Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LIVINGSTONE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LIVINGSTONE

Een redder in nood

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Amerikaan Stanley had gezwoegd en gesjouwd, had veel ontberingen moeten doorstaan, was door gevreesde koortsen overvallen, had de inlanders ondervraagd om zijn gestelde doel te bereiken: hij moest Livingstone vinden, hetzij dood hetzij levend. Eén uit zijn gezelschap was bezweken en had in het verre land zijn laatste rustplaats gekregen. Een andere Amerikaan was zo ziek geworden, dat hij niet verder kon volgen en terug moest gebracht naar één der kustplaatsen.

Hoe groot was tenslotte de blijdschap, toen hij van de negers vernam, dat in het dorp, dat vóór hem lag, een blanke man vertoefde, die zwaar ziek was aange-

komen, maar nu zachtjesaan herstelde! Dat moest de man zijn die hij zocht! En hij versnelde zijn schreden.

Op dat ogenblik was een bediende van Livingstone uitgegaan, en wat zag hij ? Een groep mensen naderde. Eén droeg een Amerikaanse vlag. De bediende snelde naar de hut waar zijn meester zich bevond: „Meester, een witte man komt hierheen!"

Livingstone stond op, waggelend op zijn benen, en bleef in de deuropening staan. Stanley naderde de magere, bleke man, gekleed in een grijs linnen broek, rood mouwvest, en een blauwe pet met gouden rand op het hoofd. Nog enkele stappen, en daar staan de twee mannen vlak bij elkaar.

„U bent Dr Livingstone, is 't niet? " vraagt de Amerikaan.

„Dat ben ik, " antwoordt de Engelsman.

„Ik ben Stanley. Ik dank God, dokter, dat het mij vergund werd u te ontmoeten."

„En ik ben dankbaar, dat ik u mag verwelkomen."

Welk een ontmoeting! Een barmhartige Samaritaan was op de juiste tijd gekomen.

Nu kwamen de tongen los. De twee mannen, waar heel de wereld over zou spreken, raakten niet uitgepraat. Maar er gebeurde nog meer. Een heleboel brieven, uit Zanzibar meegenomen, werden door Stanley overhandigd. Met bevende handen werden de brieven van zijn kinderen en vrienden door Livingstone geopend en met vlugge blik gelezen. Gelukkig, alles was goed. Uit het diepst van zijn hart dankte de zendeling de Heere voor de onverwachte en ongedachte redding.

Nu herstelde Livingstone zienderogen. Alles wat hij behoefde kon hij nu krijgen. Stanley had zijn voorraad levensmiddelen, medicijnen en verband in tweeën verdeeld en de helft aan zijn vriend geschonken. Samen trokken ze er op uit in de landstreek om het Tanganjika-meer en bezochten daar de nederzettingen der negers. Stanley zag de vloek van de slavernij, en was er volkomen van overtuigd, dat de Christenen in Europa en de Nieuwe Wereld dit groot kwaad moesten uitroeien.

Vier maanden bleef Stanley in die omgeving. Nu moest hij terug naar Zanzibar. Hij verzocht Livingstone om met hem mee te gaan. Maar dat ging niet. „Ik heb beloofd, " sprak de zendeling, „om de oorsprongen van de Nijl en de Kongo op te zoeken. Neen, ik moet nog verder. Als mijn opgedragen taak ten einde is, zal ik naar huis gaan. Graag had ik, dat u me een paar goede dragers uit Zanzibar zond."

„Daar kunt u op rekenen, " was Stanley's antwoord.

„En wilt u die brieven meenemen? En verslag voor het Britse volk? " dit grote

„Het zal gebeuren. Moge God u veilig bij ons allen terugbrengen. Vaarwel."

„Vaarwel, mijn vriend. God geleide u veilig naar huis en zegene u, " sprak Livingstone bewogen.

Zo scheidden die twee.

Stanley heeft het verslag over de slavernij naar Engeland meegenomen. Toen daar bekend werd, hoe de toestanden waren in het zwarte werelddeel, was men zeer verontwaardigd. Er werden maatregelen genomen om een einde te maken aan de vreselijke slavenhandel in de gebieden, door Livingstone beschreven, en het resultaat was gunstig.

Wat gevoelde de zendeling-ontdekker zich nu eenzaam, nu zijn vriend en redder was vertrokken. Vóór de eerste nacht aanbrak, knielde hij neer om te bidden. Hij was van een goed vriend verlaten, maar een betere Vriend bleef. In zijn dagboek schreef hij deze woorden: „Mijn God, mijn leven, mijn alles. Ik vertrouw mijzelf weer geheel aan U toe. Neem mij aan en wees mij genadig. O genadige Vader, geef dat ik, voordat dit jaar voorbij is, mijn taak mag beëindigen. Ik vraag het U in Jezus' naam. Amen."

Nu moest gewacht op bedienden, die Stanley zou sturen. En inderdaad, ze kwamen. Stanley had zijn belofte vervuld:57 mensen kwamen uit Zanzibar aan, en nu konden de voorbereidingen gemaakt voor de nieuwe reis. Levensmiddelen werden ingeslagen, voor wapens en geneesmiddelen werd gezorgd, de kledingvoorraad werd aangevuld, terwijl ook naar geschikte reisdieren werd omgezien.

In Augustus 1872 vertrok de karavaan, op zoek naar de bronnen van de twee grote rivieren, maar ook om zendingsplaatsen te ontdekken.

In Januari van het volgende jaar kwam het gezelschap bij het Bangweolo-meer. Vanaf hier zouden de mannen op grote tegenstand stuiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1951

Daniel | 12 Pagina's

LIVINGSTONE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1951

Daniel | 12 Pagina's