Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op pelgrimstocht naar… Amsterdam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op pelgrimstocht naar… Amsterdam

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaarlijks komen in de maand maart rooms-katholieken uit het hele land naar Amsterdam toe om het “mirakel van Amsterdam” te herdenken. Het gaat om een hostie die in 1345 in het vuur werd gelegd, maar ongeschonden bleef. Dana Bons bezocht de mirakelweek en schrijft over haar ervaringen.

Stad van wonderen

Amsterdam wordt ook wel de mirakelstad genoemd. De stad heeft deze naam te danken aan het feit dat het een oude bedevaartsplaats is, waar al vanaf de middeleeuwen een mirakel wordt vereerd. Het Latijnse woord mirakel betekent wonder. Maar, wat is er dan eigenlijk gebeurd?

Het is 15 maart 1345. In de Kalverstraat ligt een zieke man op bed. Op een gegeven moment is hij zo ziek dat hij bang is dat hij zal sterven. Daarom laat hij een priester roepen om van hem het sacrament der zieken te ontvangen. Als de priester gekomen is en de zieke man de hostie gegeten heeft, moet hij overgeven. Uit eerbied wordt het braaksel opgevangen en in het haardvuur geworpen, maar de hostie blijft in het vuur zweven en verbrandt niet. Een vrouw haalt de hostie uit de vlammen en legt deze in een kist. De vrouw brandt haar handen daarbij niet. De pastoor van de parochiekerk wordt erbij gehaald en neemt de hostie mee naar de kerk. Als de vrouw in de woning aan de Kalverstraat de volgende morgen de kist opent, vindt ze tot haar verbazing daar de hostie weer. Ze brengt de hostie opnieuw naar de kerk, maar de dag daarop ligt de hostie weer in de kist bij de zieke man. Dan neemt de pastoor de hostie in een plechtige processie mee naar de Oude Kerk.

Het jaar daarna verklaart de bisschop dat er sprake is van een wonder. Twee jaar later wordt er op de plaats van het wonder een kapel gebouwd: Ter Heylighen Stede (de heilige plaats). Ook ontstaat de gewoonte om rond de 15e maart een sacramentsprocessie door de straten van Amsterdam te houden. Er komt een groep pelgrims naar de kapel om het mirakel van het sacrament te vieren. Ook beroemde bedevaartgangers reizen naar Amsterdam, zoals in 1484 aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk. Hij schenkt de kapel een kelk, misgewaden, een grote waskaars en een glas-in-loodraam waarop hij zelf is afgebeeld. Enkele jaren later schenkt hij Amsterdam het recht om zijn keizerskroon boven het stadswapen te voeren.

Aan deze roomse processies komt in 1578 een eind als het stadsbestuur van Amsterdam overgaat tot het protestantisme. De kapel wordt eerst voor de protestantse eredienst gebruikt en de naam wordt veranderd in Nieuwezijds Kapel. De protestantse kerkenraad beschouwt het vereren van de hostie als bijgeloof, dat op geen andere manier uit te roeien is dan door het af breken van de vereringsplaats. Sommige voorwerpen uit Ter Heylighen Stede worden van de Beeldenstorm gered en bij de begijnen in bewaring gegeven. Vanaf die tijd volneemt het begijnhof de functie van Ter Heylighen Stede over.

Herontdekt

Als Joseph Lousbergh rond 1881 een geschrift ontdekt waarin de route van de middeleeuwse mirakelprocessie is beschreven, besluit hij die samen met zijn vriend weer te lopen. Hun idee slaat aan. Er is meer interesse. De initiatiefnemers besluiten zich te organiseren in het Gezelschap van de Stille Omgang. Al snel nemen ook steeds meer rooms-katholieken van buiten Amsterdam deel aan de jaarlijkse stille omgang. In het begin van de 20e eeuw zijn er tientallen zustergezelschappen in alle grote plaatsen van Nederland opgericht en komen er duizenden bedevaartgangers naar de hoofdstad.

Naar het Begijnhof

Als tijdelijke inwoner van Amsterdam ben ik benieuwd naar de geschiedenis van de stad. In de mirakelweek besluit ik een bezoek te brengen aan het Begijnhof. Daar aangekomen zie ik al meteen de Nederlandse en de Amsterdamse vlaggen uithangen. Bij de ingang van de kapel lees ik de tekst: “Teekenen ende wonderlijcke Dinghen heeft by my ghedaen die hooghe Godt”, een gedeelte uit Daniël 4:2.


Mirakelweek 2010

Het is woensdag 17 maart. Als roomskatholiek gelovige kan ik om 9.00 uur een gezongen eucharistieviering meemaken in de Begijnhofkapel. Daarna is er tot 17.00 uur gelegenheid om het heilig sacrament te aanbidden. Om 17.00 uur begint de vesperviering. Vanavond om 19.30 uur is er een speciale eucharistieviering. Op donderdag, vrijdag en zaterdag is het programma ongeveer hetzelfde. Behalve zaterdagavond. Dan beleven we eigenlijk het hoogtepunt van deze week: de Stille Omgang! Wat het zo speciaal maakt om Amsterdam te bezoeken? Het gaat om de aanwezigheid van Christus in de eucharistie. Op die manier is Hij heel dicht bij ons. Dit moet je weten als je hoort over het mirakel.

Anoniem


Where to go?

In het winkeltje naast de kapel vraag ik of ik met iemand kan spreken die mij wat meer kan vertellen over de mirakelweek. Even later maak ik kennis met een van de twee priesters van het Begijnhof, Pieter van Wijlick. Ik leg uit waar ik voor kom en we raken in gesprek. Ik krijg een beter beeld van de geschiedenis van het mirakel en van het ontstaan van de mirakelweek. De mirakelweek begint elk jaar op de eerste woensdag na 12 maart. Van woensdag tot en met zaterdag is er een speciaal programma met feestelijke vieringen (eucharistie, vesper etc.). In de nacht van zaterdag op zondag komen de mensen samen om de mis te vieren. Daarna nemen ze deel aan de omgang en lopen ze de omgangsroute. Deze tocht wordt in stilte gelopen. De omgang start op het Spui en voert langs de plek van het voormalige Ter Heylighen Stede door de Kalverstraat over de Dam en de Nieuwendijk via de Prins Hendrikkade naar de Oude Kerk in de Warmoesstraat. Daar vandaan gaat de route via de Nes terug naar het Spui. De deelnemers lopen daar nog een keer langs Ter Heylighen Stede en dan is de route ten einde. Tijdens de omgang passeren de deelnemers de GedachteNis, een gevelsteen op de plaats van de heilige hoek (Ter Heylighen Stede). In de steen is een nis uitgehouwen die naar de nisvormige haardstede verwijst waar het mirakel plaatsvond. Ook loopt de route langs de mirakelkolom, een bewaard gebleven zuil van de kapel.

Voor jongeren is er een speciaal programma op de avond van de stille omgang. In de kapel hangt een poster. Het thema voor de avond is “Where to go?”. Het was het antwoord dat Petrus gaf, toen Jezus vroeg of de discipelen ook niet weg wilden weggaan. Petrus antwoordde: “Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens” ( Joh. 6:68). Tijdens de tocht wordt er in stilte nagedacht over dit thema. Verder zijn er onderweg speciale momenten voor persoonlijk gebed. Bij het passeren van het paleis wordt er gebeden voor het Koninklijk Huis; er wordt gebeden voor reizigers; bij het vredesmonument wordt gebeden voor vrede, enzovoort.

Persoonlijk

Op de vraag wat het geloof persoonlijk voor hem betekent, antwoordt de priester dat het van belang is dat mensen zich het geloof eigen maken. Het is belangrijk om de boodschap niet alleen te horen, maar die ook te leven. Hij probeert zijn roeping in de praktijk te brengen door de zelfovergave uit liefde, net als Jezus. De congregatie van het heilig sacrament (de congregatie in het Begijnhof ) heeft de eucharistie centraal staan. De priester legt uit dat de eucharistie de samenvatting is van Jezus’ leven. Daar willen zij zich mee voeden.

Met een hoofd vol gedachten ga ik naar huis. Persoonlijk begrijp ik niet dat er zo veel aandacht is voor het mirakel. Wat is de waarde ervan? Waar heeft het toe geleid? Afgezien van dit verhaal, wat was Jezus’ bedoeling met de wonderen die Hij deed? Thuisgekomen lees ik in de Bijbel: “Jezus dan heeft vele tekenen in tegenwoordigheid van Zijn discipelen gedaan (...), opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam” ( Joh. 20:30, 31). Een wonder heeft een duidelijk doel. Ik lees in de Bijbel dat het volk Israël de koperen slang vereerde. Ja, in het verleden waren er mensen gered door het kijken naar de koperen slang. Maar de slang zelf was niet bijzonder; het was een stukje koper. De slang verwees naar de echte Redder. De boodschap van God was: “Zoals Mozes de slang verhoogt, zo zal ook de Zoon des mensen verhoogd worden. En iedereen die op Hem ziet, zal behouden worden” ( Joh. 3:14, 15). In de Bijbel lezen we dat koning Hizkia de koperen slang stuksloeg, omdat de Israëlieten die vereerden (2 Koningen 18). Het vereren van de koperen slang schoot zijn doel voorbij. Het ging niet om de slang zelf, maar om de redding door Hem, naar Wie de koperen slang verwees. “Where to go?” Jezus zegt voorafgaand aan deze vraag: “Ik ben het Brood dat uit de hemel nedergedaald is. Niet gelijk uw vaders het manna gegeten hebben, en zijn gestorven.” God liet zien dat Hij zorgde voor Zijn volk. Het manna zelf was het wonder niet. Het wonder was dat God zorgde voor Zijn volk. Het manna was gewoon voedsel. De mensen die het gegeten hebben zijn gestorven. Jezus zegt als het ware: Kijk nu niet naar het manna, maar naar Mij. Als je in Mij gelooft, zul je in eeuwigheid niet sterven, maar leven! De mensen die rondom Jezus stonden, kwamen voor een wonder. Jezus wil méér geven dan dat. De vraag is: bent u tevreden met Hém?

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Op pelgrimstocht naar… Amsterdam

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's