Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PRAKTIJK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

47

Gods wegen zijn wonderbaar, dit is de beleving van allen die door des Heeren Geest geleeid en geleid wolden. Men hoort soms van mensen, die plotseling wolden stilgehouden op hun weg van God af, en dan spreekt men van een krachtdadige bekering. Betreft het een mens die gehtel in de wereld heeft geleefd, en daarin alleen al zijn vermaak gevonden heeft, nooit naar Godsdienst of Kerk heeft omgezien, kortom geleeid heeft alsof er geen God bestaat, en de Heere komt hem tegen, zodat hij voor God krijgt in te vallen, en aanvankelijk leert kennen dat hij een zondaar is, en deswege geen heil voor hem mogelijk is. Maar er nu bij de Heere een weg is, waardoor hij nog kan gered en gezaligd worden, dan komt al spoedig een verandering van levenswandel oponbaar, temeer als zo'n mens zich in de weg der Middelaar mag gaan begeven.

Wanneer het de Heeie behaagt in Zijn vrijmacht een net burgerlijk en keikmens, die getrouw de middelen waarneemt, te arresteren op de kerkbank, dan wordt dat uiterlijk met zo gezien als bij de bovengetekende, hoewel de daad Gods even krachtdadig is, want werelds of ingetogen, die ziel wordt van dood levend gemaakt.

De leidingen des Heeren zijn dienaangaande wel ondscheiden, maar zij werden beiden zondaar, die voor God geen bestaan hebben, en zich leren kennen als geheel vloek- en doemwaardig.

Tijdens een huisbezoek werd eens opgemerkt hoe verschillend de leidingen des Heeren zijn in het trekken en overtuigen van Zijn volk. Kunnen sommigen spreken van de bemoeienissen des Heeren van hun prilste jeugd af, zodat zij bij het opgroeien niet konden moedoen met hun leef-tijdgenoten, en soms onder diepe indrukken leefden, en meer en meer werden overtuigd van hun rampzalige staat voor de eeuwigheid, dat zij alzo zijnde niet kunnen bestaan voor God, en menigmaal in bange vreze voortleefden, ja ook bij ogenblikken mogen opmerken het groot voorrecht van Gods volk, hetwelk een begeerte opwekte om ook tot daf volk te mogen behoren, totdat zij eindelijk met alles vastliepen, en als een diepschuldig en doemwaardig schepsel voor God in het stof nedervallen, en daai een zeer genadig God mogen ontmoeten.

Ja mensen, nu u daarover spreekt, denk ik terug aan mijn jonge jaren; als buitenafwerker werkte ik in de kop van Noord-Holland, en ging daar 's Zondags ter kerke, waar nog een zuivere waarheid gebracht werd. Voor de dienst aanving kwam daar een jonge vrouw binnen. Mijn buurman zeide tot mij: Zie je die vrouw? die is dansende op de kermis te C. door God krachtdadig in het hart gegrepen, en als je haar nu hoort getuigen van het vrije werk van Gods genade, dan sta je er verwonderd van. Ik haal dit maar even aan als dienstig in ons gesprek.

Een der kinderen zeide na deze mededeling dat was toch wel echt met die vrouw, maar gaat het nu altijd zo? Ik heb wel eens mensen horen spreken, die hun mond vol hadden over de Bijbel en de oude schrijvers, maar over hun eigen bekering spraken zij niet. Dan dacht ik bij mezelf: Ja, mens, je spreekt er wel over, maar 't is naar mijn gevoel of je niet beleefd hebt wat ie bespreekt”. Kinderen, er zijn meer praters dan belevers. Maar om terug te komen op je eerste vraag, daar is onderscheid m de leidingen des Heeren.

Wij lezen van Obadja dat hij de Heere vreesde van zijn jonkheid af, dat kon Manasse met zeggen, en toch was beider einde vrede. Zo zijn er meer voorbeelden in het Woord. Maar ook in deze tijd mogen wij hiervan nog horen. 't Is nu nog niet zo laat op de avond, en als het tot enig nut mag wezen, wil ik kort nog iets vertellen van een zeker persoon die ik zeer goed gekend heb.

De man over wie het gaat was met kerkelijk aangelegd, alleen bij de doop van zijn kinderen zag hij de kerk van binnen, en leefde ten deze in onverschilligheid, hoewel zijn vrouw hem menigmaal daartoe uitnodigde om mede naar de kerk te gaan. Al meer dan 50 jaren oud zijnde, ging hij toch eens met zijn vrouw mede onder de verkondiging van het Woord. Niet lang na zijn eerste kerkgang sprak een gastpredikant over Anna de Profetes, met levende gebaren zagen wij als het ware Anna heengaan tot degenen die de zaligheid in Israël verwachtten, zij klopte op de deuren, ook de predikant klopte in het vuur van zijn rede op de kansel. Laat dit nu door de bijzondere leiding des Heeien inslaan in het hart van die man, zodat van dat ogenblik af hem de rust werd opgezegd. Toen werd hij een ongelukkig mens. Als men hem ontmoette, sprak hij over zijn ongeluk en groot gemis, zo ging een aantal jaren voorbij. De man werd langdurig ziek. Op zijn verzoek kwam een vriend met wie hij de laatste jaren veel gesproken had, hem bezoeken. De man was geheel anders dan voorheen. De Heere was na 13 jaren teruggekomen op hetgeen toen was voorgevallen, met kracht werd hij bepaald bij: Zie ik sta aan de deur en ik klop”, en werd teruggeleid naar die 13 jaren waarin duidelijk en levendig de hand des Heeren werd gekend, en hoe nu door deze hernieuwde daad des Heeren een hope op de Heere werd gewerkt, hetwelk de overige tijd zijns levens duidelijk is gebleken.

Zonderling was een ontmoeting drie dagen voor zijn sterven, met een vriend, die zeer zakelijk met hem sprak betreffende zijn staat voor de eeuwigheid, on hij levendig getuigde van die zekere hoop op de Borggerechtigheid van Christus, met wetende dat het einde zo nabij was. Drie dagen later overleed die man onder aanroeping van zijn Borg en Zaligmaker.

Vrienden, de Heere gebruikt soms eenvoudige woorden of zaken, om de mens tot inkeer te brengen, en dan wordt vervuld de profetie van Jesaja: Voor een doorn zal een denneboom opgaan, en voor een distel een mirteboom, en het zal de Heere wezen tot een naam en eeuwig teken dat niet uitgeroeid zal woiden. Wij hebben zo nodig een bekering uit God, door God en tot God. Denk ernstig na over hetgeen wij vanavond eerst hebben besproken betreffende de noodzakelijkheid der bekering tot God, en hoe onderscheidenlijk de wegen zijn in de trekking des zondaars.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's

UIT DE PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's