Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woord en Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woord en Kerk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo luidt de titel van een boek, dat kort geleden verscheen en dat ons ter recensie werd toegezonden. Dit boek bevat theologische bijdragen van de hoogleraren aan de Theologische Hogeschool der Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland bij de herdenking van het vijfenzeventigjarig bestaan van de Hogeschool.

De titel wil tot uitdrukking brengen, dat Woord en kerk de centrale thema ’s zijn. Daar de theologie zich richt op het verstaan van het Woord van God, gaat het haar ook om de kerk, om haar leven, haar belijdenis en haar plaats in de wereld. Het boek bevat een bundel studies over een aantal min of meer aktuele theologische vragen. Dit lezen we in een inleidend woord van de schrijvers. Het boek werd op de schooldag, gehouden op 13 September j.l., bij wijze van jubileumgeschenk aangeboden.

De bijdragen, die in dit boek zijn opgenomen, zijn stuk voor stuk zeer lezenswaardig. Ze vormen samen een zeker geheel, omdat elk der schrijvers zich bezig gehouden heeft met een onderwerp op eigen gebied. Het geheel is een gedegen stuk werk geworden, dat we in veler handen kunnen wensen. Het laat waarschuwende geluiden horen, waar in deze tijd naar geluisterd moet worden. Het wijst op gevaren, waarvoor moet worden gewaakt. Het is goed, dat dit werk gelezen wordt niet alleen door hen, die bij de waarheid van Gods Woord willen leven, maar ook door hen, die daarvan afwijken. De inhoud is van wetenschappelijke aard en daardoor is de lezerskring uiteraard beperkt. Men moet voldoende geschoold zijn om de schrijvers te kunnen volgen. Er zullen echter ook onder de lezers van dit blad wel belangstellenden voor dit werk zijn. Het is niet duur. Het kost slechts f 9,90. Dit is mogelijk door de medewerking van het Curatorium en van de Deputaten-financien van de Theologische Hogeschool. De jonge uitgever heeft opnieuw getoond goed werk te kunnen leveren.

Omdat het een boek uit eigen kringen betreft willen we er nadere aandacht aan schenken.

Prof. Oosterhoff schrijft over: De daden des Heeren gedenken. Deze titel is ontleend aan Psalm 77 : 12. Hij zegt op biz. 7 en 8: „De dichter wijst de weg. Want opeens roept hij uit, als het ware zichzelf verheffend uit zijn strijd naar een hoger plan: Ik zal de daden des Heeren gedenken. Daarbij denkt de dichter niet aan de daden des Heeren in zijn persoonlijk leven. Die kunnen hem de ware troost niet geven”. Het valt op, dat de schrijver geen aandacht schenkt aan de werking van Gods Geest. Zonder indachtig makende genade gaat het gedenken niet. En als de Heere doet gedenken aan wat hij voor iemand persoonlijk is geweest, is en blijft, is er zeer zeker de ware troost.

De bijdrage van Prof. Versteeg is getiteld: Is Adam in het Nieuwe Testament een Jeermodel”? Hij neemt daarin stelling in tegen de opvattingen van Prof. Kuitert, die zo langzamerhand welbekend zijn geworden. Wij verheugen er ons over, dat Prof. Versteeg een positief geluid laat horen. Zijn bijdrage is mogelijk wel de belangrijkste.

Prof. Hovius schrijft over: Om „door dit middel de ware rcligie te onderhouden”. Hij betoogt, dat de kerkrcgering geestelijk van aard is. De titel van het onderwerp is ontleend aan een uitdrukking in artikel 30 van de Nederiandse geloofsbelijdenis. Prof. Hovius is ook bier weldoordacht in zijn betoog. De vraag blijft natuurlijk of in de praktijk dit geestelijk karakter altijd op de voorgrond staat. Er blijft misbruik of verkeerd gebruik mogelijk van bepalingen, die goed bedoeld zijn.

Roeping en verkiezing. Zo luidt de bijdrage van Prof. Van Genderen. Hij brengt de grote betekenis van de roeping naar voren. Daar kan geen enkel bezwaar tegen zijn, integendeel. Maar wel komt bij ons de vraag naar voren of niet vaak te veel nadruk wordt gelegd op de roeping ten koste van de andere weldaden van Christus. Steeds weer horen we over de welmenendheid van de roeping, maar naar onze mening veel te weinig over de noodzakelijkheid van de wedergeboorte. De voile verantwoordelijkhcid wordt op de mens gelegd, maar het wonder van Gods genade komt op de achtergrond. We willen graag de ernst van de roeping handhaven, maar gelijktijdig benadrukken, dat deze zonder de werking van Gods Geest niets uitwerkt, omdat de mens dood is in zonden en misdaden en een vijand van God, zodat hij niet kan en niet wil luisteren. Door de krachtdadige werking van Gods Geest, Die de zondaar levendmaakt, ontstaat er slechts een wederkerige verbondsverhouding. Hellenbroek schrijft zo treffend over de inwilliging van het verbond in zijn vroeger ook onder ons veel gebruikte vragenboekje. Dit zijn dus enkele opmerkingen naar aanleiding van de bijdrage van Prof. Van Genderen.

De volgende bijdrage is van Prof. Velema en is niet minder belangrijk. Zij handelt over: De kerk in de sociale ethiek. Het is een orienterend en principieel artikel, dat het opneemt voor de roeping van de kerk om het Woord te verkondigen.

Het artikel van Prof. Kremer is getiteld: De gemeente in de ambtelijke theologie. De hoofdlijnen uit deze bijdrage werden, zij het in enigszins andere vorm, ook gegeven in zijn afscheidskollege op 15 januari j.l. Prof. Kremer trekt principiele lijnen en waarschuwt voor gevaren. We willen één uitspraak overnemen: „En waar het werk van de mens centraal komt te staan, staat Christus terzijde. Hem is in deze opvattingen dan ook geen andere plaats gegeven dan model te staan voor de mens en een stimulerend voorbeeld te zijn. Hij mag hoogstens „profeet” zijn, het priesterkleed en de koningskroon zijn Hem ontnomen. Het zaad van dit ontluisterde evangelie wordt gretig gezaaid via alle kommunikatiemiddelen, die in dit technisch tijdperk ten dienste staan. En het vindt een geschikte voedingsbodem in verschillende faktoren. Het sluit aan bij de groeiende afkeer van het oude; het neemt de ergernis van het evangelie der genade weg; het komt tegemoet aan de dadendrang van de mens”.

Nu we het toch door dit boek over de Theologische Hogeschool hebben, zouden we nog het een en ander kunnen zeggen. Mogelijk doen we dit in een volgend artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Woord en Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's