Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderen reageren pas op groot verdriet als het thuis weer 'veilig' is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen reageren pas op groot verdriet als het thuis weer 'veilig' is

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sterven en rouwen... Iedereen krijg er vroeg of laat mee te maken. Bij het begin van het huwelijk worden we er al op gewezen dat moeite, zorgen, verlies en rouw geen huis voorbij gaan. Onze kinderen leren dan ook -soms al jong- bij ervaring wat sterven, overlijden, doodgaan inhoudt. Er komt een lege plaats. Er is iets verloren wat nooit meer door precies hetzelfde vervangen kan worden. Kinderen van wie opa of oma, vader of moeder, broer of zus door de dood werd weggenomen, kunnen heel verschillend reageren.

Bij de begrafenis van zijn vader stond de zevenjarige Henri naast zijn moeder. Hij keek lachend in het rond en toonde volop belangstelling voor de kiezelsteentjes op het pad. Naar de kist waarin zijn vader lag, keek hij niet. Ook het verdriet van zijn moeder leek hem niet te treffen. „Wat een ongevoelig kind", zou menigeen kunnen denken...

Toen aan Joke verteld werd, dat haar moeder een ongeluk had gekregen en was overleden, reageerde ze met deze woorden: „Wie moet dan morgenochtend mijn haar kammen?" En Hanneke zei, toen ze hoorde dat haar broertje verdronken was: „Nou zit hij gelukkig niet meer aan mijn spullen."

Na enkele weken
Zo kan de reactie zijn. Wij zijn door zulk egoïstisch gedrag geschokt en willen het kind tot de orde roepen. We benadrukken wat er gebeurd is en eisen eigenlijk, dat het kind zijn verdriet toont als een volwassene, dat het wanhopig is, in huilen uitbarst, stil en ernstig zal doorleven en geen lust meer zal hebben in allerlei pret.

Als een volwassene immers een sterfgeval meemaakt in de nabije familie, dan grijpt het hem aan. De eerste rouwreacties beginnen onmiddellijk na het sterven van de geliefde. Bij kinderen zien we dat soms pas enkele weken of zelfs wel maanden na de dood. Kinderen kunnen eigenlijk pas hun verdriet uiten als ze zich veilig genoeg voelen. En die veiligheid ontbreekt als in het gezin een groot verlies geleden wordt.

Vader die zijn vrouw moet missen; moeder die haar echtgenoot verloren heeft, ouders die hun kind naar het graf moeten brengen; zij kunnen in die moeilijke, verdrietige situatie geen veiligheid bieden aan hun (andere) kinderen. En zo kan het voorkomen dat het kinderverdriet ineens doorbreekt, als het gezin tot rust is gekomen. Het egocentrische gedrag (het bezorgd-zijn om de voortgang van eigen persoonlijke noden na het sterven van vader of moeder) is een uiting van het zich-onveilig-voelen.

Aandacht
In de periode van groot verdriet komen kinderen vaak ook aandacht te kort. Dat is natuurlijk geen wonder. Vader en/of moeder lijdt/lijden op hetzelfde moment het verlies van dezelfde persoon. De vader van een kind is tegelijkertijd ook de echtgenoot van zijn moeder; oma is de moeder van een van de ouders. Zo is het wel dezelfde persoon die overlijdt, maar het verlies is niet gelijk. Het betreuren van het verlies van opa is heel anders dan het verdriet om vader. En het verdriet neemt de volwassene zo in beslag, dat hij of zij geen aandacht meer kan opbrengen voor het verdriet van het kind.

Fasen
Elk mens is verschillend. Elk kind reageert anders op het verlies van een geliefd persoon, maar toch zijn er herkenbare en algemene reacties aan te wijzen. Het sterven slaat een diepe geestelijke wond. Er is een band met de overledene, die niet zomaar verbroken kan worden. Het kost veel tijd en energie om alle gevoelens stukje bij beetje bewust te verwerken. Pas daarna is er ruimte om zonder de geliefde verder te leven.

Sommigen noemen dan verwerken wel "rouwarbeid", omdat het zoveel energie kost. Natuurlijk duurt het hele proces bij de een wat korter, loopt het bij de ander meer door elkaar heen en is het bij een derde weer veel minder hevig. Men onderscheidt verschillende rouwtaken, opdrachten die ook kinderen moeten doormaken om tot het verwerken van het verlies te komen.

Maar nogmaals: niet elk kind vertoont alle gevoelens en reacties. Bovendien hangt het ook van de leeftijd af hoe een kind reageert als bij voorbeeld plotseling of na een langdurige ziekte een van de ouders overlijdt.

Jonge kinderen
Baby's van 0 tot 6 maanden geven geen reacties van rouw of verdriet. Als het kind goed verzorgd wordt en liefde ontvangt, ontwikkelt het kind zich normaal als andere kinderen. Dat wordt na de zesde maand (tot ongeveer het tweede jaar) al anders.

Echt huilen van verdriet doet zo'n kleintje nog niet veel, maar wel zien we andere reacties. Het kind zoekt, het verzet zich tegen anderen, het gaat (weer) duimzuigen, bedplassen, knoeien en wil weer overal mee geholpen worden; 's nachts wordt het soms herhaaldelijk wakker en vraagt om de nabijheid van vader of moeder. Heel aanhankelijk kan het zijn, of juist brutaal.

Van het tweede tot het zesde jaar reageren kinderen weer anders op het verlies. Veel kinderen voelen zich bij voorbeeld schuldig na het overlijden van papa, mama, broer of zus. Ze denken soms, dat zij de oorzaak zijn van het sterven, want in stilte hebben ze, wanneer ze boos waren, dat sterven wel eens gewenst!

Ook zijn deze jonge kinderen vaak bezet met angst! Zal moeder nu ook sterven? Wie zal het kind nog meer moeten verliezen? Of zal hij zelf sterven? Huilen komt nu wel voor, maar meer om het verdriet en huilen van anderen, dan dat het verlies zelf die reactie oproept.

Agressief
Grotere kinderen, zo van zes tot elf jaar, krijgen al meer de volwassen uitdrukkingswijze voor het verdriet: ze huilen, loochenen het verlies, zijn ontredderd, voelen zich eenzaam. Ook nu treden schuldgevoelens op: „Ik ben vaak boos geweest, heb me niet goed gedragen. Ik had veel meer moeten helpen! Een poosje geleden heb ik nog ruzie gemaakt en nu kan ik het nooit meer goedmaken!"

Ook voelt het kind boosheid: „Waarom heeft papa me in de steek gelaten?" en dat kan weer tot gevolg hebben, dat het kind zich dwars en agressief gedraagt tegenover moeder. Op school wil het niet meer vlotten; het kind is in de war, kan maar geen rust vinden en zijn concentratie is heel gering.

Andere kinderen klagen over hoofdpijn, misselijkheid of buikpijn, maar er wordt geen medische oorzaak voor gevonden. Ook zijn er kinderen die zich in dromen verliezen en zich in hun eigen wereldje terugtrekken.

Waarom?
En dan is er vaak ook de opstand. Ja, ook kinderen vragen: „Waarom Heere? U had mama toch beter kunnen maken!" En weten we daar een antwoord op?

Ik las daarover in het boek "Christelijk gezinsleven" een klein gedeelte geschreven door prof W.H. Velema: „In zulke dagen komt vaak dringend en dreigend de vraag naar het waarom boven. De dichters van de Psalmen kennen die vraag ook. We herinneren alleen maar aan Psalm 22. Hoe begrijpelijk deze vraag ook is, zij wordt zelden beantwoord.

De HEERE is niet verplicht antwoord te geven op onze vragen, hoe dringend die ook zijn. In het willen ontvangen van een antwoord zit soms ook het verlangen om de HEERE te beoordelen op Zijn rechtvaardigheid (....) Wij moeten er op uit zijn ons aan de genadige en vaderlijke zorg van de HEERE toe te vertrouwen, ook als ons waarom onbeantwoord blijft (....)

Het waarom moet verdwijnen. Het moet plaats maken voor het gebed om het met God eens te worden en Hem te volgen op de weg die Hij met ons gaat. Pas dan komt er vrede." En dat kan de Heere ook aan kinderen geven!


Angst om ook haar moeder te verliezen

Anneke is 7 jaar, als heel onverwacht haar vader aan een hartaanval overlijdt. Haar moeder reageert verbijsterd en ontredderd. Zij was altijd weinig zelfstandig, leunde op haar man en nu moet ze zelf beslissingen gaan nemen. Dat kan Annekes moeder niet aan en ze wordt depressief.

Voor Anneke is er bijna geen gelegenheid meer om haar gevoelens van verdriet en opstandigheid over papa's dood te uiten. Als ze dat toch probeert, kan moeder dat niet verdragen. Heel grillig reageert ze. De ene keer is ze doof voor wat Anneke zegt, de andere keer wijst ze het verdriet af; soms is ze prikkelbaar en valt uit tegen haar dochtertje, of ze wordt overspoeld door haar eigen verdriet en krijgt een hevige huilbui.

Zo is Anneke dan alleen achter gebleven, haar vader is overleden, haar moeder is onbereikbaar! Helaas heeft ze in haar korte leventje ook nog niet geleerd zich op de buitenwereld te richten; ze is heel afhankelijk van moeder, en vriendinnetjes heeft ze niet.

Wat is het gevolg? Anneke wordt stil, trekt zich verder terug, verliest op school haar werklust en krijgt lichamelijke klachten. Ze is misselijk, duizelig en voelt zich ziek -vooral als ze 's morgens naar school moet. Maar als ze thuis mag blijven -bij moeder- dan nemen de klachten af. Wat is de oorzaak hiervan?

Het is de angst om moeder te verliezen. Moeder doet de laatste tijd immers zo vreemd en is zo onbereikbaar! Vader stierf ook ineens van het ene op het andere moment en dat kan met moeder ook gebeuren. Het onverwerkte verdriet en de angst om zich tussen andere kinderen te bewegen zorgen voor de klachten van Anneke en naast de depressie krijgt ze een ernstige schoolfobie. Professionele hulp is hier dringend nodig!


„Ik moet jullie iets heel ergs vertellen"

„Het was maandagochtend toen we het hoorden. De kinderen kwamen 's middags thuis eten. Ik ging tussen ze in zitten en drukte ze stijf tegen me aan. „Jongens, ik moet jullie iets heel ergs vertellen, iets echt heel ergs." Ze keken me aan; ik zat te huilen.

„Tim is gisteren verdronken, toen hij bij zijn opa en oma aan het logeren was. Tim is gestorven. Hij kan nu nooit meer met jullie spelen." „Oh", zei Jan-Willem alleen maar. Hij gleed van de bank af, pakte een balletje en ging met de poes spelen. Het maakte weinig indruk op hem, maar wat wil je, een kind van net vier.

Heleen wilde er meer van weten. „Waar is hij verdronken?" „Bij zijn opa en oma." „Ja, maar in welke sloot? Die naast het huis of die voor het huis?" Ik had geen idee. „Misschien in de sloot naast het huis." „Ja maar, hij kon toch niet zwemmen, waarom ging hij nou in die sloot liggen?" „Ik denk, dat hij erin gevallen is en omdat hij niet kon zwemmen is hij verdronken." „Oh."

Voor Heleen was het nu ook genoeg. Ook later vroeg Heleen honderduit. Vragen die ik naar eer en geweten heb beantwoord. Moeilijke vragen. Vragen waaruit bleek dat ze het maar half begreep. Soms vroeg ze wel drie keer hetzelfde. Ze wilde alles precies weten, alle details van hoe het gebeurd was, waar het gebeurd was, wanneer het gebeurd was.

Ze wilde ook steeds alles weten over hoe het nu verder met Tim ging, over de begrafenis, over de kist in de grond. „Hoe ziet Tim er nu uit?",vroeg ze na een paar weken. Gruwelijke vragen stelde ze af en toe en soms had ik de neiging om te zeggen: „Hè toe joh, hou nou eens op!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 december 1991

Terdege | 88 Pagina's

Kinderen reageren pas op groot verdriet als het thuis weer 'veilig' is

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 december 1991

Terdege | 88 Pagina's