VOORBEREIDING
Hun harten voelden /.ij als boeken In Gods geduchte hand gelegd. En wisten dat Hij al hun slecht Gedrag gerecht zou onderzoeken'.
Zij lagen bang en hunkerend mee, En zagen wat Zijn vingers wezen. Was er niets goeds? hun schaamte en vrezen
Groeiden tot een verschroeiend wee.
God had de boeken dicht gedaan, En zou het grote vonnis spreken. Toen dorst hun stem de stilte breken: O Heere Jezus, neem ons aan!
En 't bonzend hart, dat ze in zich vonden, Was vlekkeloos en zonder zonden'.
NABETRACHTING
De stuggen hebt Gij mild gemaakt, Maar o de lieflijkheid der zachten! Die is zo zuiver als de vachten van lamren door de zon geblaakt.
De scliuwen werden niet verschrikt. En die als bloemen naar U smachten, Hebt gij, als regen in de nachten, Met grote druppelen verkwikt.
Hier zijt ge als wonderboom gegroeid, En claar als telg aan dorre stroken. Aan velen hebt Gij blad geschonken Bij enklen zijt Ge als roos ontbloeid.
Maar allen die Uw doodsangst dronken, Zijt Ge als nieuw leven ingevloeid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1972
Daniel | 16 Pagina's