Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebed om een gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebed om een gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Heere, leer ons bidden. Lukas 11 : 1 m

De les die de Zaligmaker aan Zijn kerk gegeven heeft om altijd te bidden en niet te vertragen heeft Hijzelf tijdens Zijn omwandeling op aarde altijd betracht. Dikwijls zocht Hij daartoe de eenzaamheid op. Markus zegt: Als het nog diep in de nacht was stond Hij op en ging heen naar een woeste plaats en bad aldaar. Eer Hij overging tot het verkiezen van de apostelen bleef Hij de gehele nacht over in het gebed tot God. Hij klom ook vaak op een berg om te bidden. Niet minder dan veertien keer spreken de evangelisten over het gebedsleven van de Heere Jezus. Zoals Hij bidt kan nooit iemand bidden. Zijn gebed behoeft niet gepaard te gaan met belijdenis van schuld. Bij Hem is niet een door de zonde bezoedeld geweten. Hoe liefelijk is het reukwerk van Zijn gebeden in het hemels heiligdom. Hij zoekt als Middelaar kracht en sterkte bij Zijn Goddelijke Zender. Hij is des Vaders ÏCnecht en als zodanig buigt Hij Zich neer voor de troon Gods. Hoe ontzaggelijk groot en zwaar is de taak die Hem als Borg op de schouders is gelegd. Daarom is Hem ook ondersteuning beloofd. Die ondersteuning begeert Hij in het gebed. Op de weg die Hij gaan moet in de volvoering van des Vaders wil en raad tot de verheerlijking van Zijn deugden en de verlossing van Zijn volk, zet Hij geen stap zonder gebed.

En...., nooit verscheen Hij alleen voor de troon van God maar ahijd met allen die Hem van de Vader gegeven zijn. Zijn bidden had altijd een Borgtochtelijk en plaatsbekledend karakter. Wat heeft de Heere toch een grote plaats toegekend aan het gebed en wat heeft Hij daarin Zijn gemeente op aarde een voorbeeld nagelaten. Zo wordt dat in de tekst ook door de discipelen gezien, want hier bidt de Heere in het bijzijn van Zijn jongeren. Zij hebben Hem gadegeslagen en naar het schijnt ook gehoord. In ieder geval maakt het bidden van hun Meester zulk een diepe indruk op hen dat zij in de nood en in de verlegenheid terechtkomen. Neen, de discipelen zijn geen dode vorm bidders. Geen mensen die alleen de vorm nog vasthouden zonder na te denken bij de woorden die men uitdrukt. Hoevelen die gedachteloos en indrukloos een formuliergebed of lesje afraffelen en het weer voor gedaan houden. Zo is het bij de discipelen niet. Zij hebben door genade in beginsel leren bidden.

Het gebed is voor elke levend gemaakte ziel oimiisbaar. Al is er in het begin meer vuur dan licht, toch worden zij oprecht in de belijdenis van hun zonden en in het smeken om genade. Maar als de discipelen de Heere Jezus horen bidden, durven zij hun bidden geen bidden meer te noemen. In het licht van het bidden des Heeren zien zij hun eigen biddeloosheid en gebedsarmoede. Dan komen er ledige en schuldige harten voor de dag. En daar is het de Heere nu om te doen, opdat zij, aan hun armoede ontdekt, tot Hem zullen worden uitgedreven. Lezer(es), kent u ook iets van de inleving van de gebedsarmoede? Van die heilige verlegenheid? Wat kunnen wij soms dwaas redeneren over het bidden of over gebedsgaven die iemand al dan niet heeft! Alsof de Heere er behagen in zou hebben als we met fraaie woorden en in bloemrijke taal een gebed voordragen. God houdt niet van die kunsten en Zijn volk evenmin. De Heere ziet het hart aan. Hij ziet naar waarheid in het binnenste. Een verbroken hart en een verslagen geest is het offer dat Hem behagen kan maar niet de hoogdravende taal van het hoogmoedige hart.

Dat betekent niet dat wij de gaven niet moeten waarderen, maar zonder gebedsgenade zijn het holle klanken. Gebedsgenade is ons onmisbaar en die brengt ons in onze leegheid en armoe voor God. Dat is wat ons hier getekend wordt. Kennen wij daar iets van? Is het ooit onze nood geworden dat wij zulke behoefteloze, geesteloze, biddeloze bidders zijn? Dat ons hart ons zo weinig opwekt om onze knieën te buigen? En als we onze knieën buigen dat er in ons hart dan eigenlijk geen gebed is? En als we dan wat woorden voortbrengen, dat ons hart ons dan veroordeelt omdat we de zaken van de woorden missen? Dat de rechte gestalte en gezindheid ons ontbreekt? Gebeurt het wel eens dat wij het met onze gebeden niet kunnen doen omdat God het er niet mee doet, omdat de gelovige gebruikmaking van de grote Voorbidder ontbreekt al noemen we Zijn Naam? Als de Heere de gebedsnood ontdekt, drijft dat ook tot Hem uit. Dan wordt in het hart gelegd een gebed om een gebed. Neen, ook Gods kinderen kunnen om hun gebeden niet voor God bestaan. Hoe meer we hieraan ontdekt worden, hoe afhankelijker we worden van de bediening van de Geest der genade en der gebeden. Dan krijgen we onderwijs nodig, gebedsonderwijs. Dat is het wat de inhoud van dit korte gebed ons zo duidelijk leert.

Zo kinderlijk oprecht en eenvoudig wordt het door één van de jongeren gevraagd: Heere, leer ons bidden. Wie deze discipel is doet niet terzake. Wel vallen twee dingen op. Ten eerste ziet hij hoog tegen de Heere op en met deze hoogheidstitel spreekt hij Hem ook aan: Heere! Zoals uit het verband en het verzoek zelf blijkt is dat een aanspraak waarin hij zijn hoge opzien tot Jezus uitdrukt. Daaruit blijkt dat deze discipel niet vreemd is van de ware zelfkennis. Hij is slechts een nietig mens, een Adamskind, een zondaar, maar Jezus is de Zone Gods. Hij bezit Goddelijke majesteit. Hij kan zeggen: Ik en de Vader zijn één. Deze discipel heeft een diepe indruk van de afstand tussen de Schepper en het schepsel. Dat kan van ons niet altijd gezegd worden. Sommige mensen menen in het gebed een illustratie te moeten geven van hun zogenaamde vertrouwelijke omgang met de Heere maar zonder de minste eerbied. Zoiets leert de Schrift niet. Abraham, de vader der gelovigen, is een vriend van God genaamd geweest, maar in zijn voorbede voor Sodom zegt hij: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewel ik stof en as ben. En denk aan de gebeden van Mozes die ons in de Schrift zijn opgetekend. Hoe ootmoedig bad hij hoewel hij met God mocht spreken als een vriend met zijn vriend. Deze discipel ziet de grootheid des Heeren en eigen kleinheid en geringheid en dat maakt hem ootmoedig.

Het tweede dat opvalt is dat hij dit gebed ook voor de anderen doet: ons. De inleving van armoe en gemis bindt altijd samen, terwijl vermeende rijkdom ons boven anderen plaatst. Het ware gebed en de Kaïnsgeest sluiten elkaar uit. Als de Heere Zijn volk leert bidden, leert Hij hen ook de hele kerk opdragen in het gebed. Heere, leer ONS bidden betekent hier niet: Heere, dat heb ik nodig maar dat hebben die anderen nog meer nodig. Is dat helaas niet vaak de gestalte van het hart die voor anderen verborgen is maar die God bij ons waarneemt, kinderen Gods? Zo is het niet bij deze bidder. Door het ontdekkend licht van de Heilige Geest is hij aan de weet gekomen dat een waar gebed door de Heere Zelf gewerkt wordt. En omdat het geen vrucht kan zijn van de akker van ons natuurlijk bestaan ziet hij voor zijn broeders de noodzaak om gebedsonderwijs te mogen ontvangen. Maar vanuit de persoonlijke inleving van de smart over de eigen gebedsarmoede ziet hij die noodzaak voor zichzelf het meest. Ik gun u en mijzelf zo'n biddag te mogen houden. Dan zal het antwoord des Heeren niet uitblijven.

Leiderdorp, ds. R. Boogaard

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Een gebed om een gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Saambinder | 16 Pagina's