Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog vragen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog vragen?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Ik ben een meisje van 15 jaar. Ik heb lang getwijfeld of ik mijn vraag zou sturen, maar ik doe het toch, want ik kom er echt niet uit. Ik hoor nog al eens dat als Gods volk een belofte krijgt, er vaak veel op af komt: „Zouden Zijn beloftenissen immer haar vervulling missen?" Maar is het dan nooit zo, datje er méér mee zit of het wel waarlijk van de Heere is, of je wel waarlijk van de Heere een belofte hebt ontvangen ?
Rineke

De beloften die in de Bijbel staan, voor wie zijn die? In de eerste plaats voor de bekeerden. Maar zijn ze ook voor de mensen die op die beloften vertrouwen en daarin geloven ? Er staat ergens: Al wat gij begeren zult in het gebed, gelovende, zult gij ontvangen (Matth.). Aan de andere kant denk ik weer: je kunt jezelf toch niet zomaar allerlei beloften toeëigenen?
Een 19-jarige

Jullie stellen moeilijke vragen over de beloften. Zijn de beloften nu voor kinderen van God of voor iedereen? Hoe weet je dat de beloften jou gelden? Mag ik eerst eens een vraag aan jullie stellen? Waarom willen jullie dit weten? Is het alleen om spitsvondig uit te pluizen hoe we dit moeten bezien? Of zit er meer achter? Is het de vraag in jullie ziel: zijn die beloften voor mij? Ik hoop van harte dat dit de reden is dat je hierover vraagt. Zo wordt dit onderwerp praktisch benaderd.
Laten we dan eerst samen nagaan wat beloften zijn. Beloften zijn het tegendeel van bedreigingen. Zowel de bedreigingen als de beloften staan in de Bijbel. We zouden het ook anders kunnen zeggen; wet en evangelie staan in de Bijbel. De beloften in de Bijbel laten ons zien dat wij wat missen. Om maar eens een voorbeeld uit Gods Woord te laten zien, zoeken we Ezech. 35 op. Daar lezen we de belofte: ,,Ik zal u een nieuw hart geven, en Ik zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven" (vers 26). Er wordt in deze belofte gesproken over een nieuw hart, over een nieuwe geest, over een vlesen hart. Dat heeft allemaal betrekking op de bekering, op de vernieuwing van ons innerlijk. Als we een nieuw hart heblDen, hebben we nieuwe verlangens. Een vlesen hart is week en gevoelig voor de Heere en Zijn Woord. Natuurlijk mag je die belofte in de Bijbel lezen. Of niet soms? Wat zou dan de bedoeling van de Heere zijn? Zou Hij bedoelen dat je denkt: „Deze belofte is niet voor mij, dus ik lees maar verder." Zeker niet. De Heere bedoelt dat je over deze belofte nadenkt en je ernstig afvraagt wat dat inhoudt. Het gaat erom dat je tot het besef komt; wat ben ik ongelukkig als ik geen nieuw hart heb. Ik heb dus nog steeds een stenen hart, dat onbewogen is en koud en hard. Zo kunnen de beloften je doen voelen hoe gelukkig kinderen van God zijn en hoe arm je zelf nog bent.
Zo wijst iedere belofte in de Bijbel op een bepaald aspect van onze ellende. De beloften over levendmaking laten zien dat onze ellende ook inhoudt dat we geestelijk dood zijn. De belofte van geloof laat ons zien dat we stikken van ongeloof. De belofte van gewilligheid laat ons zien dat we zo onwillig zijn. De belofte van vergeving herinnert ons aan onze enorme schuld bij de Heere. De belofte van eeuwige leven wijst ons erop dat we naar de eeuwige dood reizen. De belofte van bevrijding maakt ons duidelijk dat we slaven zijn van de duivel en de zonde. En we zouden door kunnen gaan. Wat ons verder aan deze belofte opvalt is dat er wel driemaal het woord „Ik" gebruikt wordt. Daarmee wil de Heere er nadrukkelijk op wijzen dat Hij de Belover is en de Vervuiler van de belofte. Het heeft geen enkele zin om jezelf een nieuwe geest in te blazen of je hart proberen week te maken. Je kunt doen wat je wilt, maar het zal je nooit gelukken. God is de enige Die ons kan veranderen en vernieuwen. Hij doet dat door middel van Zijn Woord en Geest. Veelal vinden wij dat niet zo fijn om erop gewezen te worden dat de Heere dat alleen doet. Dat betekent dat al mijn werk nooit meetelt bij God... Of is dat bij jou anders? Voel je dat het nooit goed zal komen tussen God en jou als het niet van de Heere komt?
Als de Heere in Zijn Woord zegt dat Hij dat nieuwe hart geeft, wijst dat ook op Zijn gewilligheid. De Heere kan een nieuw hart geven, Hij wil het ook. En zou het dan verboden zijn dat je de Heere aanroept en zegt: „Heere, ik lees in Uw Woord dat u een nieuw hart kunt en wilt geven, ik mis dat, geef het ook mij?"
Weet je wat er gebeurt als je zo tot de Heere bidt? Dan is de duivel er gelijk bij om in jouw hart te fluisteren: „Dat is toch niet voor jou. Je bent niet uitverkoren." En je eigen geweten valt dat bij: „Wie ben ik dat ik de Heere oprecht zou mogen dienen en vrezen. Ik ben altijd zo slordig en zo oppervlakkig geweest." Zolang je oppervlakkig en werelds leeft, probeert de duivel je te sussen met de beloften in de Bijbel. Maar zodra je verlegen wordt om de vervulling van die heerlijke beloften zal hij je de bedreigingen voorhouden. Wat gebeurt er als de Heere in je hart geloof werkt? Dan ga je de heerlijke inhoud van de beloften zien. Dan wordt je hart al meer begerig. Zoals de beloften aan de ene kant je wijzen op de ellende van de mens, wijzen ze aan de andere kant aan welke grote schatten er in Christus te vinden zijn. En dan heb je je hele leven lang nodig om dat meer te gaan zien. Kinderen van God die hun hele leven lang de Heere dienden, moeten aan het einde van hun leven zeggen dat ze nog maar heel weinig van Hem kennen. Zo diep is de liefde van God en zo rijk zijn de geestelijke schatten. Geloven houdt ook in dat je de Belover op Zijn Woord vertrouwt. Het geloof zoekt geen zekerheid buiten Gods Woord om. Het geloof gelooft dat God net zo is als Hij in Zijn beloften zegt dat Hij is. Schrik je nu? Bemerk je bij jezelf dat er vreselijke vermoedens over de Heere in je hart opkomen? Denk je heimelijk dat God een leugenaar is?... Dat Hij wel zégt dat Hij onwilligen gewillig maakt, maar dat dat voor jou niet zo zal zijn? Mensen zijn leugenaars, de duivel ook en je eigen hart ook. Maar moet je zo over Hem denken Die nog nooit op een leugen betrapt is? Ofwel: durf je te beweren dat de Heere ooit gelogen heeft?
De duivel wakkert het vuurtje van wantrouwen dat in je eigen hart smeult aan. Heb je zo'n last van dat verschrikkelijke verdacht maken van de Heere? Zoek dan eens op Ef. 2:8. Daar lees je dat de Heere tegen deze laster-duivel een medicijn heeft. Het geloof in het Woord komt niet bij ons vandaan. Het geloof is een gave van God. Werp je dan met een hart vol twijfel en aanvechting voor de Heere neer en houd Hem aan Zijn eigen Woord. Beschuldigt de duivel je met behulp van de wet van al je zonden en onoprechte gedachten? Lees Ezech. 36:25, waar je ziet dat de Heere zwarte zondaren rein maakt. Heb je niet de minste last van je zonden? Zie hoe de Zaligmaker belooft dat de Heilige Geest zal overtuigen van zonde in Joh. 16:8-9. Moet je klagen dat je zo ontzaglijk dood bent en ongevoelig? Lees in Joh. 5:25 hoe de Heere aan doden belooft dat ze zullen horen. Je hoeft niet meer te zijn dan een dode om levend gemaakt te worden. Drukt Gods toorn je? Lees in 1 Thes. 1:10 dat Christus verlost van de toekomende toorn. Tegen welke kwaal is er geen medicijn in het Woord van God? Gods beloften vormen een uitgebreide apotheek voor alle kwalen.
Voor wie zijn de beloften? Ik hoop dat je aanvoelt dat ze juist voor degenen zijn die de beloofde zaak in de beloften missen. Kijk, als de belofte van vergeving alleen geldig is als ik al vergeving heb, zal deze belofte mij nooit troosten als ik schuldig ben. Daarom wordt het evangelie van Gods beloften aan iedereen verkondigd. Anders zou nooit iemand tot bekering komen. Immers, niet de wet, maar het evangelie werkt het geloof in harten van mensen. Het Woord gaat voor de beleving. De duivel zegt het andersom. Mijn ongelovige hart ook. Ik wil eerst weten dat ik een kind van God ben en dan God op Zijn Woord vertrouwen. Vertrouwen jullie de grote Belover? Mag dat? Nee, dat mag niet,...dat mag niet niet! Dat moet!

Jullie hebben het bij de vraag „mag je hulp zoeken bij psychische problemen" steeds over christelijke hulpverlening. Nu vraag ik me af mag je dan alleen hulp zoeken bij christelijke instellingen? Is het dan niet goed om b.v. naar het Riagg te gaan? Want dit is geen christelijke instelling.

Het aantal personen en instellingen van een uitgesproken christelijke signatuur, waar mensen van de reformatorische gezindte terecht kunnen met psychische en andere problemen, is klein. Het feit, dat bij lange na niet door dat kleine aantal hulpverleners en hulpverlenende instellingen aan de behoeften van hulpvragenden voldaan kan worden bewijst, dat alles gedaan moet worden wat maar mogelijk is, om meer voor de hulpvragenden uit de reformatorische gezindte te kunnen doen. De structuur van de geestelijke gezondheidszorg in ons land is van overheidswege zó, dat identiteits-gebonden hulpverlening geen hoge prioriteit heeft. Dat betekent dat het niet verkeerd is, wanneer de mogelijkheid er niet is om die hulpverlening te verkrijgen die wij de beste achten vanwege het christelijk karakter daarvan, om van de hulpverlening gebruik te maken die voorhanden is. Ook die hulpverlening kan de Heere zegenen en gebruiken om hulp te verschaffen in nood. Aan Gods zegen is alles gelegen, bij elk soort hulpverlening. Bovendien is het zo, dat ook bij hulpverleningsinstanties zonder een christelijke signatuur christenen werkzaam (kunnen) zijn, die op christelijke wijze trachten hulp te bieden aan hulpvragenden. De praktijk heeft bewezen, dat zij goed en heilzaam werk verrichten. God zegende ook hun werk. Ik geloof dat het goed is om eerst hulp te zoeken bij christelijke instellingen. Zijn die echter niet voorhanden of kunnen die ons, wegens volle bezetting, niet helpen, dan is het goed om bij andere instellingen hulp te zoeken. Bij alle hulpzoeken, waar en bij wie dan ook, blijft het zó, dat onze verwachting in de eerste plaats moet zijn van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft en bij Wien uitkomsten zijn, zelfs tegen de dood, om Christus' wil.

Ik ben een meisje van 17 jaar, en ik ben gek op een leuke, maar erg serieuze jongen uan 18. Nu vraag ik mij af of het wel goed is dat ik als meisje een jongen benader. Is dat niet een omgekeerde wereld?

Een meisje "vraagt" een jongen. Kan dat? Mag dat? Je vraagt jezelf af of dat niet de omgekeerde wereld is. Voor de beantwoording van deze vraag kan ik je niet verwijzen naar een soort "reglementenboek voor liefdesproblemen". Zo'n boek is er niet. De Bijbel, hèt Boek voor alle terreinen van het leven, geeft je op deze vraag ook geen pasklaar antwoord. Uitdrukkelijke voorschriften of verboden ontbreken.
Wel is er in de loop der tijden een bepaalde traditie gegroeid. Volgens deze traditie is het het meest voor de hand liggend dat de jongen het meisjes vraagt. Tenminste, zo is het binnen onze cultuur. Er zijn streken op deze wereld waar de jongen en het meisje er nauwelijks aan te pas komen. Daar regelen de ouders het voor je...
Sommige meisjes vinden dat jongens het heel wat makkelijker hebben. Immers, als je als jongen verliefd bent, kan hij dat meisje "zomaar" vragen. Misschien dat jij ook wel zo denkt. Het is dan goed om te weten dat veel jongens het niet als zo simpel beleven. Ze vinden het een hele stap om het meisje te vragen en twijfelen soms of de liefde wel wederzijds is.
Probeer mede om die reden je gevoelens voor die jongen niet te verbergen. Je mag hem echt wel laten merken dat je veel voor hem voelt. Zeker als je hem vaker ontmoet, heb je daartoe alle gelegenheid. Probeer elkaar in een zo ontspannen mogelijke omgang (nog) beter te leren kennen. Praat met elkaar, doe dingen samen en wees eerlijk in je gevoelens tot die jongen. Doe dat niet op een manier waarbij je jezelf opdringt. Daarmee verlaag je jezelf en het werkt meestal averechts. Als je echter eerlijk met deze jongen omgaat, zou het probleem voor jou weleens opgelost kunnen worden, doordat de jongen jou "voor" is.
Als je liefde voor deze jongen blijft en ook de onzekerheid blijft, spreek je dan duidelijk uit en zeg wat je voor hem voelt. Als het inderdaad een serieuze jongen is, zal hij daar eerlijk en respectvol mee omgaan. In ieder geval komt er voor jou een einde aan deze periode van onzekerheid. Ik hoop voor jou een gelukkig einde.
Als je hem nooit (meer) of bijna nooit ontmoet en je er zeker van bent dat je liefde geen voorbijgaande verliefdheid is, zou je hem kunnen schrijven. In zo'n brief zou je o.a. kunnen zeggen dat je het fijn zou vinden om elkaar vaker te ontmoeten. Nogmaals, als het een serieuze jongen is zal hij je antwoord geven en weet jij waar je aan toe bent.
Geef dit verlangen naar een jongen, naar deze jongen, in ieder geval een plaats in je gebed. Dat is echt niet overdreven. ,,Ken de Heere in al je wegen..." Zeker in deze weg, die in zekere zin bepalend is voor je verdere leven. Dat is duidelijk te lezen in het huwelijksformulier, maar misschien vind je het wat al te voorbarig om dat nu al door te lezen...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's

Nog vragen?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's