Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Als een rattenvanger niet van de natuur houdt, wordt het niks"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Als een rattenvanger niet van de natuur houdt, wordt het niks"

Muskusrat in de val, waterkonijn in de pan en bisamrat in een bontjas

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

<p>In 1941 werd de eerste muskusrat in Nederland gesignaleerd. In 1985 werden er in ons land 230.000 gevangen. De strijd tegen deze dieren met hun enorme voortplantingsvermogen lijkt bijna onbegonnen werk. De 250 provinciale, rijks-, gemeente- en waterschapsvangers en de evenzovele premievangers doen hun best, maar tot voor kort was het een grote warboel van beleidsmakers, praktijkmensen en verantwoordelijke instanties. Per 1-1-1987 komt daar verandering in. Terdege ging op stap met een rattenvanger, sprak met een bonthandelaar die de huiden verwerkt en hoorde de kritiek aan van de contactman van de Personeelsbelangenvereniging Muskusrattenbestrijding. Kortom, een reportage over de hele "rattaplan".</p>

Aan de binnenspiegel van de terreinwagen van Martien Rijkee bengelt een plastic figuurtje. Het is de rattenvanger van Hameln. Onder z'n jas draagt hij een rat die hij met zijn fluit heeft gelokt. De Alblasserdamse muskusrattenvanger moet heel wat meer moeite doen om zijn doel te bereiken. Door weer en wind zeult hij met zijn labrador Bike door polders en grienden, een eenzame soldaat in de ongelijke strijd tegen de onuitroeibare knaagdieren. Op het dak van de safariwagen liggen kooien en draadstalen fuiken in allerlei vormen en maten. Achter de stoel van de rattenvanger liggen lieslaarzen en een waadbroek, onontbeeriijke attributen in zijn beroep. Naast hem staat de stubbestok die overeenkomst vertoont met de staf van Sinterklaas. Maar de stalen stok is niet in de eerste plaats teken van waardigheid, dat heeft menig waterkonijn al ontdekt.

Sigaar
In de Toyota hangt de zware geur van in ontbinding zijnde muskusratten, vermengd met de hondegeur van Bike die de plaats naast zijn baas node afstaat aan vreemdelingen. Meteen onafscheidelijke sigaar in z' n mond toert de muskusrattenvanger een voor de gewone man verboden deel van de Kinderdijkse grienden binnen. Het is één van de privileges die zijn beroep meebrengt. Als jong kereltje zwierf hij hierin z'n vrije tijd al rond. Nu kan hij er ongestoord ronddolen zonder de vrees in de kraag gepakt te worden.

Prins
Het gebied waarbinnen hij opereert loopt van NieuwLekkerland tot Papendrecht en bestaat voor een groot deel uit weilanden, water en grienden. De wijze waarop hij zich verplaatst verschilt dagelijks. Afhankelijk van het terrein beweegt hij zich voort met z' n Toyota, een boot of lopend, al dan niet

Waarschijnlijk heeft de Bohemer prins Colloredo Mannsfeld niet helemaal de gevolgen van zijn handelen overzien, toen hij in het begin van deze eeuw een paar bisamratten uit Alaska mee naar huis nam om ze te gaan fokken voor de pels. Het uitgebreide liefdesleven van de dieren zorgde binnen korte tijd voor een formidabel nageslacht. Toen de eerste bisamratten buiten de fokkerijen van de adellijke heer gesignaleerd werden wist deze van de prins geen kwaad. Inmiddels zwerft het nakroost van de ontsnapte gevangenen over een groot deel van Europa rond. In Nederiand werd de eerste muskusrat in 1941 in het riviertje de Dommel bij Valkenswaard gevangen. Sindsdien is het door onze zuiderburen als een lekkernij beschouwde,, waterkonijn" met kolonnes tegelijk de grens overgekomen. In 1970 werden er 15.000 gevangen, in 1980115.000, vorig jaar 230.000. De gevolgen liegen er niet om. Het enorme voortplantingsvermogen van de dieren, gecombineerd met hun onvoorstelbare graaf drift is een bedreiging voor taluds, dijken, wegen en landbouwgewassen. De ondergrondse activiteiten kunnen zelfs levensgevaarlijk zijn. Zo brak eind 1984 als gevolg van de graafwoede van een waterkonijnenfamilie een dijk langs het Bergumermeer onder Eestrum door, waardoor zo' n twintig hectare land onder water kwam te staan. Vorig jaar veroorzaakte de graverij een ernstig ongeluk met een landbouwcombinatie die kantelde. De lijst met door muskusratten veroorzaakte ongevallen kan moeiteloos uitgebreid worden.

Duiker
Bij een oud gemaal wordt de Toyota geparkeerd. Een sticker op de voorruit met de vermelding ,,Muskusrattenbestrijding Directie Faunabeheer Ministerie van Landbouw en Visserij" moet voorkomen dat dienstklopperige agenten om de haverklap bonnen onder de ruitenwissers klemmen. Te voet trekken we verder over een zompig pad. Na een paar honderd meter verdwijnt Martien in het riet. Het water stijgt langzaam naar de bovenkant van zijn lieslaarzen. Hoewel vanaf de kant niets te zien is steekt de muskusrattenvanger z'n stubbestok doelgericht in het gat onder een half in het water staande knotwilg. Wanneer hij zijn wapen weer boven haalt bungelt aan het uiteinde een kooi met daarin het eerste slachtoffer van vandaag. Met de hand verwijdert hij het verzopen dier dat vastzit achter de keel, de taps toelopende opening van de kooi. De val is een uitvinding van een creatieve collega. De cilindervormige kooi past precies in een enorme PVCbuis die door de muskusrattenvangers wordt ingegraven tot net onder de waterspiegel. De muskusrat ziet de buis voor een duiker aan en zwemt met niet al te veel lucht op zak naar binnen in de veronderstelling binnen een minuut aan de andere zijde er weer uit te komen. Het wordt zijn laatste duik.

Slimme dieren
Met een doffe plof valt het dier in het gras en wordt direct opgepakt door Bike. De bodem van de boezem laat zijn baas pas na veel geborrel en geblubber los. Ruim drie jaar geleden kwam Martien als rattenvanger in dienst bij de Provinciale Waterstaat van Zuid-Holland. Een zware lichamelijke keuring ging daaraan vooraf, want alleen de ijzersterken zijn geschikt voor dit werk. Zijn eerste muskusrat had hij al voor die tijd gevangen. Nu verschaft het dier hem zijn dagelijks brood. Hij krijgt een vast inkomen. ,,Alsikop proviciebasis werkte ging ik ze onmiddellijk fokken," stelt hij met een brede grijns vast. Het zou in ieder geval geen straf voor hem zijn. Want een hekel heeft hij allerminst aan de knaagdieren. ,,Het zijn slimme, sierlijke beestjes," vindt hij. ,,En schoner dan de meeste mensen. Maar ja, je zit met dat gegraaf. Als een muskusrat zich nijdig maakt graaft hij zich in een dag dooreen dijk heen."

Muskusklier
Een olie-achtige vlek op het water verraadt dat ook een volgende kooi noodlottig is geworden voor een muskusrat. „Die olie komt uit de muskusklier," doceert Martien. „Het is een lokstof voor de vrouwtjes. Als een kooi niet wil vangen gooien we er weleens een verse rat in om zo muskusratten aan te trekken." Hoewelzijn baas jaarlijks zo'n 2000 dieren vangt blijft de jacht voor Bike een opwindend spel. Enthousiast slingert hij de kadavers in zijn bek heen en weer. Als Martien ze in zijn auto deponeert betrekt de hond direct de wacht ernaast. In een sloot aan de rand van de uitgestrekte rietvlakte staat een serie klemmen. Hoewel hij erin totaal zo'n 300 uit heeft staan weet de muskusrattenvanger ze feilloos te vinden. De klemmen worden niet zomaar op goed geluk geplaatst. Af gevreten rietstengels, sleepsporen van een staart in de modder, keutels, gaten in de walkant, het zijn details die de leek ontgaan maar een ervaren rattenvanger niet. Nieuwbakken vangers worden een halfjaar opgeleid door oude rotten in het vak, maar daarmee is de scholing niet afgelopen. „Ik leer nog iedere dag," is Martiens ervaring. Aangevreten biezen hebben de ingang verraden van een pijp, een door een muskusrat gegraven gang die onder de waterspiegel begint en ergens in de dijk uitmondt in een bouw, het nest waarin de jongen worden geworpen. De klem voor de pijp heeft z' n werk gedaan. Het staal heeft de ruggegraat van een graver verbrijzeld. Het dier krijgt een plaats in de auto naast de overige slachtoffers.

Muis
,,Een muis," constateert Martien als hij uit de volgende klem een nog jonge muskusrat haalt. ,,'t Gaat aardig vandaag." Met zijn stubbestok pookt hij in de pijp. Een collega doet dat nog wel eens met blote handen en moest verschillende keren de gevolgen daarvan ondervinden. ,,De tanden van een muskusrat gaan als een naaimachine door je vlees," zegt de Alblasserdamse vanger met onverholen walging in z'n stem. In een wissel, een platgetreden spoor in het gras aan de oever, staat een lokaasklem verdekt opgesteld. Op één van zijn spoortochten heeft Martien de plaats waar de muskusratten uit de sloot aan wal plegen te komen ontdekt. De klem heeft z'n sporen al verdiend. Ook nu heeft een rat de verleiding niet kunnen weerstaan om aan het op een soort kurketrekker bevestigde appeltje te knagen. Om te voorkomen dat vogels het slachtoffer worden van de klem is die zo geconstrueerd dat er niets gebeurt als in de appel wordt gepikt. Het lokaas dat gebruikt wordt is afhankelijk van het seizoen en de ervaringen en inzichten van de vanger. ,,In de zomer gaat het goed met een appeltie," weet Martien. ,, Als de biezen weg zijn heb ik goede resultaten met de knol van engelwortcl. Je moet wel oppassen datje geen bunzing in je klem krijgt. Dat is m'n belangrijkste vriend in de strijd tegen de muskusrat. Als ik er één speur haal ik direct de klemmen in dat gebied weg.''

Kooien
Van weersongesteldheid trekt de muskusrattenvanger zich niet veel aan. Zomer en winter gaat het werk door. Alleen wanneer het stortregent of de temperatuur ver beneden het nulpunt daalt blijft hij thuis. Die tijd wordt benut om materiaal te repareren of nieuwe vangmiddelen te fabriceren. De klemmen worden kant en klaar afgeleverd, maar kooien en fuiken worden door de muskusrattenvanger zelf ontworpen en vervaardigd. Op dit werk kunnen ze al hun inventiviteit loslaten. Verschillende kooien, die de naam dragen van hun ontwerper, kregen nationale vermaardheid. In een nummer van,,Muskusrat en Beheer", het orgaan van de PersoneelsBelangenvereniging Muskusrattenbestrijding, werden ze afgebeeld: de ,,Zanderinkkooi", de,,WamtjesVan Klinkenkooi" en niette vergeten de ,,Stuykooi". Het zijn begrippen in de wereld van muskusrattenvangers. Ook Martien werkt op verschillende plaatsen meteen product uit eigen schuur, een drijvende gazen kooi met aan alle vier de zijden een opening en bovenin een luikje waardoor lokaas in de kooi gedeponeerd kan worden. De handgranaat, zoals hij zijn uitvinding noemt, heeft z'n duizenden verslagen. Een groot voordeel ervan is dat er heel wat moet gebeuren eer de kooi overvol is.

Kroos
De grootste vangsten worden in het voor- en najaar binnengehaald. Dan gaat het muskusrattenlegioen trekken. Uit de overbevolkte Vijfherenlanden naar de Alblasserwaard en vandaar naar het Rijnmondgebied. In die perioden zijn de Alblasserwaardse rattenvangers bijna constant in touw om met klemmen, kooien, fuiken en ophangers een barrière te vormen tegen de bijna niet te stuiten rattenstroom. Terwijl we met de terreinwagen over een smal fietspad met aan weerskanten water rijden speuren Martiens ogen de rietkragen af. Tussendoor maakt hij ons opmerkzaam op reigers, fazanten en torenvalken. Bijna niets in de natuur ontgaat hem. Uit een drijvende rietstengel maakt hij op dat een nog jonge muskusrat aan het knagen is geweest. De kleine tandafdrukken in de stengel onderscheidt hij moeiteloos van de tandafdrukken van een bruine rat. Op de plaatsen waar zijn klemmen staan stapt hij zonder enige aarzeling in het water. De ervaring heeft hem geleerd waar hij kan staan en waar niet. Een enkele keer gaat iets mis als de situatie is gewijzigd doordat , een steunpunt is verdwenen. Zo liet hij naast één van zijn PVC-buizen zijn voet altijd rusten op de wortels van een vergane knotwilg. Tot op een dag de wortelklomp door mensen van het waterschap was gerooid en de muskusrattenvanger met z'n hele uitrusting onder het kroos verdween.

Winterhut
Met een aluminium boot trekken we het waterrijke natuurreservaat tussen Kinderdijk en NieuwLekkerlandin. De wereldberoemde molens torenen boven de rietvelden uit. Boven onze hoofden scheren smienten en kuifeendjes. Verderop huist een aalscholverkolonie. Een behaaglijk herfstzonnetje beschijnt de watervlakte. Ondanks de vreedzame sfeer heerst ook hier de dood. In één van de klemmen op een plank tussen het riet heeft een muskusrat z'n laatste adem uitgeblazen. Het door kraaien aangevreten kadaver verdwijnt in de boot en de klem wordt opnieuw gespannen. Een zilverkleurig plaatje met de waarschuwing „Niet aanraken Gevaarlijk Muskusrattenbestrijding Rijkseigendom" moet nieuwsgierigen op een afstand houden. Er zijn klemmen bij die moeiteloos vier vingers verbrijzelen. Op het hoogste punt van het boezemgebied hebben de knaagdieren een winterhut gebouwd. Min of meer bij toeval ontdekte Martien het op de wortels van een omgevallen boom opgetrokken bouwwerk. Het helejaar door trekken muskusratten naar deze plaats. Vele zijn al gesneuveld in de klemmen van hun bestrijder.

Zoekende
De avonden brengt de muskusrattenvanger door in zijn „tuin", een metrietmatten afgezette lusthof in een verlaten oord. Aan de buitenkant doet het kleine landgoed denken aan een eendenkooi. In een met betonnen platen ommuurd vijvertje houdt de natuurliefhebber voor z' n plezier beverratten. De grijze knaagdieren — een grote uitgave van de muskusrat—eten uit zij n hand. Naast de toegangspoort staan kadavertonnen en kisten met klemmen. Tussen fruitbomen en tal van heesters groeien onbekende bodembedekkers. Bloemen die bijna nergens in ons land meer te zien zijn tieren hier welig. Langs de moestuin slingert een idyllisch paadje. In de nestkast aan één van de bomen langs een slootkant huist een uil. ledere dag weer geniet Martien op zijn eigen grondgebied van de schoonheid van de natuur. In de met klimop overdekte caravan voelt hij zich thuis. Slechts de hulpe tegenover hem ontbreekt nog. Die hoopt hij nog eens tevangen. „Zet'rmaarin dat ik nog vrijgezel ben," lacht hij met een ondertoon van ernst. ,,Nog altijd zoekende."

Bisambont
Tot februari 1985 werden de dode muskusratten als oud vuil afgevoerd naar destructiebedrijven. Daarin kwam verandering door een initiatief van de Rotterdamse bonthandelaar A. Dijksman. Die zag wel handel in de dieren. Vanzelfsprekend niet onder de naam muskusrat, want dat klinkt zo profaan. Wat dat betreft is het prettig dat de gravers drie namen hebben, waaruit afhankelijk van het doel waarvoor ze worden gebruikt gekozen kan worden. In de pan heten ze waterkonijn, in een dijk muskusrat en in een bontjas bisamrat. Door bisambont uit eigen sloot in de handel te gaan brengen kon van de nood een deugd worden gemaakt. Het was een idee waar Dijksman al jaren mee had gelopen. Klanten van het platteland hadden zijn aandacht gevestigd op de groeiende populatie bisamratten in zijn directe omgeving. Er volgden gesprekken met het ministerie van verkeer en waterstaat. Zelfs mevrouw Smit-Kroes kwam eraan te pas. Als voorzitter van de Stichting Bontwaarborg en andere bontinstellingen kon Dijksman wel een potje breken. Resultaat van alle besprekingen was dat gestart werd met de inzameling van muskusrattenkadavers ten behoeve van de bontverwerking. De proef zou een jaar duren. Dijksman kon de dieren gratis krijgen, mits hij wel alles wat werd aangeleverd meenam. Van de laatste voorwaarde zou hij spijt krijgen.

Bont-select
Op vijftig punten in het land konden de kadavers worden opgehaald bij rayonambtenaren van de muskusrattenbestrijding. Aangezien een dergelijke onderneming voor één man ondoenlijk was had Dijksman de hulp ingeroepen van collega's en werd BontSelect opgericht, een maatschap van zes bonthandelaren die de Nederlandse bisamrat produktief wensten te maken. Onder de naam Dutch Crown Select Musquash zou het eindprodukt op de markt worden gebracht. Vanuit hun ondernemingen in Groningen, Bergen, Rijswijk, Rotterdam en Eindhoven gingen de bonthandelaren de boer op om door het hele land de grijze kadavertonnen met inhoud op te halen. Het plan zat goed in elkaar. De hele handel werd afgeleverd in pelzerijen, waar selectie van de dieren plaatsvond en de gezonde werden gevild. Daarna volgde in de bereiderij en eventueel ververij het bekende proces van drogen, prepareren en zo nodig verven. Onbruikbare exemplaren werden alsnog naar destructiebedrijven getransporteerd. Al snel bleek dat de laatste groep het grootst was. ,,We hebben gewoon pech gehad," concludeert Dijksman geforceerd opgewekt. ,,Twee elfstedentochten na elkaar, iets wat nooit gebeurt. Als er zo veel ijs ligt is het vangstverloop heel anders dan in normale winters. Daardoor hebben we geen zuiver beeld kunnen krijgen van het normale vangstpatroon."

Ophaaldienst
Het winterseizoen, dat een ferme voorraad bruikbare huiden had moeten opleveren, gaf een mager resultaat te zien. Het aantal afgeleverde ratten lag veel lager dan de mannen van BontSelect hadden verwacht. In de zomermaanden hoefden ze over het kwantum niette klagen. De twee chauffeurs die inmiddels in dienst waren getreden en wekelijks zo'n 6000 kilometer aflegden, werden bedolven onder de bisamratten. Maar de kwaliteit van de pelzen was abominabel.

De meeste dieren hadden dagen in het lauwe water gelegen en waren al aan het ontbinden. Bovendien hadden de zware klemmen veel pelzen onherstelbaar vernield. ,,In de zomermaanden was de uitval zeg maar honderd procent," geeft Dijksman toe. ,,We zijn gewoon ophaaldienst geweest. Een tweede onvoorziene factor was de val van de dollar. De ruwe huiden die we op de wereldmarkt hebben aangeboden zijn gunstig ontvangen, maar omdat de Amerikaanse dieren ineens zo'n stuk in prijs kelderden konden wij onmogelijk concurreren.'' Toen koning winter opnieuw z' n intrede deed met ijzig lage temperaturen en de muskusratten onder een beschermende ijslaag verborg was voor Bont-Select de aardigheid van de Nederlandse bisamrat af. ,,De proef werd eind 1985 voorshands beëindigd," merkt de Commissie Muskusrattenbestrijding zakelijk op in haar jaarverslag.

Geslaagd
Desondanks noemt Dijksman de proef geslaagd. Dit in verband met de kwaliteit van heteindprodukt. Met de pelzen die aan de eisen voldeden zijn jassen gemaakt waar ingewijden volgens de Rotterdamse bonthandelaar versteld van staan. Dat is de verdienste van de 83-jarige Dijksman senior, een innemende baas met zeventig jaar bontervaring. Niet voor niets wordt hij de nestor onder de bontmakers genoemd. In het atelier onder de winkei aan de Rotterdamse Nieuwe Binnenweg heeft hij zijn vakmanschap losgelaten op de bisamvellen. De resultaten hangen boven. Naturelkleurige bisambuikmantels, donkerder bisamrugmantels, heelvellige exemplaren en een collectie geverfde bontmantels. Voor een kleine 3000 gulden kan de liefhebber zich al in Nederlands bisambont hullen. Echt enthousiast wordt Dijksman als we bij de jassen aankomen waaraan niet te zien is dat er zo' n 100 muskusratten in zijn verwerkt. Dit is mogelijk gemaakt door de oude Dijksman, die een ingenieuze techniek heeft ontworpen om de pelzen aan elkaar te verbinden en die met succes heeft toegepast. Een gevolg van het arbeidsintensieve proces is wel dat het verhaal van het goedkope produkt van eigen bodem niet meer opgaat. Voor een dergelijke jas moet ruwweg een 8000 gulden worden neergeteld. ,,Maardanheb je ook iets speciaals," verzekert Dijksman me. ,,Kijk, je kunt de vellen ook kop aan kont aan elkaar zetten. Dan ben je in een dag klaar, maar zo' n jas ziet er wel even wat anders uit dan deze."

Evalueren
Of de proef zo geslaagd is dat die binnenkort weer wordt voortgezet durft Dijksman niet te zeggen. ,,Een accountantsbureau is bezig om de zaak boekhoudkundig door te lichten. Als we het rapport daarvan hebben kunnen we als BontSelect gaan evalueren met de mensen van het ministerie. Ik moet zeggen dat die altijd perfecte medewerking hebben verleend. De vraag is natuuriijk: zijn zij bereid de proef te continueren. En zo ja, onder welke voorwaarden. Want die moeten worden aangepast, dat is duidelijk. Dat zal in ieder geval betekenen dat wij alleen in de wintermaanden de bisamratten ophalen. Verder zouden we graag een subsidieregeling in de voorstellen vervat zien. Het gaat hier tenslotte om een nieuwe bedrijfstak, die arbeidsplaatsen met zich mee kan brengen. Dat maakt een financiële ondersteuning reëel, zeker gezien de risicofactoren waarmee je te maken hebt. Dat hebben we bij de proef wel ervaren."

Zwarte handel
Elbertus Stuy uit het Drentse Erm ziet niet veel in het rattenplan van Dijksman. Hij is een man van de praktijk, een gehard buitenmens. Zwarte leren kniebroek, groene kousen, ruige trui. Ontwerper van de vermaarde Stuykooi. Sinds hij zijn functie als jachtopziener op het landgoed van een freule verwisselde voor de muskusrattenvangerij zijn zestien jaren verstreken, In de beginperiode nam hij Groningen, Friesland, Drente en een deel van Overijssel voor zijn rekening. Nu is hij één van de drie rayonambtenaren die Drente telt en heeft hij vijf vangers onder zich. Zonder overdrijving kan hij een muskusrattenbestrijdingsspecialist worden genoemd. „De bestrijding van een dier sluit de handel in de pels ervan uit," vindt de Drentenaar. Meewarig schudt hij het hoofd als hij terugdenkt aan de chauffeurs die de kadavertonnen kwamen ophalen ,,Uit het oogpunt van de bonthandel zou je zomers niet moeten vangen om 's winters zo veel mogelijk dieren aan te kunnen leveren. Bovendien werkje zwarte handel in de hand. Mensen gaan stiekem ratten vangen of de klemmen van beroepsvangers leeghalen om de dieren te verkopen aan poeliers die er weer mee naar de bonthandel gaan."

Rommeltje
Dat de Commissie Muskusrattenbestrijding van de ministeries van verkeer en waterstaat en landbouw en visserij er anders over dacht wijt Stuy aan onbekendheid van de Haagse heren met de praktijk. De versplintering in de organisatie van de muskusrattenbestrijding ziet hij als de belangrijkste oorzaak van de grote kloof tussen beleidsmakers en praktijkmensen. Tot nu toe was het één grote warboel. Zowel het ministerie van verkeer en waterstaat als dat van landbouw en visserij bemoeide zich met de narigheid die muskusratten teweegbrengen. Hoewel de minister van verkeer en waterstaat de eindverantwoordelijkheid heeft, viel de bestrijding onder de Plantenziektekundige Dienst in Wageningen en werd vervolgens overgeheveld naar Faunabeheer. Naast rijksvangers deden ook andere bestrijders hun intrede; provinciale vangers, gemeentevangers, waterschapsvangers, vangers in dienst van grote particuliere instellingen als de Dienst Usselmeerpolders, vangers in dienst van Provinciale Landschappen. Een volgend couplet zijn de muskusrattenbestrijders in het kader van werkverruimende maatregelen en andere bijzondere dienstverbanden met mysterieuze afkortingen als GMD, TAP en WSW. Ze werden ondergebracht bij rijksoverheid, provincies, waterschappen, gemeenten en uitvoeringsorganen van sociale verzekeringen. Om de chaos compleet te maken scharrelden tussen de beroepsmensen de premievangers rond, deels idealisten, maar ook pure broodjagers die niet schroomden de kooien van bezoldigde collega's te plunderen, ,,'t Was een heel rommeltje bij elkaar," concludeert Stuy.

Belangenvereniging
De versplintering met de erbij horende bureaucratie leidde tot ontevredenheid onderde rijksvangers. Vijf jaar geleden besloten ze de PersoneelsBelangenvereniging Muskusrattenbestrijding op te richten, waarvan Stuy penningmeester en contactpersoon is.,, Wij hebben altijd gepleit voor één rijksdienst waaronder de hele bestrijding zou vallen. Dat maakt alles veel overzichtelijker. Iedereen werkt met hetzelfde materiaal en er is eenheid in salariëring.'' Aanvankelijk glimlachte men in Den Haag om het initiatief van het handjevol vangers. Nu is het een stevige vereniging met een eigen blad ,,Muskusrat en Beheer' ', waarop het gros van de ongeveer 250 vangers en 260 premiejagers is geabonneerd. Ze vinden daarin informatie over het werk en de beleidsmatige kant van de bestrijding. Vooral de decentralisatie biedt momenteel actueel nieuws. Want er staan grote veranderingen op stapel, in 1987 moeten de provincies de taak van het Rijk hebben overgenomen. Dat betekent tevens het einde van de Commissie Muskusrattenbestrijding en de Overleggroep Bestrijding Mus. kusratten. Daarvoor in de plaats komt een Permanent College van Overieg. De rijksoverheid zal de muskusrattenbestrijding financieel blijven steunen. Voor kwetsbare gebieden krijgen de provincies 80 procent van de kosten van vangers vergoed. Per muskusrattenvanger is 80.000 gulden uitgetrokken voor loon-, reis-, verblijf-, materiaal- en begeleidingskosten. De overige twintig procent van het bedrag komt voor rekening van de provincies en waterschappen die ieder de helft op moeten brengen. Voor de niet-kwetsbare gebieden betaalt het Rijk vijftig procent van de kosten. Rayonambtenaren moeten volledig door de provincie worden onderhouden.

Premiejagers
,, We krijgen dus twaalf muskusrattenbestrij din gen," rekent Stuy me voor. Toch vindt hij de nieuwe situatie in vergelijking met die van voorheen een verbetering. Bovendien zijn meer beroepsvangers aangetrokken, waardoor de behoefte aan premiejagers kleiner wordt. Die worden alleen nog maar ingeschakeld bij langdurige ziekte van een vaste vanger of onverwachte aanvallen en troepenverplaatsingen van het muskusrattenleger. De rayonambtenaren bepalen wanneer de hulp van oproepkrachten gewenst is. Zij hebben een controlerende en begeleidende taak.. ,, Watde organisatie betreft is Drente koploper," stelt Stuy zonder enige schroom vast. Ter ondersteuning van deze uitspraak toont hij gedetailleerde kaarten van de Drentse waterschappen. Elke vanger heeft een kaart van zijn eigen gebied met daarop genummerde vakken van vijf bij vijf kilometer. Op een lijst kan hij invullen hoeveel slachtoffers in ieder vak zijn gevallen. Aan het eind van de maand levert hij zijn lijst af bij de rayonambtenaar die alle gegevens per vak en waterschap noteert. Om vangers niet in verieiding te brengen is afgsproken dat ze de staarten van de waterkonijnen als vangstbewijs mee zullen nemen. Zodoende kan met zekerheid worden gesteld dat niemand zijn lijst voor de vuist weg heeft ingevuld.

Zelfdiscipline
Maandelijks houden de drie rayonambtenaren van Drente een werkbespreking met de provinciaal coördinator. Twee keer per jaar zijn ook de vangers daarbij aanwezig. Wellicht is de terugdringing van de bisamrat in Drente te danken aan deze perfecte organisatie, al is ook landelijk een kentering waar te nemen. Het muskusrattenbestand lijkt zich te stabiliseren. Dat de dieren ooit uitgeroeid zullen worden gelooft Stuy niet. Dat is ongetwijfeld een geruststellend idee voor de vangers, al kan het ook demotivatie in de hand werken. ,,Je moet voor dit werk zelfdiscipline hebben en zelfstandig kunnen werken," houdt de Drentenaar me voor.,, En wat nog belangrijker is, je moet van de natuur houden. Als je alleen aan muskusratten denkt wordt het niks.''

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 december 1986

Terdege | 72 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 december 1986

Terdege | 72 Pagina's