Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het jaar 1590. In dit jaar nam de macht van Maurits zeer toe, waar hij ook stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijsel werd.

Toch w r aren de Staten-Generaal niet erg voor de offensieve krijg. Het kon wel eens tot gevolg hebben, dat. de druk naar deze kant weer toenam.

Ook waren de heren wel wat bevreesd voor de populariteit van een succesvol veldheer en wilden liever zelf de touwtjes in handen houden.

Lastig voor de beide veldheren was het particularisme der gewesten, dat nog al eens krakeel veroorzaakte. Vaak wilden de Hollanders niet, dat de oorlog in Friesland en elders werd voortgezet; of zeiden eenvoudig: laat de Friezen maar betalen, die hebben er het meeste belang bij. Zo iets komt in een Unie niet te pas.

Toch zou dit jaar het schitterend begin doen zien van een reeks gelukkige vorderingen tot heil der Republiek: resultaat, onder de zegen des Heeren, van het onvermoeide pogen onzer Nassau's.

Het begon met Breda. Het is vooral Oldenbarnevelt geweest, die er bij prins Maurits op aandrong deze stad te nemen. Hij heeft dan ook een stoffelijk blijk van erkentelijkheid ontvangen voor zijn aandeel in dezen.

Niet alleen was Breda het vaderlijk erfgoed van de Prins, maar tevens was de stad een belangrijk strategisch punt. Van hier uit toch kon men gemakkelijk tochten ondernemen in Brabant, maar ook de Schelde bestrijken.

Wie kent de geschiedenis niet? Het is een meesterstuk geworden, waartoe nu letterlijk ieder van de deelnemers zijn bijdrage leverde: van de dappere kapitein Hérauqière, de uitvoerder, tot schipper van Bergen en zijn knecht toe. Het was nu niet bepaald een plezierreisje, als men door lekkage tot zijn knieën in het ijskoude water zit en het een gehoest van je welste is. Nog gevaarlijk op de koop toe.

Keurig werd het turfschip met zijn 70 soldaten en zijn deklast van turf door de bezetting door het Spanjaardsgat tussen de beide torentjes tot voor het kasteel (nu de Kon. Mil. Academie) gebracht.

Maar het waren benauwde ogenblikken voor de schipper, toen de bevelhebber gelastte direct tot lossing over te gaan en de beste turven, die goed vuur gaven dreigden ontdekt te worden.

Een der soldaten, Matthijs Heldt, verzocht zelfs zijn kameraden hem te doden, om niet door zijn gehoest de onderneming te doen mislukken.

De zaak is gelukkig schitterend verlopen. De volgende morgen zag de Prins het oranje-blanje-bleu op het kasteel wapperen. Spoedig volgde nu ook de overgave der stad.

In het volgend jaar 1591 toonde Maurits welk een geniaal krijgsoverste hij was.

Natuurlijk had het heel wat voeten in de aarde gehad, om. voor dit jaar een goed veldtochtsplan in elkaar te zetten. Ieder had zo zijn eigen wensen! Het Noorden wenste Groningen, Steenwijk en Koevorden genomen te zien. Dat waren uitvalspoorten voor Verdugo orn het platteland af te stropen, tot groot ongerief en erge benauwenis der bewoners.

gerief en erge benauwenis der bewoners. Holland en Zeeland verlangden weer wat anders, n.1. de verovering van Geertruidenberg (over het verraad van deze stad door de Engelsen schreven wij in een vroeger artikel), van waaruit hun binnenhandel belaagd werd.

Gelderland en Overijsel verlangden het nemen van de IJselvestingen, waarbij natuurlijk ook Holland belang had.

Tenslotte kwam menj tot een accoord. De IJselvestingen zouden eerst aangetast worden, daarna Groningen of Steenwijk. De Friezen gingen met dit plan mee. Toen begon het. Maurits' taktiek was: grote beweeglijkheid, onverwachte aanvallen.

lijkheid, onverwachte aanvallen. Nu eens zat hij met zijn leger aan de middengrens, dan in 't Noorden, schoot vervolgens naar het Zuiden. De vijand kon hem niet bijhouden; zocht hem altijd waar hij niet kwam!

Het begon met een onverhoedse aanval op Zutphen. Reeds na 5 dagen moest de stad zich overgeven. Nog op de dag van de overgave trok hij met het leger naar Deventer, welke vesting hij in 10 dagen vermeesterde. Nu ging het snel op Groningen los, maar hier stootte hij het hoofd. De stad, verdedigd door Verdugo, bleek te sterk.

Toch had Maurits nog een succes te boeken door de verovering van Delfzijl en enige schansen. Parma was inmiddels uit Frankrijk weergekeerd en belegerde de schans Knodsenburg bij Nijmegen. Onze Prins joeg hem daar weg.

Tot zijn bittere spijt moest Parma op bevel van Philips weer terug naar Frankrijk.

Nu haalde Maurits een handige manoeuvre uit. Hij gaf bevel, dat zijn soldaten de winterkwartieren zouden betrekken; de veldtocht van 1591 scheen geëindigd.

Het was echter niets dan een list om de vijand in slaap te wiegen; want plotseling gaf hij bevei op te rukken naar Hulst, dat een gemakkelijke buit werd.

De vijand dacht niet anders, of hij zou doorstoten naar Vlaanderen. Toch niet. In snelle marsen ging het naar het Oosten op Nijmegen los, dat genomen werd.

De Prins kon tevreden zijn. IJsel en Waal vormden een prachtige vaarweg en met de veroverde steden een sterke barrière. Zo nodig kon nu de schoonmaak binnen voortgang vinden.

Men moest erkennen, dat die jonge Oranjevorst een krijgsgenie was.

Voor 1592 stonden allereerst Steenwijk en Koevorden op het program.

Zoals bekend waren het de toegangspoorten naar het Noorden waardoor Verdugo troepen c.a. naar Groningen kon doen aanvoeren om deze stad op krachten te houden. Het beleg van het sterke Steenwijk was vooral geniewerk.

Toen de stad zich had overgegeven, klaagde de bevelhebber Coquel, dat hij niet met de wapenen was overwonnen, doch als een vos met schoppen uit zijn hol gejaagd!

Nu was Koevorden aan de beurt. Verdugo had deze stad uitermate versterkt.

„Als Koevorden het niet houdt", zei hij, „weet ik niet wat houden zal."

Koevorden moest echter capituleren, zij 't na een taaie weerstand.

Groningen liep nu groot gevaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1953

Daniel | 12 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1953

Daniel | 12 Pagina's