Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij Christus horen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij Christus horen

Eerste lezing winterconferentie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de wereldstad Antiochië, de derde stad in het Romeinse rijk, vielen sommige mensen op. De heidenen hoorden en zagen het. Deze mensen spraken altijd over een zekere Christus! Ze hoorden bij Christus. Ze waren volgelingen van Christus. Hun spreken en hun leven was anders. Het was aan de buitenkant te zien wie ze volgden met hun hart.

Leerlingen werden in die tijd genoemd naar hun leermeester. Zo werden deze discipelen aangeduid als christianoi (Handelingen 11 : 26). Christenen! Het was eerst eigenlijk een scheldnaam. De kanttekeningen zeggen: iscipelen van Christus, omdat ze Zijn leer aannamen en beleden. Welke met deze naam ook recht genoemd worden, als zij in Hem geloven en zij leden van Zijn lichaam en Zijn zalving deelachtig worden.

Een christen is een mens, die door het geloof een lidmaat van Christus is. Het zijn deelgenoten aan Christus! Ze worden christenen genoemd omdat ze bij Christus horen.

De noodzaak van het geloof

Het ware geloof is dus noodzakelijk om een christen te zijn. Het beslist over ons eeuwig wel of eeuwig wee! Zonder geloof is het onmogelijk Code te behagen (Hebreeën 11 : 6).

Ook de apostel Johannes wijst hierop in het Evangelie: ie in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven, maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Cods blijft op hem (Johannes 3 : 36).

Als dan een waar geloof beslissend is om bij Christus te horen, dan moet het onze persoonlijke vraag zijn: wat is een waar geloof? Hoe kom ik er aan?

Paulus roept daartoe op: nderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf (2 Korinthe 13 : 5).

Velen zeggen in onze tijd: eloof is toch geloof! Je moet echter bedenken, dat iets dat zo waardevol is, veel wordt nagemaakt. Nagebootst en onecht! Daarom spreekt de Bijbel bijvoorbeeld overeen 'ongeveinsd geloof' (2 Timotheüs 1 : 5).

De bijbelse grondwoorden voor geloof (emuna en pistis) duiden op: astheid en zekerheid. Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet (Hebreeën 11 : 1).

Het zaligmakend geloof

Onze gereformeerde vaderen hebben op grond van de Schrift een bekende onderscheiding gemaakt: historisch geloof, tijdgeloof, wondergeloof en zaligmakend geloof.

Het onderscheid luistert heel nauw. Alleen bij de toets van het Woord van God en het licht van de Heilige Geest is het verschil te zien. Deze soorten geloof, die geen geloof zijn, verenigen wel met de kerk en met de kerkmensen, maar niet met de Zaligmaker. De inlijving in Christus ontbreekt! Worden dan alle mensen wederom door Christus zalig, gelijk zij door Adam zijn verdoemd geworden? Het antwoord op deze belangrijke vraag is: Neen zij, maaralleen degenen, die Hem dooreen waar geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen (Heidelbergse Catechismus, zondag 7).

Bij Adam horen! Door mijn geboorte ben ik verbonden met Adam. Ik leef in een staat van ongeloof. Dat is geen lot, maar dat is mijn eigen schuld. Vrijwillig gekozen!

Wat is nu voor jou nodig? Dat de Heilige Geest het geloof door het Evangelie in mijn hart werkt.

De Catechismus spreekt over: ingelijfd of ingeplant worden. De Heilige Geest snijdt af van de oude stam Adam en lijft in in de Heere Jezus Christus, de Tweede Adam.

Inlijven (daarin hoor je het oude woord 'lijf' dat wil zeggen: lichaam) ziet op de nauwe band met Hem. Met Zijn Persoon. Zoals een rank in de wijnstok! Zoals een lichaam en ledenmaten!

Ingelijfd worden, is volkomen passief. Het is een genadedaad van God. Het ware geloof is genadegave. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof en dat niet uit u, het is Cods gave (Efeze 2:8).

Ingelijfd worden betekent dus: in de wedergeboorte plant de Heilige Geest het geloof in de ziel en dit geloof verenigt met Christus.

Waar geloof komt niet uit jezelf. Het is geen werk uit de mens. Het is geen .. • ' •v/'i, ; .. m. •it.iüijn.

voor-'^MmS waarde om zelf te WP' 1 - voldoen, maar het is een werk van de Heilige Geest (Heidelbergse Catechismus, vraag en antwoord 65).

Van beslissende betekenis zijn hier: et Woord van God (Romeinen 10 : 17) en de Heilige Geest (Handelingen 16 : 14).

Dit geloof is de lege hand van de bedelaar, waardoor hij al Zijn weldaden leert aannemen. Doch wij verstaan niet dat het, om eigenlijk te spreken, het geloof zelf is, dat ons rechtvaardigt; want het is maar een instrument, waarmee wij Christus, onze rechtvaardigheid omhelzen... en het geloof is een instrument, dat ons met Hem in gemeenschap van al Zijn goederen houdt (Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 22).

Dus de aard van het zaligmakend geloof is de vereniging met Christus. Het beslissende verschil met al die andere 'geloven' is dus: de band met Christus!

De bekende ds. A. Comrie schrijft: Een zee van tranen uiteen benauwd geweten, buiten Christus, is voor God evenveel waard als de tranen van de verdoemden in de hel.

Dit zaligmakend geloof zit in je hart (in tegenstelling met schijngeloof). Het neemt alle functies in beslag: je hart, je hoofd, je gevoel, je handen en je voeten!

De eigenschappen van het geloof

Het zaligmakend geloof is een zekere kennis, maar ook een hartelijk toestemmen en een vast vertrouwen. Kennis, toestemmen en vertrouwen! Deze kennis van het geloof is een kennen in de bijbelse betekenis. Daar betekent het: omgang hebben met. Kennis als vrucht van een levende ontmoeting; een persoonlijke verhouding in liefde. Het is in aard en wezen onderscheiden van de verstandskennis van het historisch geloof. Als de Heere dat geloof in je ziel gaat werken, dan gaat juist al ons kennen en weten overboord! Het is een bovennatuurlijke en bevindelijke kennis, gewerkt door het Woord en de Heilige Geest. Calvijn omschrijft deze kennnis als: Een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond is op de waarheid van Zijn genadige belofte in Christus en door de Heilige Geest aan ons verstand wordt geopenbaard en in ons hart verzegeld (Institutie III, 2, 7).

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt (Johannes17:3).

Het ware geloof is ook een hartelijk toestemmen. Een door de kracht van de Heilige Geest voor waarachtig houden. Een buigen en amen zeggen op de inhoud van GodsWoord. Een aanvaarden van alles dat God in Zijn Woord geopenbaard heeft: dreiging en belofte, vloek en zegen; oordeel en genade.

Als derde is er sprake van een vast vertrouwen dat niet alleen anderen, maar ook mij...

Het ware geloof richt zich op het voorwerp: de enige Zaligmaker Jezus Christus.

Het doet de zondaar uit gezicht van eigen ellende naar Jezus Christus hongeren en dorsten, tot Hem de toevlucht nemen, Hem aannemen, zich op Hem verlaten en de zaligheid in Hem omhelzen. Het doet de ziel zakken en zinken; steunen en vertrouwen op Hem alleen.

Geloofsstrijd

Tot dusver hebben we gesproken over het zaligmakend geloof gewerkt in het hart. We noemen dat: het wezen van het geloof. Maar dat levende geloof komt openbaar in de daden van het geloof (ook genoemd: oefeningen van het geloof). Je kunt zeggen: het geloof gaat geloven! Het ingeplante geloof is (als een plant) afhankelijk van de dauw, de regen en het licht van de Heilige Geest tot opwas en groei, (n het ware geloof is geen twijfel en geen onzekerheid. Maar dat kan wel in de gelovige zijn. Denk maar aan Thomas. Hij mocht bij Christus horen! Hij was een ware gelovige, maar zat in de banden van het goddeloze ongeloof. Hij kon geen geloof oefenen.

Zo kan er veel strijd zijn tussen geloof en ongeloof. Waar nooit aanvechting is, daar is geen waar geloof! Op deze manier wordt het geloof geoefend en versterkt. Zoals een boom sterkere wortels krijgt, naarmate er meer stormen over heen gegaan zijn (Calvijn).

Er zijn veel oorzaken van ongeloof en twijfel in het leven van een kind van God: een zondige en slordige levenswandel; het verachten van de genademiddelen (het Woord en de sacramenten); het leeg laten van de binnenkamer (gebedsleven); beproeving door de Heere (zoals goud door de goudsmid) en bestrijding door satan, wereld en verdorven eigen ik.

Geloofsopwas

Er is ook opwas in het geloof. Er zijn trappen of standen in het geloofsleven. Het ware geloof staat naar groei. Let op: dat betekent niet dat de gelovige een steeds grotere en betere gelovige wordt. Nee, dat is: Hij moet wassen en ik minder worden.

Opwas dat is: afsterven van zichzelf en een opwas in de kennis en de genade van de Heere Jezus Christus.

Het ware geloofsleven staat naar de vaste en zekere kennis van de Persoon en het werk van de Heere Jezus. De strijd van het genadeleven is: niet alleen anderen, maar ook mij; te mogen geloven, maar het niet te kunnen vasthouden.

Met de vader van de maanzieke jongen: k geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp (Markus 9 : 24). Of met de discipelen van Christus: eere, vermeerder ons het geloof.

De minste oefening van het geloof sluit alle twijfel uit. Hoe zwak het geloof in de oefening van Gods kinderen ook wezen moge, in elke oefening is dit vertrouwen in de bedekking van de zonde; in de opening van het Evangelie; in het smaken van de liefde en van de vrede Gods. Naarmate deze oefening van het geloof door de kracht van de Heilige Geest sterker wordt, vermeerdert niet allen de kennis, maar ook het vertrouwen (ds. G. H. Kersten, Gereformeerde Dogmatiek II, pag.162).

Het geloof en de vruchten

Het zaligmakend geloof is te kennen aan de vruchten. Bij Christus horen betekent ook uit Christus leven! De gelovige is door de vereniging met Christus Zijn zalving deelachtig. Dit komt openbaar in de vruchten. Want gelijk het lichaam zonder de geest dood is, alzo is ook het geloof zonderde werken dood (Jakobus 2 : 26).

De vruchten van het geloof zijn onder andere: et haten van de zonde en het strijden tegen de zonde; een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods te leven; de vruchten van de Geest zoals liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid, zachtmoedigheid, matigheid (Galaten 5 : 22).

Bij Christus horen

Dit is van het allerhoogste eeuwigheidsbelang. Bij wie hoor jij? Er zijn maar twee soorten mensen op deze aarde: bij Adam horen of bij Christus horen!

Zoals je geboren bent hoor je bij Adam! Dan ben je een volgeling van de vorst der duisternis!

Bij de wereld horen! Zonder geloof, zonder hoop, zonder liefde. Door het merkteken van je doop hoor je wel uitwendig bij Christus. Afgezonderd tot Zijn dienst! Een christen genoemd. Maar waarom word jij een christen genaamd? Alleen door je doop en je kerkgaan?

Ben je een naamchristen, een schijnchristen, een bijna-christen of een zondagschristen?

Of is het gebed bij jouw doop door genade in je leven verhoord: Wij bidden U bij Uw grondeloze barmhartigheid, dat Gij dit kind genadig wilt aanzien en door Uw Heilige Geest Uw Zoon Jezus Christus inlijven.

De prediking komt tot ons: ekeert u en gelooft het Evangelie (Markus 1 : 15).

Ben jij daar al eens mee vastgelopen? Nooit aan die rechtvaardige eis te kunnen voldoen? Is ongeloof een gruwelijke zonde in je leven geworden? Is het een vraag: oe kom ik aan zo'n geloof dat met Christus verbind? Begeef je biddend onder de verkondiging van Wet en Evangelie! Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Romeinen 10:17).

Het geloof is een gave, dat wil zeggen: het is uit vrije genade te krijgen. Zoek het in de werkplaats van de Heilige Geest. Laatje Bijbel niet gesloten en laatje plaats in de kerk niet zo gemakkelijk leeg. Smeek om het onweerstaanbare werk van de Geest van Christus in je hart. Je moet Hem hebben of je gaat verloren!

De God aller genade lere het ook jou bevindelijk kennen: ij Christus horen! Dan zal het net als in Antiochië ook aan de buitenkant te zien zijn wie we met ons hart volgen. Christianoi! Geen scheldwoord, maar een erenaam! Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genaamd te worden; verkiezende liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn dan de schatten van Egypte; want hij zag op de vergelding des loons (Hebreën 11 : 24 - 26).

Werkendam, ds. M Karens

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's

Bij Christus horen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's