Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zorgen van een bavobig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zorgen van een bavobig

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In groep 8 vóélen ze zich. Ze zijn de oudsten, grootsten, knapsten en mogen het meest. Maar dan de eerste klas van de middelbare school. Brugpiepers, bavobiggen zijn het. Wat een overgang. Niet elke leerling zegt de basisschool met plezier vaarwel om zich te storten in het avontuur dat voortgezet onderwijs heet. Een gesprek met twee moeders over hun kinderen in de brugklas.

Ruben zat op de reformatorische Eben-Haëzerschool in Teuge. Z'n laatste jaar, groep 8, was niet het beste. „Hij zag ernaar uit naar de Fruytier te gaan. Had zoiets van: 't is hier toch bijna gebeurd. Dat was te merken aan z'n resultaten", zegt zijn moeder, Netty Elshof (38). Toen Ruben de stap naar de grote scholengemeenschap in Apeldoorn eindelijk mocht maken, „ging hij met sprongen de lucht in." Heel anders liep het met Niek. Hij zat op de School met de Bijbel in Emst. Kon soms moeilijk meekomen. „Niek heeft problemen met z'n concentratie, is snel afgeleid", vertelt zijn moeder, Ria Geerling (42). „Maar hij voelde zich wel thuis op de basisschool. Toen hij naar de Fruytier moest, dacht hij: Nu is het met m'n vrijheid gedaan. Nu moet ik elke dag na schooltijd huiswerk maken. Dat zag hij wel bij zijn oudere broers." Het meest miste Niek nog zijn meester die hem altijd had bijgewerkt op de basisschool. „Die was een vaderfiguur, een vriend voor hem. Bij hem kon hij zichzelf zijn. Toen Niek naar Apeldoorn ging, zei hij: Mocht ik de meester maar meenemen. Maar ja, je kunt 'm niet in een pen veranderen.

Trots
De moeders vinden dat hun kinderen voldoende voorbereid aan het nieuwe onderwijstijdperk zijn begonnen. „Ze mochten in groep 8 een hele dag op de Fruytier lessen meedraaien", vertelt mevrouw Elshof „Onder meer handvaardigheid. Ruben kwam met een vogelhuisje thuis. Trots dat-ie was. Ook kreeg hij adviezen van een vriendje dat een jaar eerder naar de Fruytier was gegaan. Zo van: Als het leswisseling is en je gaat naar boven of beneden, hou je dan vast aan de trapleuning, anders lopen ze je ondersteboven." Niek kwam als enige leerling van de Emster basisschool in IE van de Fruytier. Zijn makkers van weleer zaten in andere klassen. „Dat was erg jammer, te meer omdat hij eerst bij de zoon van onze dominee zou komen. Maar de dominee kreeg een beroep en vertrok. Dus bleef Niek alleen over. Dan krijg je gelijk de vraag: Naast wie moet ik gaan zitten? Gelukkig kende hij twee jongens uit Oene met wie hij op kamp was geweest." Ruben had het gemakkelijker. Hij zit met een groepje leerlingen uit Teuge in dezelfde klas.

Wild wippen
Huiswerk kregen de beide knapen op de basisschool ook, maar bij lange na niet zo veel als op de Fruytier. Niek heeft er moeite mee, bekent zijn moeder. „Hij wil na schooltijd vrij zijn, maar moet van mij na de thee naar boven. Dan hoor ik hem wel eens schoppen tegen de kast en wild wippen met zijn bureaustoel, maar hij gaat toch aan het werk. Ik vergeet nooit die eerste week: veertig Engelse woorden moest hij leren en na twee dagen kennen. Toen heb ik op een ouderavond gevraagd: Kan het misschien ietsje rustiger aan?" Ruben vindt het huiswerk interessant, zegt mevrouw Elshof. „Hij heeft er veel plezier in, vliegt uit school gelijk naar boven. Het gaat hem goed af. Hij houdt tijd over voor een folderwijk. Alleen z'n Engels is zwak. Maar dat is volgens de school bij veel leerlingen zo. Reformatorische kinderen hebben een taalachterstand omdat ze weinig of geen televisie kijken." Het iedere les van leraar wisselen, is een verandering waar sommige brugklassers flink aan moeten wennen. Mevrouw Geerling heeft met Niek de foto's in het 'smoelenboekje' bekeken. „We zijn al z'n leraren langs gelopen. Dan zei hij soms: Dat zal wel een strenge zijn, dat een aardige. Dat gaf hem steun. Inmiddels is hij helemaal gewend. Er zijn een paar leraren die hem niet zo liggen. Maar dan zegt hij: 't Is maar voor een uurtje."

Geen juffen
Aan de proefwerkweken, in schooljargon: GPW-weken, moest Niek eveneens wennen. „Hij heeft dan soms onbekende leraren die surveilleren. Dat maakte hem wel eens een beetje onzeker." Ruben „vliegt overal op af", aldus zijn moeder. Dat hij alleen leraren en geen leraressen heeft, deert hem niks. „Hij vindt het zelfs fijn. Op de basisschool heeft hij twee juffen gehad. Dat ging best goed, maar toen hij in groep 7 een meester kreeg, was dat het helemaal." Voelen de jongens zich een nummer op school? Mevrouw Geerling: „Dat kan ik van Niek niet zeggen. We hebben hem voorbereid op het massale. Soms vraag ik: Zie je Han, dat is z'n broer in havo-4, wel eens? Dan zegt-ie: Ja hoor, want die steekt gelukkig overal bovenuit. We waren in het begin bang dat hij zou verdrinken op zo'n grote school, maar dat is reuze meegevallen. De leraren houden dat goed in de gaten."Het fietsen naar school is voor de jongens geen probleem. Niek was het gewend. Vanuit zijn woonplaats Vaassen is het zeven kilometer naar de basisschool in Emst, naar de Fruytier tien. Ruben ging met de bus naar Teuge, maar hoeft nu slechts tien minuten te fietsen naar de Fruytier. Beiden rijden in een groepje mee.

Heimwee
Hoe denken de jongens na driekwart jaar brugklas over hun 'oude' basisschool? Mevrouw Elshof: „Ruben is er een tijdje terug nog geweest met een clubje. Ze hadden onverwachts vrij. Even een praatje maken, hier en daar helpen, dat vonden ze heel leuk. Op de terugweg heeft-ie z'n fiets onderin de schoolbus gelegd, omdat het regende." Niek is 'Emst' ook nog niet vergeten. „Vooral in het begin had hij sterk heimwee. Nu gaat het beter, maar hij moest wel met Kerst even z'n rapport laten zien." Ondanks alle veranderingen wordt het leven op de Apeldoornse scholengemeenschap steeds leuker, merken de moeders aan hun kinderen. „Zeker als een leraar aan de klas vraagt om op vrijdag een frituurpan mee te nemen. Dan is de Fruytier zó'n school."

Jong geleerd

Arend (4)en Gert (6) zijn aan het stoeien. Arend

geeft Gert per ongeluic een schop

tegen het voorhoofd. Gert huilt en roept in paniek: „Auw auw, m'n verstand, m'n

verstand!"

Enkele dagen later zegt Arend tegen oma: „Oma, Gert z'n verstand zit toch niet los!"

Papa heeft tandsteen laten

verwijderen. Kees (5) mocht mee en verklaart: „Er heeft een mevrouw aan papa's mond gezuigd en het

werd mooi schoon, hoor!" Op een warme zomerdag gaan opa en oma met de kleinzoons een dagje uit. Vanwege de hitte zet oma een grote zonnehoed op. Zegt I^ark (3) verbaasd: „Maar oma, het is toch

geen zondag

Toen Rien (8) thuis kwam van het vissen vroeg zijn vader: „Ben je in de sloot naast 't huis geweest om te vissen?"„Nee", zei Rien, „want daar zitten botelisten!" (botulisme).

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 april 1997

Terdege | 84 Pagina's

De zorgen van een bavobig

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 april 1997

Terdege | 84 Pagina's