De betekenis van de doop

(2)

In de mening van de baptisten zou dan de bediening van het nieuwe verbond armer zijn dan de bediening van het oude verbond: daar werd iedere jongen als kind besneden. Het is echter zo, dat de bediening van het nieuwe verbond rijker is dan de bediening van het oude: niet alleen de jongetjes, ook de meisjes worden gedoopt.

3. De volgelingen van Dr. A. Kuyper stellen, dat de doop een zegel is op de aanwezige gen'ade. Aangezien deze genade niet in pasgeborenen waarneembaar is, zegt Dr. Kuiper dat hij verondersteld dat elk kind, uit gelovige ouders geboren, genade heeft. Verlaat het kind later de gemeenschap der kerk* dan is zijn doop niet anders dan een schijndoop geweest. Het ontvangen van de boodschap van het Evangelie in het hart' kan alleen plaatsvinden bij wedergeborenen. Dr. Kuyper stelt dat deze wedergeboorte lang bij iemand „sluimeren" kan, maar te zijner tijd het hart voor de boodschap van. het Evangelie laat opengaan. De Bijbel leert echter: „Doden zullen horen de stem van de Zoon van God".

.4. De vrijgemaakten in navolging' van Prof. Schilder verwerpen de gedachten van Dr. Kuyper als gegrond op onze menselijke veronderstellingen, en wijzen naar een hechter grond: Gods verbond. Wx) hebben niets te veronderstellen, daar God Zijn verbond opgericht heeft en gezegd: jij bent Mijn kind. Het kind moet dat geloven, en er amen op zeggen en dan is' de zaak rond. Men gebruikt nogal eens het beeld van een cheque, die iemand gegeven is. Wordt de waarde van de cheque ingezien, dan wordt hij goed bewaard en daarna verzilverd. Wordt de gever niet geloofd en hecht men geen waarde aan de cheque, dan wordt hij weggegooid. Dan verwerpt men de waarde van zijn doop en mist de zaligheid om eigen schuld. In deze kerken treft men veelal een rationeel geloof aan. Men kent geen bekeringsgeschiedenis. Wij zijn immers gedoopt? Wij geloven die doopbelofte; zo staat men eigenlijk dicht bij de roomse kerk. Zelfs schreef Prof. Holwerda eens over de doop: de roomsen gaan wat betreft de doop wel te ver, maar hebben toch de betekenis van de doop goed verstaan.

God aanvaard je als Zijn kind; zodat de doop identiek is met de afwassing der zonde. Vervolgens spreken we over het onderschatten van de waarde van de doop. Wij in de gereformeerde gemeenten maken ons niet schuldig aan het overschatten van de doop, en stellen ons daar scherp tegenover. Toch blijken wij vatbaar voor een ander, minstens even groot gevaar: het onderschatten van de heilige doop. Als we aan een gemeentelid zouden vragen: wat betekent de doop voor u? Dan is het antwoord: eigenlijk niets nuttigs, het betekent alleen dat als je niet zalig wordt, de doop een zegel is voor je verdoemenis. Meer niet. Wel dan zou het advies moeten luiden: ouders laat uw kind alstublieft niet dopen! Besef het wel, kan God.iets negatiefs geven? Nee, God geeft altijd iets positiefs! God stelt in de sacramenten achter het positieve Evangelie een uitroepteken: als er gepredikt wordt dat de grootste der zondaren nog zalig kan worden, kun je nog denken: ja, maar dat is alleen voor mijn buurman. Dan zou je daar nog achter kunnen wegkruipen.

Nu word je als het ware uitgehaald, en bij je naam genoemd: Jan, jij wordt ondergedompeld, in de naam van een drieenig God. Als jij verloren gaat, is het je eigen schuld. Want ik zweer het je, er is zelfs voor jou genade: je kunt een kind van Mij worden; je kunt genade krijgen. Als je zo op de betekenis van je doop let is dit een oorzaak om je te verwonderen. Je bent gedoopt opdat je zou gaan vragen: Heere, geef mij die genade! Waarom zit u eigenlijk in de kerk? Waarom laat God tot u prediken? Let hiervoor eens op de markt, een winkelier: ze hebben een etalage, ze stallen hun waren uit. De winkelier legt de dingen die hij te koop aanbiedt er met vakkennis in, alles op z'n plaats. Hij wil dat de voorbijganger er bij stil blijft staan, belangstelling zal krijgen, , benieuwd zal worden naar de prijs. Hij wil dat zijn waren gekocht zullen worden. Het is net zo met Gods predikers: zij moeten de rijkdom van Gods genade op z'n voordeligst uitstallen. Zodoende moeten de mensen gaan vragen: Hoe duur is het? Hoe kan ik het krijgen? U moet er zin in krijgen.

Waarom moet de doop bediend worden? Waarom moet het Evangelie aan uw voorhoofd worden vastgebonden? Het is opdat wij naar God zullen vragen, die gezegd heeft: Al wat u ontbreekt, schenk ik zo gij 't smeekt, mild en overvloedig. Zodoende kunnen we worden bewaard voor moedeloosheid en wanhoop. De duivel zegt: jouw leven is door en door verdorven, dus: er is geen hoop voor jou. Hij verkleint de zonde vóór die bedreven is: is ze geschied dan vergroot hij die bovenmate. Met het oog daarop is de doop ingesteld. Luther heeft dit zeer goed begrepen. Toen satan hem influisterde, dat er voor hem geen genade was, zei hij: „Satan je liegt, want ik ben gedoopt!" Al was ik nog zo slecht, voor mij is er genade!

Dit zou aan Gods troon verbinden. Op een catechisatie moesten catechisanten eens schriftelijk de vraag beantwoorden: wat betekent de doop voor jou? Als antwoord schreven twee broertjes, die niet naast elkaar zaten: wel, vraag het maar aan mijn vader of moeder! Ik heb er niet om gevraagd. Hieruit bleek, dat de ouders nooit met de kinderen over hun doop gesproken hadden. Hoe moet men op een dergelijk antwoord ingaan? Het geeft immers wèl te denken! Op de volgende catechisatie werden de antwoorden besproken. Geheel tegen de verwachting was het antwoord: deze twee broers hebben de spijker op de kop geslagen. Dit is nu precies waar het op aankomt, jullie zijn ongevraagd gedoopt! En dit is nu precies de kiem van het Evangelie: God wil de eerste zijn. De volgende keer lagen er twee sigareijjbij de asbak; een geschenk van de twee jongens. Tenslotte: wat betekent de doop voor u? Heeft de doop u al bij God gebracht? Dat wij zouden leren vragen om de genade waar de doop van gewaagt. Als wij dezelfde , blijven, dan is de doop een zegel in onze verdoemenis en gaan wij rechtvaardig verloren.

Hoe menigmaal heb Ik u willen vergaderen, zegt de Heere. Daarom geldt nu: gedenk wat tot uw eeuwige vrede dient.

Ds. J. V. Haaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen