Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

REACHES OP “WAAROM GROEIEN ONZE KERKEN NIET?”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

REACHES OP “WAAROM GROEIEN ONZE KERKEN NIET?”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de loop van enkele weken heb ik verschillende reacties ontvangen op het artikel waarvan de titel hierboven staat. Kritische reacties, verdrietige reacties en stimulerende reacties. In het algemeen was er de toon van liefdevolle verbondenheid met onze kerken en bewogenheid om de toekomst van onze kerken.

Ik schrijf dit artikel enkele dagen voor de ouderlingenconferentie van 24 april. Daar zal prof. Maris over de positie van onze kerken spreken. Het lijkt me niet onmogelijk dat in zijn referaat punten aan de orde komen die ook door briefschrijvers ter sprake gebracht worden. Dit artikel zal zo mogelijk geplaatst worden in het conferentienummer. Daarom moet het nu, vóór de conferentie, geschreven worden.

Het lijkt mij het beste om de verschillende reacties zo helder, zuiver en kort mogelijk weer te geven. Uiteraard noem ik geen namen. Ik hoop dat de briefschrijvers zich herkennen in mijn weergave. Soms is de toon van de reacties wat scherp of verdrietig. Ik zal die toon ter wille van een eerlijke weergave laten doorklinken.

Het beste lijkt me om de verschillende overwegingen onder elkaar te zetten.

- De naam Christelijk Gereformeerd geeft aan buitenstaanders de indruk van “zware kerk/zwartekousen-kerk”. Dit werkt afstotend.

- Er zijn tussen de gemeenten en vaak ook binnen de gemeenten grote verschillen. Daarover wordt vaak niet of niet liefdevol gesproken.

- Het scheiden van de geesten binnen onze kerken is herkenbaar aan de, wat ik zelf nu noem, alternatieve ambtsdragersconferenties.

- De kwaliteit van onze leden/ambtsdragers wordt niet optimaal benut. Men kijkt meer naar de achtergrond dan naar de gaven die mensen hebben. Dit werkt frustrerend.

- Wij houden te veel vast aan dogma’s; uit angst of vanwege kerkpolitiek. We moeten oog hebben voor deze tijd. Gegroeide situaties worden in stand gehouden, zonder motivatie. Mensen vragen en vooral de jeugd vraagt om duidelijkheid en een eerlijke benadering.

- We besteden tijd aan details, intern gekibbel en aan ons afzetten tegen andere kerken. Daarmee gaan we voorbij aan wat we als kerk in deze wereld behoren te zijn en aan de zo noodzakelijke samenwerking.

- We besteden te weinig tijd aan gemeenteopbouw en aan toerusting. We moeten mensen aanspreken op hun gaven en op hun verantwoordelijkheid. Inslapen moet voorkomen worden. Daarom meer doelgericht bezig zijn en onze energie stoppen in positieve zaken, zoals Jezus Christus ons die heeft opgedragen.

- Waarom is deze vraag niet op de synode aan de orde gesteld? Blij dat het in dit artikel wel gedaan werd.

- De verschillen met de Nederlands Gereformeerden (vrouw in het ambt en de toeëigening van het heil) zijn niet onoverkoombaar. We moeten eenheid zoeken en betrachten.

- Als onze kerken missionair zijn zal de eenheid daardoor ontstaan en bevorderd worden.

- Er is zoveel nood en eenzaamheid. De kerk doet daaraan niet voldoende in prediking, pastoraat en evangelisatie.

- De prediking moet meer aansluiten bij de belevingswereld van de mensen en zeker van de jeugd. Veel jeugd komt in de kerk niet om de preek, maar om de ontmoeting met elkaar en om de band die ze (gelukkig) met elkaar hebben.

- Wat doet ‘Apeldoorn’ aan al deze vragen, noden en leemten?

- Reformatorisch en evangelisch kunnen niet zonder elkaar.

- De opmerkingen in het artikel stelden teleur. De factoren die kerkgroei bepalen zijn talrijker en ook andere dan welke in het artikel genoemd werden.

- We moeten veel meer luisteren naar en leren van de Duitse theoloog Christian Schwarz. Denk aan zijn in het Nederlands vertaalde boek “Natuurlijke gemeentegroei”, met acht kenmerken van een groeiende gemeente.

- Ervaringen en principes van Willow Creek Community Church in Chigago moeten worden verwerkt.

- Er moeten nieuwe gemeenten gesticht worden. In de laatste twintig jaar zijn er driehonderd nieuwe evangelische gemeenten ontstaan. Hun leden bestaan voor een deel, maar niet alleen uit voormalige kerkleden.

- We moeten ons bezinnen op de vraag wat God ons als kerken te zeggen heeft door deze ontwikkelingen. We moeten als plaatselijke kerken in actie komen (en niet alleen in re-actie onze kracht zoeken). Van de plaatselijke gemeenten moeten we impulsen voor de toekomst verwachten.

- Dan een reactie van een predikant uit het midden van de kerk. Hij heeft de laatste jaren door omstandigheden als kerkganger nogal wat preken gehoord. Hij is teleurgesteld. Een bepaalde oppervlakkigheid, zonder waarschuwing voor de ernst van het verloren gaan. Dat er in de kerk schuldige mensen zitten, komt weinig aan de orde. Sommige predikanten hebben de mond vol over gemeenteopbouw, maar laten trouw pastoraal bezoek na. We gebruiken de kerkdienst om te demonstreren hoe ver we het met elkaar hebben gebracht in het geloof. De hoogleraren zouden zondags in de kerken moeten gaan luisteren naar wat er wel en naar wat er niet gezegd wordt.

- Een andere reactie: Er is geen christelijke gereformeerde eenheid meer, ook niet in de opleiding in Apeldoorn. De gezaghebbende uitstraling van bovenaf is weg. De plaatselijke gemeenten gaan veel verder dan de bredere vergadering toelaat. Hebben onze kerkelijke vergaderingen nog wel toezicht? Er straalt geen enkele vorm van gezag meer van de kerkelijke vergaderingen uit.

- De vier punten die in het artikel worden aangegeven duiden op iets heel anders dan wat in de kerken praktijk is: op de Kruis - Woord - puzzel. Daarvan moeten we het hebben.

- Een kerkenraadslid moet de zaak van de kerken van harte dienen en bevorderen. Het wordt echter moeilijk, ook al heb je als ambtsdrager de kerk van harte lief.

Tot zover de weergave van de ontvangen reacties. ledere lezer zal er op zijn eigen manier mee omgaan en op reageren.

Ik ben bereid op deze reacties in te gaan, al is dat geen eenvoudige taak. Nu ik echter uit de redactie getreden ben lijkt het mij beter dat de redactie zich op de reacties bezint en, eventueel in samenhang met wat op de conferentie wordt besproken, erop terugkomt.

Desgewenst wil ik daaraan mijn bijdrage leveren. In ieder geval dank ik alle briefschrijvers voor hun reacties, die blijk geven van een diepgaande betrokkenheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

REACHES OP “WAAROM GROEIEN ONZE KERKEN NIET?”

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's