Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat moeten we denken van Erlo Stegen en zijn prediking? Gebeuren er wonderen in Zuid-Afrika?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat moeten we denken van Erlo Stegen en zijn prediking? Gebeuren er wonderen in Zuid-Afrika?

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo'n 25 jaar geleden begon een opwekking onder de Zoeloes in Zuid-Afrika. Mensen kwamen door de prediking van Erlo Stegen tot bekering, vijanden sloten vrede, men ging de Bijbel lezen en onderzoeken, zieken werden op wonderlijke wijze genezen. Ook nu nog verheugt de Kwa Sizabantu-zending zich in opvallende vruchten als levensheiliging en genezingen. Onlangs was opwekkingsprediker Stegen in Nederland. Wat moeten wij van zijn boodschap denken?

Je hoort de laatste tijd veel over Erlo Stegen. Onderzijn prediking schijnt er onder de Zoeloes in Zuid-Afrika een grote opwekking gekomen te zijn. Wat moeten we daarvan denken? En is het waar dat er allerlei wonderlijke genezingen zijn voorgekomen ?

In 1 Thes. 5:21 lezen we: "Beproeft alle dingen; behoud het goede." Deze woorden houden niet in dat we dingen moeten onderzoeken waarvan we tevoren weten dat ze zondig en verkeerd zijn. Deze woorden houden wel in dat we eerlijk nagaan of er christenen in andere landen zijn die mogelijk inzichten in Gods Woord hebben die in de gereformeerde gezindte ontbreken. De norm is niet wat wij gewend zijn, maar wat Gods Woord zegt. Vanuit deze houding heb ik de literatuur bestudeerd van Erlo Stegen, de oprichter van de Kwa Sizabantu zending in Zuid-Afrika. Zo heb ik ook in 1992 een bezoek gebracht aan deze zendingspost. Ik wil hem recht doen. En wie meent dat ik hem onrecht doe, kan daar in alle openheid met mij over spreken. Laat ik een overzicht geven van mijn gedachten. Er zijn dingen die mij aanspreken, er zijn dingen waar ik aarzelingen bij heb en er zijn dingen waar ik kritiek op heb.

1. Het aansprekende
Als we het levensverslag van Erlo Stegen lezen in "Opwekking onder de Zoeloes", dan zijn er vele dingen die indruk maken. We lezen hoe hij erachter komt dat hij zonder God en Jezus is. Hij voelt zich een verloren zondaar en zo roept hij tot God. Als de Heere hem daarna in zijn koninkrijk roept, beschrijft hij heel eerlijk dat hij zo vast zit aan het geld dat hij veel liever geen voorganger wordt in de Lutherse kerk, waar predikanten arm zijn. Het maakt diepe indruk hoe hij zijn worsteling beschrijft onder de Zoeloes. Twaalf jaren preekt hij de noodzaak van bekering, maar hij heeft de indruk dat er geen twaalf mensen wedergeboren zijn. Het ontmoedigt hem zeer als de mensen belijden christenen te zijn, maar in de kleding ziet hij geen verschil met wereldlingen. Ze dorsten nog steeds naar geld, seks, alcohol, sport, televisie, voetbal en disco. Hij raakt helemaal verslagen als een Zoeloevrouw hem vraagt haar krankzinnige dochter te genezen omdat hij de levende God dient. Hij voelt dat hij deze vrouw niet met goedkope antwoorden afkan schepen. Drie weken worstelt hij met anderen aan de troon van Gods genade, maar er komt geen antwoord. Integendeel, het blijkt dat duivelse krachten het meisje het bloed van Christus op een verschrikkelijke manier doen lasteren. Deze ervaring brengt Stegen in een geestelijke crisis. Is alles wat in de Bijbel staat nog wel geldig in de twintigste eeuw? Hij voelt zijn leven als een leeg en nutteloos leven.

Kracht van het gebed
In dit bankroet gaat hij met enige Zoeloes het boek Handelingen bestuderen. Daarin leest hij hoe het gebed kracht doet, terwijl hij in zijn eigen omgeving ziet dat er wel veel gebedskringen zijn, maar de uitwerking ver te zoeken is. Hij bemerkt hoe God alles was en werkelijk leefde voor de eerste christenen. Stegen voelt zijn gemis als hij het leven van de eerste christenen nagaat. Hij kan niet zeggen dat stromen van levend water in hem zijn (Joh. 7:38). Dan gaat hij leren dat hij zelf de grootste zondaar is. Eerst wees hij naar zijn wereldsgezinde gemeente, maar nu komt hij onder hen terecht. Hij ziet zijn verschrikkelijke hoogmoed. De Heilige Geest toont hem zonde na zonde. Hij gaat zien dat hij bezig was mensen te behagen en zichzelf zocht in zijn prediking en niet de Heere op het oog had. Hij moet toegeven dat hij niet graag de minste wil zijn en de koffer van een zwarte zal dragen. Hij gevoelt dat God de hoogmoedigen moet weerstaan. Dat is de reden dat zijn bediening zo vruchteloos is. In dit verband maakt hij de opmerking dat er geen liefde tot Jezus kan zijn zonder overtuiging van zonde. Het eerste werk van Gods Geest is overtuiging van zonde. Als Stegen zo zelf voor God gecapituleerd heeft, gaat de Heere werken. Het is in het jaar 1966. Kon hij tevoren de tovenaars niet naar de diensten krijgen, nu komen ze uit zichzelf. Twee tot drie maanden lang komen er zoveel mensen met honger naar het Woord dat hij bijna aan slapen niet toekomt. De streek waarin deze zendeling werkzaam is, kenmerkte zich altijd door hevige stammenstrijd. Sinds 1966 is er een opmerkelijke rust en vrede onderling. Velen lezen het Woord van God. De Naam van de Heere Jezus wordt er genoemd. Dit zijn dingen die in het algemeen het werk van de Heilige Geest aangeven. Als ik bovenstaande dingen van Stegen lees, maakt dat op mij een eerlijke indruk. Dan durf ik er echt niet vanuit te gaan dat hij een bedrieger is. Hierin zitten genoeg dingen die degelijke dominees kunnen beschuldigen. Dan moeten wij ons de vraag stellen wie wij dienen in ons ambt, onszelf of de Heere? Als we gebukt gaan onder de geesteloosheid in Nederland, komen we diep onder de indruk van dit getuigenis. Hier gebeuren tenminste wonderen! Hier is de kerk iets anders dan een goed lopend instituut; hier gaat kracht vanuit. Dit is geen kerkje spelen, maar kerk-zijn.

2. Wat vragen oproept
Er zijn ook dingen waarvan ik niet goed weet wat ik ermee aan moet. Wat gebeurde er in de diensten waarin hij het Woord preekte? Er gebeurden tekenen en wonderen, zonder dat zij daar uitdrukkelijk om gebeden hadden. Blinden gaan zien. Een man met een tumor kwam tot genezing. Van de redactie hoorde ik dat een collega-predikant ook goed met deze beweging op de hoogte is. Toen ik hem belde vertelde hij nog een recent voorbeeld van genezing. Onlangs is een aids-patiënt in een vergevorderd stadium daar binnengebracht om geestelijke rust te vinden. Toen het bloed van deze patiënt werd onderzocht -op aanraden van Stegenkonden de artsen geen enkele verontreiniging meer vinden. Deze patiënt herstelt nu langzaam maar zeker. Dit zijn dingen die we niet moeten uitsluiten. De Heere doet ook in 1994 nog wonderen op het gebed. Wij hebben wel eens de neiging de Heere te weinig nodig te hebben voor ons lichaam. Daarbij komt dat Stegen niet de extreme opvattingen van andere bewegingen heeft, dat gebrek aan genezing een gebrek aan geloof zou zijn. Met grote nadruk zegt Stegen ook dat het behoud van de ziel veel belangrijker is dan de genezing van het lichaam. Ook geeft hij ronduit toe dat niet iedere christen genezing van het lichaam krijgt. Bovendien veracht hij de medische wetenschap niet.

Opgestaan uit de dood
Wat echter in dit verband wel vragen oproept, is dat mensen uit de dood zijn opgestaan. Lydia Dube vertelde over haar opstanding. Dat zijn dingen die ik op grond van Gods Woord niet kan plaatsen. Vooral omdat er in Gods Woord aanwijzingen zijn dat deze bijzondere tekenen en wonderen samenhangen met het optreden van de apostelen. Aangezien de apostelen een unieke plaats hadden in de geschiedenis van Gods heil in deze wereld, zijn er ook dingen verdwenen. Hebr. 2:4 maakt ons duidelijk dat de Heere de tekenen en wonderen gebruikte tot bevestiging van hun verkondiging. Het grondwoord duidt daar ook op iets eenmaligs. Het komt ook verdacht over als men een pantoffel van Stegen boven een zieke vrouw houdt en dan gaat bidden om haar genezing. Hier heb ik meer vragen dan antwoorden. Het valt moeilijk te ontkennen dat deze dingen gebeuren. Is het kwakzalverij? Is het bedrog? Is het occult? Is het een wonder van God? Is de pantoffel een vleselijk trekje van een kind van God, dat de Heere voorbijziet en zo toch geneest? Al zou Erlo Stegen een integer kind van God zijn, dan is het nog heel goed mogelijk dat er in zijn optreden misvattingen voorkomen. We moeten nooit vergeten dat ook Gods kinderen in bepaalde opzichten kunnen dwalen.

3. Onder kritiek
Er zijn ook zaken die voor mij duidelijk tegen Gods Woord ingaan. En dan bedoel ik de prediking. Ik heb verschillende bandjes met toespraken en preken van Stegen en zijn medewerkers. Wat daarin opvalt is dat het altijd gaat over de concrete zonden. Eigenlijk komt het hierop neer: als je de daadwerkelijke zonden laat, gaat de Geest in je werken. De daadwerkelijke zonden zijn vaak al erg genoeg. Het is waar dat we na ontvangen genade door concrete zonde, door zot geklap en gekkernij de Geest bedroeven (Ef. 4:30), waardoor Hij van ons wijkt. Dat Stegen daar aandacht voor vraagt, is volstrekt legitiem en bijbels. Maar dat dat de hele verkondiging inhoudt is een onverantwoorde versmalling van de bijbelse boodschap. Het is waar, maar er is meer te zeggen.Dit maakt ook de bekering oppervlakkig. Zo lezen we van een meisje dat tot bekering komt. Ze kan niet spreken, maar men vraagt haar of ze wel eens onvriendelijk is, toornig, liefdeloos, leugenachtig. Ze vragen haar of ze wil dat de Heere Jezus in haar leven komt om deze zonden weg te nemen. Als ze dit met haar ooglid bevestigt, is dit haar bekering. Is dit een echte bekering? Ik krijg de indruk dat het leven van Erlo Stegen persoonlijk van veel diepere en geestelijker inzichten getuigt.

Rijke jongeling
De nadruk op de daadwerkelijke zonden betekent ook dat je in deze preken niét hoort dat we zonde zijn, dat ons vlees door en door bedorven is, dat we een vijand van God zijn, en dood in zonden en misdaden. De rijke jongeling kan zich in deze preken aardig vinden. Hij kan eerlijk zeggen dat hij al de geboden heeft onderhouden van zijn jeugd af aan. Paulus schepte niet op als hij beleed dat hij voor zijn bekering onberispelijk leefde. Iedereen kon het getuigen. Toch was hij zonder God en zonder Christus. Door de nadruk op de concrete zonden bereik je ook dat de heiliging en de rechtvaardiging met elkaar vermengd worden. Het is een typisch dopers trekje om aan de rechtvaardiging voorbij te gaan en direct te spreken over de heiliging. Zal de heiliging niet tot een nieuwe wet leiden, dan moet de rechtvaardiging de eerste plaats blijven innemen. Dat missen we. Dat we als een goddeloze door het geloof in Christus' verzoening gerechtvaardigd worden, komt in de prediking niet naar voren, dus ook in de beleving niet. De heiliging gaat vooraf aan de rechtvaardiging. Eerst moet de zondaar de zonden laten en dan kan de Geest in hem werken. Gelukkig is de vrije genade van God geheel anders. Hij werkt onweerstaanbaar, zonder dat mensen zich geschikt hebben gemaakt voor God. Men gaat er in de prediking ook al te gemakkelijk vanuit dat alle hoorders reeds gelovig zijn. De oproep tot bekering, de noodzaak van wedergeboorte en zelfonderzoek wordt niet gepreekt. Men veronderstelt dat de hoorders kinderen Gods zijn die nog moeten opwassen in heiliging.

Mens in middelpunt
In dit verband valt het ons ook op dat men in Kwa Sizabantu niet spreekt over onze schuld bij God. Men spreekt over Jezus en niet over Christus. Het Borgwerk van de Zaligmaker komt helemaal niet aan de orde. Dat het Zijn bloed is dat reinigt van alle zonde hoor je niet. Dat aan Gods recht voldaan wordt door Christus blijft achterwege. Derhalve doet de prediking tekort aan de Persoon en het werk van Christus. Het onderscheid tussen wet en evangelie functioneert niet. Ook het werk van de Heilige Geest in de overtuiging van zonde, in de wedergeboorte, in het brengen tot geloof en vasthouden bij het geloof, het verdiepen van het geestelijke leven komt niet aan de orde. De mens staat al te zeer in het middelpunt. Het is bijbels om te zeggen dat een zondaar "zich bekeert", maar met evenveel nadruk moeten we ook zeggen dat God de zondaar bekeert. Omdat dat laatste niet uitdrukkelijk gezegd wordt, kom je in remonstrantse wateren. Door de nadruk op de concrete zonden ligt men ook open voor de leer van het perfectionisme. Dat houdt in dat we zondeloos kunnen leven. Stegen zegt dat ook met zoveel woorden, met een beroep op 1 Joh. 3:9 dat een wedergeboren iemand niet kan zondigen. Ik vraag me in alle ernst af wat Rom. 7 ons hier te zeggen heeft. Het is de worsteling van een kind van God in zijn hele leven dat hij ervaart vleselijk te zijn, verkocht onder de zonde. Je krijgt de indruk dat Erlo Stegen in zijn eerste 12 jaren hoogmoedig was, maar dat hij er nu van verlost is. En dat de Heere hem daarom zo zegent. Dat zijn pretenties die ik niet mee kan maken. Het is te triomfalistisch. Dit geldt voor de volmaaktheid in de wederkomst van Christus. Ik mis hierin de aanvechting, het kruis dat door het hele leven van een christen blijft staan, opdat zo het verlangen naar de volmaaktheid levend blijft.

Ananias
De nadruk op de zondeloosheid komen we ook tegen als Stegen opmerkt dat in de eerste christengemeente de leugen van Ananias en Saffira niet geduld werd. Hij trekt daar de les uit dat wij ook geen enkele zonde mogen accepteren. Op zichzelf is dat waar, maar we dienen wel oog te hebben voor het oordeel van God hierin. Zou dat niet Zijn oordeel zijn dat Hij voor eens en voor altijd laat zien? God denkt over iedere leugen in Zijn rijk net zo als over de zonde van Ananias en Saffira, maar Hij treedt niet zo op. De Heere laat onkruid en tarwe samen opgroeien. We moeten er principieel vanuit gaan dat in deze gebroken werkelijkheid geen volmaakte kerk zal zijn. Deze notie ontbreekt bij Erlo Stegen en de zijnen. Hij lijkt ook geen oog te hebben voor de unieke heilshistorische situatie van het boek Handelingen. Alles wat daarin staat, moet ook nu mogelijk zijn. A l les wat verschilt met onze situa-tie is een leven onder de rijkdom van het christelijke geloof. We kunnen het erover eens zijn dat we in het geestelijke leven, in de kracht van de Heilige Geest, in een leven van gebed en zelfverloochening wel eens grondig mogen kijken in de spiegel van het boek Handelingen. Maar het boek Handelingen is vooral een bijbelboek dat ons laat zien hoe God de krachtige doorwerking van Zijn Geest in Jeruzalem, in Samaria en in de hele wereld heeft gegeven. Het is een boek dat laat zien hoe het werk van Gods Geest internationaal geworden is, hoe de middelmuur tussen Joden en heidenen weggenomen is. En dit is uniek en onherhaalbaar. Dit besef ontbreekt totaal bij de Kwa Sizabantu-beweging. Het is een stukje doperdom als we ons beroepen op bepaalde teksten en niet de betekenis daarvan in het licht van de Schrift als geheel bezien. Het gaat om de boodschap van het geheel van de Schrift en niet van enkele teksten. We noemen dat wel biblicisme

Geleerd en onbekeerd
Al te gemakkelijk wordt kritiek op een bepaalde uitleg weersproken met de opmerking dat de theologen daar wel niets van zullen begrijpen, maar dat de eenvoudige bijbellezer en kinderlijk gelovige het wel zo zal zien. Ik vind dat geen eerlijke argumentatie, alsof het in strijd zou zijn met een kinderlijk geloof als we eerbiedig de bredere verbanden van Gods Woord willen laten spreken. Het is weer zo'n typisch dopers trekje om te zeggen: hoe geleerder, hoe onbekeerder. Zo vinden we nogal wat doperse trekjes in de beweging van Kwa Sizabantu. Aangezien zij geen theologie geschreven hebben en in hun preken er niet over spreken, zouden we op dit punt meer door moeten vragen. Ik vrees dat we zouden schrikken als we onderzoeken hoe men denkt over de Drieëenheid, de radicaliteit van de zondeval, de vrije wil, de mensheid van Christus, de kinderdoop, de overheid, de waarde van het Oude Testament, de verkiezing enz. Ook vraag ik me af wat er van een kerkelijk leven terechtkomt in deze beweging: hoe gaat men om met de ambten, die de Heere Zelfheeft gegeven? Al met al heb ik een dubbel oordeel: voor het persoonlijk getuigenis van Erlo Stegen heb ik respect, de dingen die er gebeuren zou ik niet graag ontkennen, maar toch huiver ik bij de uitwerking ervan. De prediking kan naar mijn besef de toets van de Schrift niet doorstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 april 1994

Terdege | 79 Pagina's

Wat moeten we denken van Erlo Stegen en zijn prediking? Gebeuren er wonderen in Zuid-Afrika?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 april 1994

Terdege | 79 Pagina's