Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antonius W·alaeus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antonius W·alaeus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(III)

Koudekerke was voor Walaeus een uitgezochte plaats. Trouw deed hij huisbezoek, nam voldoende tijd om zich voor te bereiden voor zijn predikatiën en kon bovendien nog menig uur uitwinnen om zijn theologische studiën voort te zetten. Bovendien lag Koudekerke dicht bij Middelburg, zodat hij menigmaal de ouderlijke woning kon bezoeken. Allerwegen was hij bemind en zijn predikatiën werden zeer gewaardeerd. Toen in 1604 Prins Maurits zich opmaakte om Sluis te veroveren, verzocht hij de classis Walcheren hem een predikant te zenden, om zijn hofprediker bij te staan. De classis behoefde hiervoor niet lang te beraadslagen; terstond viel het oog op Walaeus, die dan ook gegaan is. Kort na zijn thuiskomst kreeg hij een beroep van de gemeente te Middelburg, welk beroep door hem aangenomen werd. Slechts drie jaar heeft hij te Koudekerke gestaan. Toch viel het afscheid hem zwaar. In de pastorie te Koudekerke had hij al zoveel lief en leed doorgemaakt. Welk een vreugde was het geweest, toen hij met zijn echtgenote Passchijntgen van Isenhoudt de pastorie betrok; wederom vreugde, toen hun zoon geboren werd. Maar ook droeve dagen had hij er doorleefd. Eerst was zijn moeder gestorven en kort daarop ook zijn vader. Voor Walaeus was dit een zware slag. Van de stervende lippen van zijn ouders mocht Antonius vernemen, dat hij hun nooit een hard woord had toegevoegd.

In 't begin van 1605 deed hij zijn intrede te Middelburg. De zachte inborst van zijn jeugd is hem zijn levenlang bijgebleven en drukte op alles haar stempel. Ook in ziin predikatiën kwam dit uit. Helder kon hij een leerstuk uiteenzetten; voor de waarheid ijveren, met ernst en liefde vermanen. Vooral met de zieken leefde hij buitengewoon mee. Zondagavonds om vijf uur verzamelden zich verscheidene van zijn gemeenteleden bij hem aan huis, om van hem onderwijs te ontvangen in de geloofsleer. En om onderwijs te geven, was hij uitermate geschikt.

Sedert het vertrek van Walaeus was er aan de academie te Leiden veel voorgevallen. De hoogleraren Trelcatius en Junius waren gestorven. In de plaats Van Junius wilde het curatorium de Amsterdamse predikant Arminius benoemen. Hiertegen kwam echter verzet, omdat Arminius van onrechtzinnigheid verdacht werd. Daarom moest Arminius zich aan een godsdienstgesprek onderwerpen. Gomarus was rechter, die na afloop verklaarde tevreden te zijn.

Spoedig kwamen de gemoederen weer in bewegingen met de dood van Arminius in 1609, keerde de rust geenszins terug. Veel hing er vanaf wie er als opvolger benoemd zou worden. Sommigen wilden Walaeus benoemen, doch anderen hadden het oog op Vorstius, een volbloed Sociniaan. Gomarus verklaarde met Vorstius geen onderwijs te willen geven. Middelburg hoorde dit en zocht er haar voordeel mee te doen. Walaeus werd door de kerkeraad te Middelburg afgevaardigd om Gomarus te verzoeken naar Middelburg te komen, daar gewoon predikant te worden en tevens lezingen te houden over de theologie. Gomarus volgde het verzoek op en kwam dus naar Middelburg. Daarop werd Walaeus benoemd als hoogleraar in de geloofsleer aan de academie te Leiden. Doch hiertegen kwam Gomarus in verzet, want hij verdacht Walaeus van ketterij. Hoe is 't mogelijk. De leerling van Gomarus en Junius zou een ketter zijn! Uit piëteit voor zijn leraar wilde Walaeus de eervolle betrekking niet aanvaarden. Toch werd hij als hoogleraar geacht en was in deze kwaliteit zelfs lid van de Nationale Synode van 1618.

Door de Synode werd aan Walaeus, met anderen, opgedragen de Canones op te stellen. In drie achtereenvolgende zittingen werden zij na enige verandering goedgekeurd en ten slotte door allen getekend. 9 Mei 1619 werd de Synode met de buitenlandse godgeleerden plechtig gesloten, om buiten hen de 13e Mei te worden voortgezet. Vóórdat Walaeus aan deze kon deelnemen, wachtte hem een zeer pijnlijke opdracht. Daarover in een volgend artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's

Antonius W·alaeus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's