Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekten in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekten in de Bijbel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De jongen met hoofdpijn

En het zeide tot zijn vader: Mijn hoofd, mijn hoofd! (2 Koningen 4:19)

Eén gebeurtenis uit mijn studententijd kan ik me nog goed herinneren. De hoogleraar neurochirurgie had een Bijbel meegenomen naar de collegezaal. Ter inleiding van zijn college las hij een stukje uit de Bijbel voor. 'Toen nu het kind groot werd, geschiedde het op een dag, dat het uitging tot zijn vader, tot de maaiers. En het zeide tot zijn vader: Mijn hoofd, mijn hoofd!' Vervolgens ging de professor in op het onderwerp hersenbloeding.

De Sunamitische vrouw

De geschiedenis van de jongen met hoofdpijn verplaatst ons naar de tijd van de profeet Elisa. Op zijn reizen komt Elisa regelmatig bij een boerenechtpaar in Sunem, een dorpje tussen Samaria en de Karmel. Deze aanzienlijke mensen hebben bij hun grote bezit echter een groot kruis. Ze zijn namelijk kinderloos. Tussen de vrouw en Elisa ontstaat een geestelijke band. De profeet spreekt het Woord van God! Dat geeft bij de vrouw hoge achting voor de gezant Gods. Daarom laat ze op het dak van het huis een kleine opperkamer voor de profeet maken waar hij kan rusten. Elisa is de vrouw dankbaar voor haar hartelijke herbergzaamheid en vraagt wat hij voor haar kan doen. Daarop zegt de Sunamitische vrouw: 'Ik woon in het midden mijns volks'. Dit zijn wonderlijke woorden, vooral als we zien op het kruis van de vrouw. Ze betekenen namelijk: we hebben het goed zoals het nu gaat. De vrouw heeft dus mogen buigen onder Gods voorzienig beleid van de kinderloosheid. Als Elisa, door God gemachtigd, zegt dat zij en haar man volgend jaar een kind zullen hebben, kan de vrouw het aanvankelijk niet geloven. Maar de Heere maakt dit woord van belofte waar. Precies een jaar later wordt een jongen geboren. Hoe hij heet, weten we niet.

De jongen

Het is in de drukke tijd van de gersteoogst. Vader is op het land met zijn maaiers aan het werk. Hun zoontje is nu zo groot geworden dat hij alleen naar het land kan lopen. Wellicht is hij een jaar of vijf. Hij gaat bij het werk van zijn vader kijken. Maar op het land gekomen wordt de jongen vrij plotseling ziek. Hij klaagt vanwege de heftige hoofdpijn: 'Mijn hoofd, mijn hoofd!' Snel brengt een van de knech­ ten het zieke kind naar huis. Daar neemt zijn moeder hem zorgzaam in haar armen. Tegen de middag blaast de jongen in haar schoot de laatste adem uit. Wat een smart voor het moederhart om haar kind af te staan aan de onverbiddelijke dood.

Een zonnesteek?

De vraag dringt zich op: welke aandoening maakte de jongen zo dodelijk ziek? De meeste verklaarders denken aan een zonnesteek. Verrassend vond ik dat de hoogleraar neurochirurgie dacht aan een hersenbloeding. Wat is het meest waarschijnlijk? Het voornaamste argument voor het oplopen van een zonnesteek is de vermelding dat het kind hoofdpijn kreeg toen het bij zijn vader en de maaiers was (vers 18). Het was de tijd van de gersteoogst (vers 42). Automatisch denken we daarbij aan een warme dag waarop de zon staat te branden aan een wolkenloze hemel. Hoewel de Bijbel dit laatste niet vermeldt, zou een zonnesteek wel een goede mogelijkheid kunnen zijn. In het apocriefe boek Judit vinden we een soortgelijke, meer uitgebreide, mededeling van een zekere Manasse die stierf in de dagen van de gersteoogst: 'Want hij stond bij degene die de schoven bond in het veld, en de hitte kwam op zijn hoofd, en hij viel te bed, en stierf in zijn stad Bethulië (8:2, 3)'. Hoe ontstaat een zonnesteek? De zonnestralen op het hoofd ontregelen de thermostaat in de hersenen. Hierdoor wordt het lichaam niet meer afgekoeld. Verschijnselen zijn een rode huid (vaak door verbranding), koorts, misselijkheid, braken, duizeligheid, hoofdpijn, bewustzijnsverlies en zelfs coma. Een kind is bovendien meer vatbaar voor een zonnesteek dan een volwassene doordat het weinig vochtreserve heeft. De enige en levensreddende behandeling is de lichaamstemperatuur zo snel mogelijk omlaag brengen door verkoeling.

Toch vinden we in de Schrift nóg een aantal feiten beschreven, die een zonnesteek minder waarschijnlijk maken. De gebeurtenis vond namelijk plaats in de ochtend. De zon stond nog niet hoog. Het warmste deel van de dag moest nog komen. Ook is de tijd van de gersteoogst meestal niet de warmste tijd van het jaar. De gersteoogst vindt in Israël plaats in april, enkele weken voor de tarweoogst. Verder roept de plaats van het overlijden vragen op. De jongen stierf thuis, dus in de schaduw en waarschijnlijk in de koelte. En eigenlijk past ook de kreet 'mijn hoofd, mijn hoofd' niet zo goed bij een zonnesteek. De gebeurtenis doet meer denken aan het optreden van een acute hevige hoofdpijn. Bij een plotseling ontstane hoofdpijn hebben we waarschijnlijk te maken met een hersenbloeding. Als dit voorkomt op kinderleeftijd, dan is de oorzaak meestal een arterioveneuze malformatie. Dit is een vaatmisvorming tussen een slagader (arterie) en een ader (vene). Deze afwijking, die al bij de geboorte aanwezig is, kan in de loop van het leven scheuren waardoor een bloeding ontstaat. Persoonlijk denk ik dat een bloeding uit een arterioveneuze malformatie de meest waarschijnlijke oorzaak is waarom de jongen hoofdpijn kreeg en stierfin de armen van zijn moeder.

Beproefd geloof

Na het sterven van haar zoontje legt de moeder het levenloze lichaam op het bed van de profeet. Tegen haar man zegt ze niets van zijn overlijden. Ze zegt alleen maar: 'sjaloom'. In haar ir hart leeft wat hoop dat het weer goed d zal komen. Zo snel als ze kan gaat ze e naar de profetenschool op de Karmel, 1, waar Elisa wel zal zijn. Hiervoor moet ; t ze zo'n 25 kilometer reizen. Als ze e enkele uren later bij Elisa komt, valt ze e voor hem neer en grijpt zijn voeten. 1. Daarmee toont ze dat ze in grote nood d verkeert. Op haar knieën stort ze haar ir hart voor hem uit. Het breekt eruit: t: 'Heb ik een zoon van mijn heer ; r begeerd? Hoe heeft God dat kunnen n doen? Waarom heeft de Heere mij ij eerst, tegen alle verwachting, een zoon n geschonken, om hem zo spoedig weer ; r weg te nemen? ' We zien bij de vrouw N een mengeling van hartstochten: i: droefheid, hoop, verwijt, geloof, vrees ; s en verlangen. Het buitelt door elkaar ir heen. Wat wordt haar geloof zwaar op p de proef gesteld! Zal ze met Gods Is beloften bedrogen uitkomen? Het is s haar een raadsel dat de Heere afbreekt : t wat Hij geplant heeft. Toch is ze bij het ; t goede adres. Met haar bittere leed d vlucht ze tot de man Gods. Daar doet ; t ze geweld op het koninkrijk Gods. Het moet ons wel opvallen dat ze niet met Gehazi meegaat, die de staf van Elisa op het gezicht van haar zoon moet gaan leggen. Nee, ze vertrouwt niet op een middel. Ze verbindt zich aan God en aan Zijn knecht. Dit blijkt uit haar woorden: 'Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten'. Elisa voelt wat de vrouw wil en gaat met haar mee naar Sunem.

De opwekking

Als Elisa de opperkamer binnenkomt, ziet hij op het bed de dode jongen liggen. De profeet doet de deur dicht en bidt tot de HEERE. Dan gaat hij op het kind liggen. Elisa legt zijn mond op de mond van de jongen. Hetzelfde doet hij met z'n ogen en z'n handen. Hij maakt zich één met het gestorven kind. Door de kracht van Christus wordt het lichaam van het kind warm. Daarna loopt Elisa door het kamertje en strekt zich opnieuw over de jongen uit. En dan...! De jongen niest zeven keer. Hij doet zijn ogen open. Hij leeft! God doet wonderen op het gebed. Elisa laat de moeder van de jongen roepen. Weer valt een tere trek op in het handelen van de vrouw. Want éérst valt ze in erkenning neer voor de man Gods. Vervolgens sluit ze haar zoon levend in haar armen. Wat vinden we de wonder-lijke geschiedenis prachtig samengevat in Job 5:18: Want Hij doet smart aan en Hij verbindt; Hij doorwondt en Zijn handen helen.

Capelle aan den IJssel, H.J. Agteresch

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2006

De Saambinder | 16 Pagina's

Ziekten in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2006

De Saambinder | 16 Pagina's