijke inzichten, die in den loop der eeuwen gewijzigd moesten worden, daar men door nieuwe ontdekkingen tot andere inzichten was gekomen.

De wereld heeft gedurig behoefte aan iets nieuws, daar het oude niet meer steekhoudend is. Zoo staat de zaak niet omtrent de leer der zaligheid.

't Wordt van jaar tot jaar bevestigd door de reizigers naar 't beloofde land, dat de leer in dit leerboek vervat, de leer der zaligheid is. Zij hebben er Amen op gezegd.

De Catechismus is een vrucht van de Reformatie. De samenstelling van dit werk is door Frederik de Derde, keurvorst van de Paltz, opgedragen aan Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus en werd in 1563 uitgegeven.

In 1566 heeft Petrus Datheen den Heidelbergschen Catechismus overgezet in onze Nederlandsche taal. Door verschillende kerkelijke vergaderingen werd dit leerboek erkend en tot gebruik aanbevolen. Zoo heeft ook de groote Synode te Dordrecht er over geoordeeld in 1618 en '19.

De Catechismus is een geschenk van God. Hierom mogen wij dit boek niet op een lijn stellen met den Bijbel. De inspiratie des Heiligen Geestes is er niet in. Het Woord van God heeft van woord tot woord een Goddelijke autoriteit en dat heeft de Catechismus niet. De Heilige Schrift is het eenigste boek, dat volmaakt is. Al de waarde, die de Catechismus heeft, heeft de Catechismus door den Bijbel.

De Catechismus zegt ons eenvoudig en duidelijk, wat de hoofdinhoud is van Gods dierbaar Woord. En tot dat werk is den opstellers door Gods geest bekwaamheid geschonken.

De Catechismus is een troostboek. Hier wordt het ons verklaard, uit welke troostbron de reizigers naar 't beloofde land drinken, in de woestijn van dit leven. Door Gods genade, verheerlijkt in 't hart, wordt een innig dorsten verwekt naar 't water des levens. De natuurlijke mensch heeft ook dorst, maar niet een dorst naar God. Door de zonde is een leegte ontstaan in het hart des menschen. Een leegte, die een brandend verlangen veroorzaakt naar verzadiging. 

Alle jonge menschen hebben dan ook behoefte aan een troostbron, om dien dorst te lesschen. Meer dan ooit dorst het hart naar de genietingen der zonden.

De wateren der ongerechtigheid kunnen Uw dorst niet lesschen. Hoe meer U dat ziltige water drinkt, hoe grooter Uw dorst wordt. Wat is het noodzakelijk door de vernieuwing des gemoeds naar Gods gunst en gemeenschap te leeren dorsten.

De vraag: „Wat is Uw eenige troost, beide in leven en sterven"? wordt U persoonlijk gedaan. Hier wordt een ernstig onderzoek gedaan naar Uw innerlijk leven.

Dat U leeft, staat vast en dat U gaat sterven is zeker. Maar hier wordt de vraag gesteld, hoe of u Leeft. En zooals U leeft, zult U ook sterven, zoo U in dat leven voortgaat. Het leven des menschen beslist in het sterven. Die met den Heere leeft, zal met den Heere sterven en die zonder den Heere leeft, zal zonder den Heere sterven. Hoe leeft U? Hier worden wij bij den binnenkant van het leven bepaald. Hoe is het in Uw hart gesteld? De onderwijzer weet het zeer wel, dat de mensch van nature troost zoekt buiten God en buiten Christus. En dat loopt uit en moet uitloopen op een eeuwige teleurstelling.

Dat alle jonge menschen gelukkig willen worden, behoeft geen verklaring.

Uw zoeken naar troost en geluk is daarvoor een duidelijk bewijs. Dat is ons omschreven in de Brochure „De Jeugd in Nood".

Zoek Uw troost toch niet in de wereld, want de wereld gaat voorbij met al hare begeerlijkheiden. Is dit Uw eenige troost, dat er een wereld vol vermakelijkheden is? Wat is dat toch arm.

Als U gaat sterven, dan laat de heele wereld U in den steek. Wij moeten een troostbron hebben voor het tegenwoordige en het toekomende leven. En die troost is een eenige troost. Luister toch naar den Catechismus, als hij iets van dien eenigen troost gaat zeggen. Luister er toch naar, want Uw hart mocht er door getroffen worden. U mocht er eens zin in krijgen. Dan gaat U letten op die groote zaligheid met een biddend hart. Al kent U 't antwoord van buiten, zult U er toch niet op tegen hebben het even te leeren: „Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmaker Jezus Christus eigen ben, die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alle geweld des duivels verlost heeft en alzoo bewaard, dat zonder den wil mijns hemelschen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet, waarom Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest des eeuwigen levens verzekert en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt".

Wat een heerlijke zaken. Grooter geluk is er toch niet te bedenken, dan het eigendom des Heeren te zijn. De mensch is altijd het eigendom van een ander.

Die 't eigendom des Heeren niet is, is 't eigendom van Satan.

Maar daar staat hier toch, dat ik „niet mijn" ben, dan moet er toch ook een „wel mijn" zijn. In des menschen verbeelding is dat wel zoo, maar in werkelijkheid niet. De mensch denkt in zijn blindheid, dat hij over zichzelf kan beschikken en weet niet, dat hij een slaaf is van zonde en Satan.

Wat de mensch gedaan heeft en doet, heeft hij gedaan en doet hij voor eigen rekening. Wij zijn dus aansprakelijk voor al onze daden. Een ieder zal zijn eigen pak moeten dragen. Met de gedachte, dat de mensch het buiten God kon stellen, heeft hij het verbond verbroken en is hij geworden het eigendom van Satan. Hierover weent het oprechte volk. De dwaasheid van onze zonden en de diepte van onze val is niet te peilen. Daarom is 't geluk zoo onuitsprekelijk groot, als men het eigendom des Heeren mag zijn. „Doch gij zijt van Christus en Christus is Gods" (1 Cor. 3:23).

Dit was alleen mogelijk door betaling en verlossing. Met Zijn dierbaar bloed heeft Hij betaald. Zonder dat dierbaar bloed is er geen vergeving te bekomen. De Zoon van God heeft Zijn volk gekocht met den duren prijs van Zijn bloed. „En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig, dat boek te nemen en Zijn zegelen te openen, want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed uit alle geslacht en taal en volk en natie". (Openb. 5:9).

Jezus Christus verlost Zijn volk uit alle heerschappij des duivels. Hij heeft Satans kop vermorzeld, om het volk, dat Hij gekocht heeft met Zijn bloed, te verlossen. Hij verlost ze uit alle heerschappij, zoodat Satan er niets meer over heeft te zeggen. „Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud verlost zijt uit Uw ijdele wandel, die U van den Vader overgeleverd is, maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffeiijk en onbevlekt lam" (1 Petr. 1 : 18 en 19).

De geestelijke kennis van dit gemis baart in het oprechte hart een innige smart. In Adam ben ik van God afgevallen en nu ben ik in de ontaardheid van mijn bestaan altijd werkzaam om onafhankelijk te worden van God. De mensch wil zijn eigen heer en meester zijn. En hiermede werkt de mensch zichzelf steeds dieper in de ellende. Naarmate wij de diepte van onze rampzaligen val krijgen in te leven, krijgt het dierbaar bloed van Christus en Zijn verlossende liefde waarde in ons hart. Dit kan en wil de Heere U leeren door Zijn Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1946

Daniel | 8 Pagina's

ONZE CATECHISMUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1946

Daniel | 8 Pagina's