Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekennieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekennieuws

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

”Wat Christenen geloven en moslims niet begrijpen”, Marten de Vries en Gert Jan Segers; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 2012; 213 blz.; € 17,90.

Sedert de aanslagen in New York in 2001 is de islam weer voluit actueel. In de media kunnen we er veel over lezen. De ontwikkelingen in de Arabische wereld liegen er ook niet om. Ook in Nederland komen we moslims tegen. Er wonen ongeveer 1 miljoen mensen met een dergelijke achtergrond in ons land. Het zijn net als wij burgers in dit land. Ze hebben rechten en verplichtingen. Het zijn veelal Nederlanders, denk maar aan de burgemeester van Rotterdam.
Hoe gaan we met deze mensen in gesprek? We leven samen in één land en het is dus mogelijk en ook waarschijnlijk dat we moslims ontmoeten. Bovendien reizen ze met ons naar de eeuwigheid.
En elke christen heeft, als het goed is, een diep en krachtig verlangen om medemensen te winnen voor het rijk van Christus. Het goede Woord van God mogen en moeten we uitdelen aan medemensen. Dat is een Bijbelse roeping.
In het boek ”Wat christenen geloven en moslims niet begrijpen” worden handreikingen gedaan voor het gesprek met moslims. In de eerste zes hoofdstukken worden verschillende dingen over de geloofsleer gezegd. Heel duidelijk laat de schrijver zien dat er een grote kloof ligt tussen het christendom en de islam. Wel geeft hij aanwijzingen voor het gesprek met islamieten.
In vergelijking met veel seculiere Nederlanders, die godsdienst vaak niet veel kan schelen, zijn islamieten ervan overtuigd dat er een jongste dag met een eeuwig oordeel is. De visie erop is echter totaal anders dan wat de Bijbel leert. Elke islamiet leeft in ‘een principiële onzekerheid ten aanzien van de afloop van het leven’. De Bijbel leert ons de vaste zekerheid van het behoud door het geloof op grond van het Borgwerk van Christus.
Van groot belang is ook het verschil tussen de Bijbel en de Koran. Sommigen denken dat het om gelijkwaardige boeken gaat. Niets is echter minder waar. Islamieten vereren de Koran als een heilig boek. In het christendom is dit anders. ‘Christenen vereren geen tekst, maar de persoon van Jezus Christus, die ze door het werk van de Heilige Geest in Gods Woord mogen ontmoeten’.
Het tweede deel van dit leerzame boek gaat over de levenswandel. Ook daar zijn er grote en principiële verschillen.
Aan de hand van het vijfde tot en met het tiende gebod wordt het verschil in levensoriëntatie tussen islamieten en christenen uitgelegd. De ware christen mag door het werk van de Heilige Geest in dankbaarheid leven naar Gods geboden. Islamieten moeten door een ‘goed leven’ de eeuwige zaligheid verdienen.
Recht en liefde krijgen in het christendom gestalte door het offer van Christus.
‘Aan de voet van het kruis ontmoeten recht en liefde elkaar en ontvangen we de vergeving waardoor we anderen kunnen vergeven’.
Kortom, een boekje met goede en deskundige informatie voor allen die met islamieten te maken hebben.

Amersfoort, ds. W. Visscher

---
”En Henoch wandelde met God”, Thomas Boston; uitg. Den Hertog, Houten; ISBN 978-903312-4471; 122 blz.; € 12,90.

Hoe als christen te staan in een meer en meer verheidenste samenleving?
Hoe het gesprek aan te gaan met hen die al minder van God willen weten, laat staan van Zijn geboden, wegen en inzettingen? Moet een christen overal zijn stem laten horen, getuigen waar dat kan, het gesprek zoeken waar mogelijk, opkomen voor de eer van God en voor de zaak van Zijn Koninkrijk?
Het lijken nieuwe vragen, maar ze zijn dat ten diepste niet. Thomas Boston kende zulke vragen ook al. Sterker nog: Henoch kende ze ook. In het boekje ”En Henoch wandelde met God” doet Boston uit de doeken wat wandelen met God inhoudt, in een omgeving waar weinigen daarvan gediend zijn. Wat valt er uit Henochs leven te leren, voor de tijd van vandaag? Wat raadt Boston aan voor de christen in het Nederland van nu?
Boston zou Boston niet geweest zijn als hij was weggekropen in zijn eigen zuil, als hij alleen het isolement zou hebben gezocht, zich niet zou hebben bekommerd om zijn naaste. Dat deed hij wel terdege. Hij zaaide aan alle wateren, ijverig, gunnend, onophoudelijk, waarbij hij vooral de eigen ‘betrekkingen’ op het oog had, het eigen gezin, de eigen familie, de eigen gemeenteleden.
Ware godsvrucht bestaat niet, zegt hij, uit al maar praten met anderen, maar uit wandelen met God: ‘Nooit bestaat het dienen van God in praten, maar wel in het wandelen met God. Het praten is alleen maar dat wij uit onze eigen mond veroordeeld worden’. En: ‘Wij moeten alleen maar méér tot God naderen, naarmate we zien dat zo velen ver van Hem wijken’. En ook: ‘Als mensen telkens tot de troon der genade zullen gaan en zich vastbesloten zullen verzetten tegen de besmettelijke ziekte van hun tijd, kunnen ze - al is het met moeite - te midden van een dodig gezelschap in leven blijven’.
Het is, zegt Boston, de eerste opdracht van een oprecht gemaakte christen om als vreemdeling te leven, als reiziger op doorreis naar een beter vaderland. ‘Hun hart moet van de wereld worden losgemaakt, het moet de wereld voor eeuwig vaarwel zeggen’. Boston zegt dat een christen zich niet in de eerste plaats moet bekommeren om hen die zich om God niet bekommeren, maar om zijn eigen zielenheil. Dat houdt in dat men ‘het hart van de wereld moet afwennen’, en zich niet moet onderdompelen in de dingen van dit aardse leven. ‘Zij die willen leven in gemeenschap met God moeten onbezwaard door de wereld gaan, als reizigers voor wie het voldoende is een vluchtige blik te werpen op de streken waar ze doorheen trekken’. De reden: ‘De wereld is één van de grootste stokebranden tussen God en een ziel’.
‘Strijden om in te gaan’ betekent bij Boston vooral het vreemdelingschap beoefenen, ongelijkvormig zijn aan deze wereld, afscheid van de wereld nemen, in leven en in wandel, niet in wereldsgezindheid, maar ook niet in vormendienst waar God niet van weet.
Een mens heeft daarbij geen tijd te verliezen, en het meeste wat niet behoort tot het ‘strijden om in te gaan’ is letterlijk zonde van de tijd. Theologische discussies brengen meestal ook niet dichterbij God, zegt Boston. ‘Wat besteden veel reizigers veel kostbare tijd aan het disputeren over de weg, tijd die ze misschien beter kunnen gebruiken om verder te komen. Sterker nog: Velen brengen misschien al hun dagen door met het disputeren over de weg, totdat de zon voor hen ondergaat en de nacht hen overvalt’.
Bostons boodschap in ”En Henoch wandelde met God” is: Kies het beste reisgezelschap. Ga met God.

Lieren, J. van ‘t Hul

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2012

De Saambinder | 16 Pagina's

Boekennieuws

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2012

De Saambinder | 16 Pagina's