Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere is met u gij strijdbare held

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere is met u gij strijdbare held

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

door K. ten Klooster, Ridderkerk

Toen kwam een Engel des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, welke aanjoas, den Ahiezriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe hij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten. Toen verscheen hem de Engel des HEEREN, en zeide tot hem: De HEERE is met u, gij strijdbare held! Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons vertel hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven. Toen keerde zich de HEERE tot hem, en zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israël uit der Midianieten hand verlossen; heb Ik u niet gezonden? Richteren 6 : 11 - 14

Het volk Israël had zeven jaar te kampen gehad met de Midianieten. Omdat ze kwaad deden in de ogen van de Heere had Hij hen overgegeven in de hand van die benden. Bittere armoede was het gevolg. Begrijpelijk dat het volk daaronder zuchtte. In hun nood riepen ze tot de Heere, maar Hij gaf niet onmiddellijk uitkomst. Voordat de verlossing kwam zond Hij een profeet. Die kwam niet met de boodschap dat het allemaal spoedig anders zou zijn, integendeel. Hij overstelpte het volk met verwijten. Want de Heere liet hem zeggen dat Hij hen verlost had uit Egypte en van de hand van allen die hen onderdrukten. Steeds had Hij de vijand van Zijn volk verstrooid. Dat Israël zich nu opnieuw onder een juk bevond lag dan ook niet aan Hem. Het was aan de stem van de Heere niet gehoorzaam geweest. Dat was geen bemoedigende en vertroostende bood- schap. Toch is dat het abc van Gods verlossingswerk. Zal Israël onbedreigd leven (en dat geldt ook voor Gods kerk), dan is het eerste niet dat de vijand wordt verjaagd, maar dat de afgoden worden uitgebannen. Wanneer de Heere Zijn volk gaat genezen, komt Hij niet met een verdovingsmiddel. Hij stelt eerst de diagnose. Dat is de kwaal, dit mankeert eraan. Gelukkig als dat beseffen, ook persoonlijk wordt.

Een Gezant

Maar daar bleef het niet bij. God zond niet alleen een profeet, Hij zond daarna een Engel, een Bode. Dat was geen gewone engel, maar dé Engel des Heeren, Gods Zoon, de Middelaar en Verlosser. Een afgezant van de Heere én de Heere Zelf. Het is door Hem dat de verlossing van Israël komt.

En zo zat daar op zekere dag onder de terebinth van Ofra een man. Gideon dacht uiteraard dat het een reiziger was, iemand die onder die boom beschutting zocht tegen de zon. Hij schonk er verder geen aandacht aan, want hij had zorgen genoeg aan zijn hoofd. De oogst hadden ze al wat voor de tijd binnen moeten halen, anders gingen de Midianieten er weer mee vandoor. Vandaar dat ze het koren niet op het open veld dorsten, dat trok direct de aandacht van die stropende benden. De vader van Gideon had zijn koren meegenomen naar de perskuip die in de rotsen was uitgehouwen. Dus stond Gideon daar dagen achter elkaar de oogst uit te kloppen. Stiekem, want het moest niet teveel opvallen. U merkt wel dat de angst er goed in zat.

Maar als Gideon niets zegt tegen die vreemde Man, begint Hij: de Heere is met u gij strijdbare held. Dat klonk natuurlijk als een bespotting. Strijdbare held, welja en dan moet je je daar zo geheimzinnig mogelijk in het zweet staan te werken omdat je bang bent voor de vijand. En dan het eerste deel van die groet: de Heere is met u. De Man moest eens kijken naar het leven van die dagen. Alles even grauw en triest. Zo ellendig was het daar in Ofra. Bang waren ze en straatarm. Als de Midianieten weer kwamen moesten ze maar zien het vege lijf te redden en wellicht ergens onderduiken.

We verbazen ons dan ook niet over het antwoord van Gideon: och meneer als dat eens waar was. De Heere met ons. Maar wat hebben we de laatste zeven jaren niet allemaal meegemaakt? Het land verwoest, het volk verarmd, ons gezin is er ook niet ongeschonden afgekomen. Er zijn broers van mij vermoord. Noemt u dat blijken van de zegen des Heeren? De Heere met ons, dat zou betekenen dat er wonderen zouden gebeuren, uitreddingen. Maar dat is voorbij meneer. Vroeger heeft ons volk dat eens beleefd, we hebben dat onze vaderen horen vertellen. Maar dat is lang geleden. Nu zijn we overgeleverd en het einde ervan is nog niet in zicht. De Heere heeft ons verlaten.

Het Woord

We zijn geneigd Gideon bij te vallen in zijn reactie. Maar pas op.We zagen dat er een profeet was gekomen die het volk had vermaand en bestraft. Hij had het volk opgeroepen tot boete, tot berouw, tot bekering. Alzo zegt de Heere, de God van Israël. Had die boodschap wat nagelaten? "Waren ze tot inkeer gekomen en met een eerlijke schuldbelijdenis tot de Heere gevlucht? Hoe dan ook heeft de grote meerderheid de profeet laten praten. Het vervolg leert ons dat het altaar van Baal in Ofra nog recht overeind stond. De afgoden waren niet weggedaan en men was niet teruggekeerd tot de ware dienst des Heeren. En ook bij Gideon merken we niets van verootmoediging.

En dan toch: de Heere is met u. Hoe kon dat? "Waarom wilde de Heere nog omzien naar dit volk? Het volk dat de schuld niet erkende, de Heere verwijten maakte. Waarom kwam Hij toch tot hen? Dan kunnen we alleen maar dit zeggen: grondeloze barmhartigheid, eenzijdige soevereine liefde. Dat kwam enkel en alleen bij God vandaan. Dit was absoluut en zonder enige reserve de trouw van God. Met de zegen van de Heere hadden ze gespeeld. Zijn toorn hadden ze wel gevoeld maar waren er niet onder verbroken. En toch komt God, eindeloos in erbarmen. Niets verdiend, alles verzondigd en dan te horen: de Heere is met u. Dat is het grote wonder. Dat is pas Evangelie, goede boodschap.

Het is maar de vraag of we dit verstaan. Dat God tegen mensen die tegen Hem in opstand zijn gekomen zegt: Ik ben met u. Dat Hij vijanden verzoent, goddelozen vrijspreekt, verlost. Hoe kan Hij dat doen? Omdat Hij in Christus is neergekomen. Die Engel des Heeren was toch de Christus? De Immanuël, God met ons. Om Christus' wil en uit genade kan Hij, wil Hij vergeving schenken, rechtvaardig verklaren, aannemen tot kind en erfgenaam.

De Heere vond in Gideon geen aanknopingspunt voor een nieuwe verlossing van Israël. Maar wat we ook hier zien is de gang van Gods welbehagen dat door de hand van Christus gelukkig voortgaat. Dat betekent ook dat niemand die dit leest moet denken dat de Heere hem of haar het heil niet kan schenken. Dat Hij in uw duisternis het licht wel niet zal doen opgaan.Juist omdat Hij het doet, vanwege dat komen van Hem in Christus, kan het. De Heere verscheen aan Gideon, zelfs aan Gideon. Die vroeg er niet om en hij had allerlei tegenwerpingen. Zo donker kan het dan ook in uw leven niet zijn of de Heere weet raad, u niet. Hoe onmogelijk het van uw kant ook is, alle dingen zijn mogelijk bij God.

De roeping

De Heere is met u. De Engel zei er nog wat bij: gij strijdbare held. En dat terwijl hij zich niet anders voelde dan een bevend riet. Toch gaat de Heere uitgerekend hém gebruiken. Hij gaat hem roepen en voorbereiden op zijn taak. Hij was uitverkoren om instrument te zijn. De Heere schoof al zijn tegenwerpingen aan de kant. Hij wilde deze zwakke man gebruiken door Zijn genade en door Zijn kracht. Mensen die van zichzelf zeggen dat ze strijdbare helden zijn kan God onmogelijk gebruiken. De Heere vormt Zijn instrumenten in Zijn school, ruimt hun bezwaren op en roept ze krachtdadig. Ze verwachten dat zelf allerminst. Gods kracht wordt in hun zwakheid volbracht. Gideon moest leren dat hij zonder de Heere niets kon doen.

En dan laat de geschiedschrijver de sluier van het menselijke vallen en schrijft: toen keerde de Heere Zich tot hem. Is er eerst sprake van de Engel des Heeren, nu zegt de Heere Zelf Ga heen in deze uw kracht en gij zult Israël verlossen uit de hand van de Midianieten. Heb Ik u niet gezonden? Waar God roept tot een schijnbaar onmogelijke dienst en waar die roeping wordt gehoord daar is geen menselijke maar Goddelijke kracht. Kracht die een nietig, zwak, broos en zondig mens als een geleiddraad gebruikt om wonderen te doen zó groot als de verlossing uit Egypte. En deze roeping die van boven is, is niet alleen krachtdadig, die is ook onweerstaanbaar. Ingebeelde roeping is niets.Waarachtige roeping is kracht. De kracht van God de Heilige Geest.Want Hij Die roept is getrouw, Die het ook doen zal.

Gideon miste alles. Hij had geen leger en zou tegen een geweldige overmacht komen te staan. Hij was de jongste van het gezin, zijn broers zouden hem aan zien komen. Maar de Heere sprak Zijn Woord. En zie dan hoe de Heere werkt, vroeger en nu. God, eindeloos in erbarmen. Gód daalde neer tot verlossing. God in Christus door de Heilige Geest. U die deze regels leest, weet u ervan dat het van ons uit altijd weer door de onmogelijkheid heengaat? Dat al onze verwachtingen worden afgesneden, ons ik ondergaat en onze wil wordt omgebogen? Want zo gaat het naar de raad van de Heere. Hij bevrijdt en redt, Hij verlost en spaart. Het is de kracht die neerdaalt om uw zonden weg te nemen, u met God te verzoenen, om u te bekeren opdat u ootmoedig zult wandelen met uw God, Christus zult liefhebben en Hem gehoorzaam zult zijn. Het is de Heere alleen.

Hij vraagt daarbij niet wat ons mogelijk of onmogelijk toeschijnt. Hij is de Verwinnaar in de strijd en geeft Zijn volk de zegen. Wie zijn leven zal verliezen die zal het behouden. Heb Ik u niet gezonden? Dat is het einde, ook nu nog. Want wij durven niet, wij kunnen niet. Dan komt de Heere en vraagt: heb Ik u niet arm gemaakt, verbrijzel ik u niet telkens door Mijn woord en Wet? Nodig Ik u niet, u die hongert en dorst naar de gerechtigheid van Christus? Stel Ik u niet keer op keer Mijn goedertierenheid, liefde en genade voor ogen? Hoor wat de Heere zegt: Ik heb Mijn Zoon toch niet gezonden om te verderven, maar om te behouden. Ik heb Hem gegeven, niet voor hen die rijk en verrijkt zijn en aan geen ding gebrek hebben, maar juist voor hen die alles missen, opdat Ik hun alles zal zijn. Uw God, o Israël, heeft de kracht door Zijn bevel u toegebracht!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Heere is met u gij strijdbare held

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's