Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

77  De verdrukkingen van Gods kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

77 De verdrukkingen van Gods kerk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als dan Gods kinderen in een hoge ouderdom mogen sterven, dan is hun leven toch maar kort geweest en tevens hun verdrukkingen ook maar zeer kort van duur, al zouden ze heel hun leven tot in de hoge ouderdom verdrukkingen en slagen gehad hebben. Wij kunnen dan opmerken dat de slagen en verdrukkingen twijfelachtige dingen boodschappen; dat de zwakheden zware dingen en dat de ouderdom zekere dingen boodschapt en wel een gewisse dood. De tegenheden en kruisen verkondigen de onder dezelve schuilende, dood; de zwakheden en dergelijke verkondigen de waarschijnlijke dood en de ouderdom verkondigt ons de nabijheid des doods. Moeten nu Gods kinderen hier zeer armoedig door dit tijdelijke leven en dat een zwaar kruis voor hen veelal is, nochtans is dat toch kort van duur, daar zij straks met de dood en bij de jongste dag de volle korenschuur van de meerdere Jozef volkomen en volmaakt, eerst met de ziel en dan met ziel en lichaam zullen ingaan om dan eeuwig verzadigd te worden met de gunstbewijzen van een Drieënige Verbonds God en Zijn zalige gemeenschap.

Moeten Gods kinderen in dit aardse tranendal, waar niets dan onrust, en moeite en verdriet als het uitnemenste gevonden wordt, zeer veel geestelijke armoede ondervinden, als arm aan geloof, ware ontdekking, vernedering, verfoeüng in stof en as, zelfveroordeling en walging, liefde, levende hope en zoete, zalige gemeenschap met hun dierbare God, Goël en Verlosser en aan zulke Hemelse wandelingen door het geloof. Och, dat zij zich hier onder dat alles toch zalig mochten laten getroosten dat al dat gebrek en die armoede ook eenmaal geheel zal weggenomen worden en een eeuwige verzadiging hun deel zijn; daar behoeven zij niet meer door het geloof te leven in de gewesten der eeuwige gelukzaligheid, maar zullen zij eeuwig mogen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Daar zal geen duisternis zijn noch enige donkerheid, maar zullen zij eeuwig in het licht mogen wandelen, want aldaar zal geen nacht meer zijn en Gods heerlijkheid zal haar licht zijn en het Lam haar Kaars. Openb. 21 : 23. O, zij zullen daar geen ware ontdekking, van ellende en schuld meer van node hebben, want daar is geen zonde, noch ongerechtigheid en eigengerechtigheid meer, noch een zondig verdorven lichaam, want daar hebben zij volkomen vergeving van alles, want het volk dat daarin wandelt zal vergeving van ongerechtigheid hebben, Jes. 33 : 24: Daar in dat hemelse Jeruzalem niet zal inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams." Openb. 21 : 27: En deze zijn daar het onvolmaakte voor eeuwig te boven, daar zij daar zichzelf voor eeuwig kwijt zijn, want daar is geen eigen ik, noch eigen liefde meer. Zij zullen daar geen vijandschap meer omdragen noch kennen, maar in een volle en volmaakte liefde delen, zonder dat dezelve vermindert of gestoord wordt. Hier in dit strijdperk is de zalige gemeenschap en zoete vereniging met hun allerschoonste Zaligmaker en dierbare Verbonds God maar enkele ogenblikjes, maar straks zullen zij deze eeuwigdurend genieten, en nooit meer afgebroken en verdonkerd worden. Worden zij hier met vele en doorsnijdende smaadheden en smaadredenen in de ziel overladen, zodat rij wegens die verdrukkingen zeer gebogen en verslagen over de aarde menigmaal heengaan, nochtans is het voor hen maar zeer kort van duur, daar ze straks eerst naar de ziel bij de dood en straks bij het einde der eeuwen naar ziel en lichaam beide in der eeuwigheid geen smaadheid en verachting behoeven te ondergaan maar van alle smaad van binnen en van buiten voor eeuwig verlost zullen zijn.

Worden zij hier veelal van alle kanten bespot en vervolgd zodat ze nergens schier maar schuilinge, noch enige verlichting of opbeuring kunnen vinden, o, mocht ze zich onder dat alles toch getroosten dat het toch eenmaal zal eindigen, om dan in eeuwigheid niet meer bespot en vervolgd te zullen worden en een altoosdurende rust te zullen mogen genieten. Moeten zij hier veel ziekten, plagen en pijnlijke smarten lijden en dragen, soms onafgebroken tijden, gelijk menigeen langdurig een harde, strakke keten om de hals draagt, hetwelk zeer smartelijk en pijnlijk is, en alzo het hart gekrenkt wordt; dat rust noch vrede wordt gevonden en dat hun hier veel zwaarmoedigheden en zuchtingen baren, zo mag hun dit tot een grote zielsverfrissing en versterking strekken en hartsterkende troost dat dit alles maar zeer kort zal duren en straks zal eindigen in een eeuwige blijdschap van eeuwige, zalige GodsverheerUjking.

O, wat moeten Gods kinderen in dit Mesech onder al hun druk en kruis menigmaal en veelal zwaarmoedig hun weg bewandelen en dat het hun bij dagen en nachten aanhoudend en een onuitsprekelijk zuchten doet baren, maar dat moge hun toch tot een allesovertreffende en grote troost zijn dat het voor hen maar zeer kort van duur zal zijn en welhaast een einde zal nemen en dan alles zal overgaan en verwisseld zal worden in eeuwige vreugde en lofgezangen.

Want bij het einde van hun leven, dan eindigt alle ellende en druk naar ziel en lichaam al zal dan hun lichaam nog blijven in diepe vernedering en in deszelfs vergankelijkheid; maar straks zal dat ook een einde nemen wanneer de wereld een einde zal nemen en de jongste dag zal aanbreken en ze eeuwig ook een verheerlijkt lichaam zonder ellende en gebreken, zonde, pijn en smart zullen deelachtig worden.

Wij weten uit Gods Woord en des Heeren volk wordt door de Heilige Geest daarin wel eens onderwezen in hun ziel temidden van al hun wederwaardigheden en schier ondragelijke en onoverkomelijke ellenden, dat het lijden en de verdrukking van hun Zaligmaker bij het sterven een einde genomen heeft, maar dat de staat van Zijn vernedering nog niet geëindigd was, omdat Zijn lichaam in het graf gelegd werd, hoewel Zijn lichaam geen vergankelijkheid noch verderfelijkheid heeft gezien, noch kon ondergaan, daar Hij een lichaam had dat heilig was.

Maar toen Hij opgestaan is uit de doden en over alles heeft getriomfeerd en de dood verslonden tot overwinning, heeft ook de staat Zijner vernedering opgehouden en heeft Hij een verheerlijkt lichaam ontvangen hetwelk nooit meer sterven kan. Daarom zullen zij ook bij de wederopstanding uit de dood ten laatste dage een verheerlijkt lichaam ontvangen, en zo dan naar lichaam en ziel eeuwig bevrijd zijn van alle ellende, druk, smart en pijn en dat uit eeuwige liefde om dan eeuwig met een vrolijk en verzadigd hart te mogen zingen van Gods eeuwig, souverein en vrijmachtig welbehagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

77  De verdrukkingen van Gods kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's