Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee mensen en het gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee mensen en het gebed

Openingstoespraak bondsdag

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2 Koningen 6 : 17)

's Morgens vroeg bij het wakker worden: vijanden aan alle kant.

Dat was de werkelijkheid voor die jongen van de profeet Elisa. „En ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen". En we vragen: Wat is er aan de hand? Wel, 't is oorlog. Benhadad. de koning van Syrië, is erop uitgetrokken om Israël ten onder te brengen. Maar Joram, de koning van Israël, blijkt Benhadad steeds te vlug af te zijn. Volgens Benhadad moet er verraad in het spel zijn, maar één van zijn knechten zegt: „Neen, mijn heer koning! Maar Elisa, de profeet, die in Israël is, geeft de koning van Israël te kennen de woorden, die gij in uw binnenste slaapkamer spreekt".

Nu geldt voor Benhadad nog maar één opdracht en dat is, dat Elisa zo snel mogelijk uit de weg moet worden geruimd. Nu weet je, dat een profeet in het Oude Testament de drager was van Gods Woord. Zo één was de levende Godsopenbaring. Als Benhadad dan ook zijn troepen mobiliseert gaat het daarin ten diepste tegen God en tegen het Woord van God. Dat Woord moet weg, dat Woord moet monddood gemaakt worden.

Uiteindelijk is hier niemand minder aan het werk dan de overste der wereld, de duivel met zijn trawanten. Want satan weet wat een kracht Gods Woord heeft. Dat weet hij ook vandaag. En ook nu stelt hij alles in het werk om Gods Woord uit te bannen uit de samenleving, uit de kerken, uit de gezinnen; dan zal de mensheid machteloos zijn. Juist de jongeren krijgen het daarbij zwaar te verduren. Satan omsingelt de stad door middel van moderne literatuur, massamedia, drank, drugs, de ontwrichting van de moraal. De aanval op het Woord des HEEREN is in volle gang.

Elisa's jongen staat in alle vroegte voor z'n raam en hij ziet de vijanden overal. Is het wonder, dat hij zegt: „Ach. mijn heer, hoe zullen wij doen? " Met andere woorden: hier is niets meer aan te doen. En moeten wij, als wij om ons heen zien, niet hetzelfde zeggen? Zal ons geslacht niet verpletterd worden door al de opdringende, Gode-vijandige machten? Elisa komt bij z'n jongen staan en wat zegt hij? „Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn". Wat een verschil!

Ze zien allebei dezelfde noden, dezelfde vijanden, en de één is één en al zorg en vrees en de ander zegt: „Vrees niet!" Hoe kan dat? Spreekt Elisa niet te luchthartig en te oppervlakkig? En als we vandaag dat woord overnemen, geldt dan niet hetzelfde? Dat we zeggen: Maar zie je dit dan niet en dat, en al die vijanden? Zeker, Elisa ziet dat alles ook, maar hij ziet meer. Hij ziet in het geloof God en het geloof ziet over de omstandigheden heen en over de vijanden heen. Dat is de kracht, waaruit het geloof mag leven in Jezus Christus, Die de machten en de overheden heeft uitgetogen en Die door het kruis over hen heeft getriomfeerd. Boven de vijanden uit ziet Elisa God, de Almachtige, De Eeuwige, de Genadige. Hij ziet de engelen Gods, die de

HEERE uitzendt om Zijn kinderen te beschermen. Daar zijn de hemelse legermachten. „De Engel des HEEREN legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit" (Psalm 34 : 8). God is de sterkste voor Elisa. Betekent zijn naam niet: od heeft geholpen!? En wat doet de man Gods met deze kracht des geloofs, als het gaat om z'n jongen? Het brengt hem tot het gebed! Elisa weet: e weg om die jongen te bevrijden van z'n angst en vrees, is niet om te zeggen: t valt nog wel mee en het komt nog wel goed. Nee. de enige weg is geopende ogen.

Hoe ontroerend is het om Elisa daar zo te zien staan. Vijandige machten rondom, een bevende jongen naast zich. maar ook een genadig God boven zich. Hij bidt. Bij de kracht van de satanische aanvallen: de tegenkracht van het gebed. Wij en onze kinderen, HEERE, wij zijn in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren, wij hebben alle rechten verspeeld, maar U bent toch ook vandaag de God des Verbonds.

Uw trouw rust toch op het late nageslacht? O HEERE hoor; O HEERE vergeef! Zo bidt Elisa met al de liefde van zijn hart: HEERE, open toch z'n ogen, dat hij zie! Is er dit gebed ook vandaag? HEERE. laat het onze meisjes en jongens zien, dat er bij U hulp is, uitkomst, genade.

Laat ze zien dat U voor Uw kinderen zorgt vanuit het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus en dat U niet laat varen het werk van Uw handen. God heeft Elisa's gebed verhoord. „En de HEERE opende de ogen van de jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa".

God is nog Dezelfde. Hij hoort het gebed. Zijn welbehagen gaat door Christus' hand gelukkig voort. Temidden van alle machten en duisternissen uit de afgrond staat ook heden Jezus, Die het zegt: Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben" (Joh. 8 : 12).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1987

Daniel | 32 Pagina's

Twee mensen en het gebed

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1987

Daniel | 32 Pagina's