Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W.H. Velema, Ethische vragen in prediking en pastoraat. Uitgeverij Kok Voorhoeve-Kampen (Reformatie Reeks). 112 blz. f. 22,50.

Dit boek kan beschouwd worden als een handreiking aan predikanten en anderen die een pastorale taak hebben, zoals de ouderlingen van de gemeente. Dat is direct af te leiden uit de titel en de indeling. Maar het is ook voor leden van de gemeente heel goed leesbaar en zeer instructief.

Na een inleidend hoofdstuk waarin duidelijk gemaakt wordt, wat het belang van de christelijke ethiek is en in welk licht de vele vragen te bespreken zijn, komt aan de orde waar het in de prediking om gaat en wat de specifieke van het pastoraat is. Prediking en pastoraat hebben ten doel, dat wij door genade en geloof weer als mens Gods op aarde zullen leven. Op een overzicht van de gegevens die in verschillende nieuwtestamentische brieven voorkomen, volgt een hoofdstuk over de betekenis van de Tien geboden, getiteld: De praktijk in de prediking. De auteur zegt: ”We moeten de prediking aangrijpen als middel tot onderricht in de geboden” (blz. 88). Aan concreetheid ontbreekt het niet en evenmin aan de nodige aanwijzingen voor het luisteren en raadgeven. Er is ruimte voor enkele sprekende voorbeelden uit de praktijk.

Hiermee is een indruk gegeven van de inhoud van dit nieuwe boek van prof. dr. W.H. Velema, waarin ons in kort bestek veel geboden wordt. Hartelijk aanbevolen!

Dr. Albert M. Wolters, Schepping zonder grens. Bouwstenen voor een bijbelse wereldbeschouwing. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam. 128 blz. Prijs f. 22,90.

Een interessant boek, al is het geen gemakkelijke lectuur, leder mens heeft bewust of onbewust een beeld van, een visie op de wereld waarin hij leeft, handelt en wandelt. Wanneer men zich daarvan bewust is en er zich rekenschap van geeft, dan kan van een ”wereldbeschouwing” gesproken worden. De vraag is dan natuurlijk waaraan die beschouwing te toetsen is. Er zijn er die daarbij naar de mens zelf verwijzen die zich autonoom waant, en die zgn. autonoom, in wezen alsmaar ronddraait in de mallemolen van het eigen ik, feitelijk nauwelijks verschillend van wie het zich niet bewust is en er zich geen rekenschap van wil geven.

De schrijver van dit boek, hoogleraar in ’biblical studies’te Hamilton (Canada), doet een m.i. verantwoorde poging bouwstenen aan te dragen voor de toetsing van onze wereldbeschouwing aan Gods woord. Hij roept op ”om de Bijbel en wat die ons leert serieus te nemen voor héél onze hedendaagse cultuur en niet tot een zaak van zogenaamde godsdienstigheid te degraderen” (blz. 16). Hij accentueert dat het gaat om Gòds schepping (zowel de daad als het resultaat van Gods scheppend werken), die hoe ook door de zonde van de mens aangetast, Zijn schepping blijft en van de ’dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden’ (Rom. 8:21 - blz. 63). Dat betekent natuurlijk niet dat hij geen aandacht zou hebben voor het individu en diens persoonlijk heil, er zelfs een zekere afkeer van zou hebben. Ook al zou m.i. het betoog aan waarde hebben gewonnen, wanneer dat sterker tot uitdrukking gebracht zou zijn, dr. Wolters ontkent dat allerminst, maar wil juist dáárom helpen dat we met onze wereldbeschouwing niet meegesleurd worden ”door de maalstroom van een geseculariseerd humanisme” (92).

Al blijven er dan allerlei vragen, de bezinning op het wereldbeschouwelijk aspect van ons leven hier en nu wordt zeker gediend door de bestudering van dit geschrift.

Drs. W. Janse, Een mens te zijn op aarde. Bijbeloverdenkingen. Uitg. Kok Voorhoeve - Kampen. 72 blz. Prijs f. 13,90

De hier geboden ”overdenkingen” zijn ten dele voor de radio in de rubriek ”Het levende Woord” uitgesproken, ten dele in het blad ”Opbouw” gepubliceerd (soms beide). Ze zijn gegroepeerd om vier thema’s: (”mens te zijn op aarde” dat)… is leven van genade;… is leven van de woorden;… en net als Jezus worden;… die naar het leven leidt.

Gespreksvragen aan het eind van elk hoofdstuk willen de eigen meditatie dienen, maar behoeven soms m.i. wel enige toelichting om de bedoeling ervan te begrijpen. Hier en daar treft een fijne exegese, ook al roept die af en toe vragen op. Bijbelkringen en gespreksgroepen zullen dit boekje zeker met winst kunnen gebruiken.

Dr. H. Vreekamp, Met diep ontzag. Over deze vreze des Heeren als bron van wijsheid. Uitg. De Groot Goudriaan - Kampen. 67 blz. Prijs f. 10.75.

Ook een bundeltje overdenkingen in de serie Pasmunt, waarin ”actuele zaken” worden behandeld.

Dit boekje behandelt het onderwerp de vreze des Heeren. Het wil oefenen in het luisteren naar woorden uit de Schrift. Zeven teksten uit het Spreukenboek, waarin gesproken wordt over de vreze des Heren, nodigen tot dat luisteren. Wie mocht denken dat het genoemde onderwerp weinig met de hedendaagse actualiteit te maken heeft, leze deze meditaties. De schrijver weet de actuele betekenis van de oude Spreuken te accentueren.

Dr. J. Hoek, Incest - Wat gaat ons dat aan? Boekencentrum - Den Haag 1989. 69 blz. Prijs f. 15,90.

Een beknopt boekje over incest. Het gaat ons wel aan, feitelijk en principieel, is het antwoord. Dr. Hoek bespreekt het gegeven incest en gaat in op de beschuldiging dat incest met christelijk geloof heeft te maken. Zijn antwoord wordt in vier hoofdstukken gegeven: ’Christelijk geloof tegenover incest’, met een positieve aandacht voor seksualiteit.

’Signaleren herkennen’ is de titel van hoofdstuk 5. ’Hoe kunnen we helpen?’ is het thema van hoofdstuk 6. Tenslotte: ’Fragmentarische kanttekeningen, enige literatuur en adressen voor hulpverlening’.

Er is nogal scherpe kritiek geuit door een bepaalde recensent op de onderdelen ”vergeving” en ”eert uw vader en uw moeder”. Het komt me voor dat de schrijver tussen twee uitersten door wil: alles goedpraten en de vader radicaal afschrijven.

Het boekje is eigenlijk een summiere inleiding tot het vraagstuk. Allerlei aspecten worden aangestipt. Ze verdienen bredere bespreking.

Met waardering voor de poging vragen we ons af, of er toch niet meer nodig was geweest. Hoe men daarover ook denkt, de schrijver heeft het onderwerp in elk geval aan de orde gesteld.

Dr. J.v.d. Wal, Suïcide, Christelijke hulpverlening rond een levensprobleem. Groen - Leiden 1989. 83 blz. Prijs f. 17,50.

Een boekje in de nieuwe serie ”Practisch en pastoraal”. De schrijver, directeur van De Poort, is gepromoveerd in de psychologie op rouwverwerking na suïcide en verkeersongevallen.

Dit boekje is niet maar een populaire bewerking van zijn proefschrift. Het bevat wel materiaal daaruit. Toch is het anders opgezet. Het gaat in op vragen van mensen die een poging tot zelfmoord deden, en op vragen van hen die na zelfmoord van een geliefde achterbleven. De schrijver neemt een voorzichtig standpunt in, dat ruimte laat voor het pastorale gesprek, en niet bij voorbaat veroordeelt. We waarderen dat. Dit gaat overigens niet ten koste van duidelijkheid met betrekking tot de bespreking van bijbelse gegevens. Ook worden praktische handreikingen gedaan voor het gesprek met mensen die een poging deden of die achterbleven. We waarderen pastorale toon en intentie van dit boekje. Jammer dat in de literatuurlijst (blz. 82) het eerste deel van de titel van het boek van drs. Exalto is weggevallen. Men vindt die titel op blz. 32 wel juist weergegeven.

Ds. W. Pieters, Of ik het ook grijpen mocht. Uitg. De Groot - Goudriaan, Kampen. 79 blz. Prijs 14,90.

De schrijver heeft artikelen uit ”Om Sions wil” gebundeld. De Rechtvaardigmaking, het Geloof, het Gebed en de Sacramenten zijn de vier rubrieken waarin de 19 hoofdstukjes zijn ondergebracht. Er is veel goeds van dit boekje te zeggen. Het ademt de sfeer van de werken van W. à Brakel, Boston en De Groe, uit wier werken wordt geciteerd. Het valt niet te ontkennen, dat de schrijver evangelisch wil zijn in het aanprijzen van Gods beloften. Tegelijk gaat hij toch beperkend te werk door voorop te stellen wat nodig is om de beloften te beleven. Naar mijn gedachte zou de toon anders worden, als duidelijk werd gezegd dat dit noodzakelijke beleven niet maar aan de belofte vooraf gaat, maar zelf daarvan inhoud is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's