Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gouden draad van genade in ons vorstenhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gouden draad van genade in ons vorstenhuis

Hij is de Heere, Hij doe wat goed is in Zijn ogen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer B. Hoogwerff, schrijver van Op U zo wil ik bouwen heeft ons volk een zeer goede dienst bewezen door op de gouden draad van genade in ons vorstenhuis te wijzen. In de loop van de eeuwen is er al veel over het Huis van Oranje-Nassau geschreven, maar over het algemeen heeft men dit aspect onderbelicht gelaten. Dit is opvallend, te meer ook omdat er met betrekking tot het geestelijke leven van de Oranjes genoeg materiaal in het Koninklijk Huisarchief aanwezig is. De samensteller van het waardevolle en unieke boek heeft van dit materiaal gebruik gemaakt, zodat deze gouden draad duidelijk zichtbaar is geworden.

Aanleiding publicatie
De aanleiding van deze publicatie vormt de herdenking van de verdrinkingsdood van Johan Willem Friso, op 14 juli 2011, driehonderd jaar geleden. Tijdens het onderzoek door de schrijver kwam al snel de gouden draad van genade in ons vorstenhuis openbaar, en kreeg hij behoefte om dit publiekelijk te maken. Het leverde bijzondere getuigenissen op.
Juliana van Stolberg (1506-1580) was behalve de stammoeder van de Oranjes, ook een biddende moeder voor haar familie en een moeder in Israël voor haar omgeving. Toen zij overleed, leefden er ongeveer 160 klein- en achterkleinkinderen. Kleindochter Maria, de oudste dochter van Willem van Oranje, schreef na haar overlijden aan haar oom, graaf Jan van Nassau: ’Met een bedroefd gemoed heb ik vernomen het heengaan door de dood van mijn vriendelijke en hartelijk geliefde grootmoeder. Ik weet dat ze door velen betreurd zal worden, want het was een echt vrome en Godvrezende vrouw. De lieve God verlene ons allen, dat we in haar voetstappen mochten treden.’
Door genade zijn er velen in haar nageslacht geweest die inderdaad in datzelfde voetspoor mochten treden. Op een heldere wijze wordt het leven van sommigen van hen in dit boek beschreven. De auteur concludeert niet, maar citeert zoveel mogelijk de authentieke getuigenissen uit bewaarde brieven en documenten. Hoewel de genade in alle beschreven personen vermeldenswaardig is, willen we ter illustratie twee bijzondere getuigenissen noemen.

Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765)
Zij was de vrouw van Johan Willem Friso, en een afstammelinge van Willem van Oranje. Uitvoerig wordt in dit boek aandacht aan haar geestelijke leven geschonken. Toen zij bericht kreeg dat haar man op 24 jarige leeftijd was verdronken, mocht zij door genade zeggen: ’Hij is de Heere, Hij doe wat goed is in Zijn ogen.’ Zij was toen in verwachting van haar tweede kind, dat zeven weken later werd geboren.
Toen dit kind, de latere stadhouder Willem IV in 1751 overleed, zei ze dat ’ze wenste te berusten in de wil van de Almachtige, Die het leven aan haar zoon gegeven hebbende, ook in staat was om het hem naar Zijn welbehagen weer te ontnemen.’ Haar biograaf getuigt van deze prinses dat zij naast ’een doordringend verstand en diepzinnig oordeel’ ook toonde ’een door Gods genade geheiligde kennis in de verborgenheden des geloofs (…).’
Maria Louise was 15 jaar toen zij openbare geloofsbelijdenis kon afleggen. Zij onderhield een uitvoerige briefwisseling met predikanten zoals H. van Alphen, J. Willemsen en W. Themmen. Laatstgenoemde preekte regelmatig voor haar en haar hofhouding, zodat zij een goede band had met deze leraar die haar hart verklaarde. In een brief aan hem schreef zij dat ze zich de weldaad van Gods genade niet durfde toe te eigenen vanwege haar zondige hart en haar slechts kleine voortgang op de weg der heiligmaking. Aan ds. H. van Alphen schreef zij dat ze dikwijls bestreden werd of haar werk wel waarheid was. De leraar beantwoordde haar brief door niet alleen te wijzen op de mogelijke oorzaken, maar ook op de middelen tot herstel.
De bibliotheek van deze prinses stond vol met oudvaders zoals Wilhelmus à Brakel, Comrie, Hellenbroek, Smijtegelt, Vermeer en vele anderen. John Owen was de lievelingsauteur van Maria Louise. Deze godvruchtige prinses stierf op zevenenzeventig jarige leeftijd, terwijl zij tot de Heere de toevlucht nam, en herhaaldelijk zei: ’O God! O God!’ Haar predikant, ds. Schrader mocht het middel zijn om haar in haar stervensuur te versterken.

Louise Henriëtte (1627-1667)
Louise Henriëtte was gravin van Nassau, keurvorstin van Brandenburg, en de oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia, in wie het werk van Gods genade duidelijk openbaar is gekomen. De Heere gebruikte verschillende tegenheden in haar leven om haar als een arme zondares aan Zijn voeten te brengen. Aan het einde van haar leven getuigde zij het volgende: ’God heeft in mijn vlees de tekenen Zijner roede ingedrukt, maar desgelijks heeft Hij ook Zijn vreze in mijn hart ingeschreven.’ Haar geestelijke ondervindingen verwerkte Louise Henriëtte in verschillende liederen, die zij waarschijnlijk in 1650 schreef. Zo heeft zij ook haar bekering in zestien coupletten beschreven. In het vijfde couplet lezen we:

In Christus hebt Gij mij verkoren, uit diepe stromen van de hel;
Nooit heeft het mij aan enig goed ontbroken.
Opdat ik U zou toebehoren, hebt Gij mij ook in grote trouw
Met roeden gekastijd, zoals een vader doet.


In de volgende coupletten schreef zij op welke wijze zij had geleefd en hoe de Heere haar ineens wakker schudde. Zo lezen we in het tiende couplet hoe zij indrukken kreeg van de Goddelijke deugden en dat zij helwaardig werd:

Dat alles is ineens ontwaakt, mijn hart wil in mij bersten,
ik zie de kracht van Uwen toorn, Uw vuur komt op mij af.
Gij wekt het rijk van dood en hel tezamen tegen mij:
Zij willen mij verslinden.


Verder blijkt uit het dertiende couplet dat zij zichzelf als een arme, helwaardige zondares had leren kennen, die door genade de toevlucht tot de Heere Jezus mocht nemen.

Heer’ Jezus, toon mij Uwe gunst; ik vlucht
tot Uwe wonden,
die Gij, om mijnentwil, aan ’t kruishout hebt gevoeld.
De moeiten van de zonden van ons allen -
gebonden werden zij
op U, o Godslam, dat Gij ze zoudet dragen.


Op een boeiende wijze toont de auteur de gouden draad van genade in ons vorstenhuis. Het zou nuttig kunnen zijn om dit boek aan onze geëerbiedigde vorstin en haar familie te schenken, opdat zij de wens van Maria, de oudste dochter van Willem van Oranje ter harte kunnen nemen, die na het overlijden van haar grootmoeder Juliana van Stolberg aan een familielid het volgende schreef: ’De lieve God verlene ons allen, dat we in haar voetstappen mochten treden.’ Tevens is het voor ons koninklijk huis en tegelijk voor ons allen nodig om te lezen wat graaf Jan van Nassau (1536-1606) in zijn testament schreef aangaande de handhaving van de zuivere waarheid:

’Ten derde is het onze wil en mening, dat onze erfgenamen zich verplichten en schuldig zijn, onze onderdanen te houden bij de erkende, alleen op Gods Woord gegronde, zuivere leer en Christelijke gebruiken, zoals wij die door Gods genade en bijstand hebben ingevoerd.’

Mocht er een gedurig gebed opgaan voor vorstenhuis en vaderland, want diezelfde Heere van bovengenoemde prinsessen leeft nog en Hij bekeert zondaren op dezelfde wijze. We wensen dit uitermate leerzame boek in vele handen! U leest niet van aardse praal, zoals in bladen als Vorsten, maar wel de heerlijkheid van Vorst Immanuël in het zaligen van verloren zondaren. We hebben het boek met verwondering en met weemoed gelezen. Van harte aanbevolen!

Naar aanleiding van: B. Hoogwerff, Op U zo wil ik bouwen, een gouden draad in het Huis van Oranje-Nassau. Uitgeverij Den Hertog – Houten, 196 blz.; € 25,90

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De gouden draad van genade in ons vorstenhuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's