Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (9)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (9)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden.
1 Johannes 2:4-5a

Zo Meester, zo discipel
Staat op en laat ons gaan! Een bevel zoals het te vinden is bij de evangelist Lukas, van de Voorbidder, Die na Zijn immense strijd in de hof voorgaat en vooropgaat. De Heere, Die het waard is om te kennen en het is alle moeite waard om Hem te volgen. Jezus’ worsteling en zege, Christus’ strijd en overwinning zijn eerst beschreven. Daarna: Hij gaat gehoorzaam Gods weg. Vaders wil is wet, Vaders gebod is Zijn eten. Zo’n enkel woord uit de evangeliën onderstreept de waarheid van het apostolische woord uit hoofdstuk 5 van de Hebreënbrief dat Hij gehoorzaamheid heeft geleerd ‘in de dagen van Zijn vlees’ toen Hij ‘gebeden en smekingen’ gedaan heeft. Hij riep Zijn Vader onder tranen aan, Hij klampte Zich gelovig aan Hem vast. Hoewel en terwijl Hij Gods Zoon was, leerde Hij gehoorzaamheid uit ‘hetgeen Hij heeft geleden’. Volgelingen kunnen hun geloofsogen niet van de overste Leidsman en Voleinder van het geloof afhouden. De betrouwbare Gids gaat voorop. Hij trekt een zichtbaar spoor waarin navolgers moeten treden: een voorbeeld is nagelaten, ‘opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen’ (1 Petr. 2:21). Hij gaat voor. Wie volgt? U, jij, ik? Het is een begaanbare weg, ‘een verse en levende weg’ (Hebr. 10:20). Het moet gezien en gehoord worden: Christus Jezus gelooft en gaandeweg legt Hij sublieme gehoorzaamheid aan de dag. Hij levert strijd in de hof van Gethsémané en het einde daarvan is: Hij leert gehoorzaamheid en gáát in gehoorzaamheid. Zijn liefde tot God vraagt offers, Deze Zoon zegt ‘ja’ en dóet ‘ja’. De Zoon, Die de Vader kent, bewaart Zijn geboden. Johannes is het gegeven hiervan diepe dingen te zeggen en grote verborgenheden te onthullen. Hij mag schouwen in en luisteren naar de intimiteit tussen de Vader en de Zoon, er is het gebed van de grote Hogepriester: Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt en zal Hem bekendmaken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. Jezus dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kidron, waar een hof was, waarin Hij ging (Joh. 17:25,26 en 18:1). We houden de adem in, we luisteren ingespannen mee, er is het één en er is het ánder. Hij ként Hem én Hij gehoorzaamt Hem: Ik heb U gekend … Jezus ging! Er zijn waarschuwende voorbeelden, maar Hij is de Voleinder van het geloof Wiens geloof en voorbeeld waarlijk niet mogen worden geschuwd. Er is het één en het ánder, én er is het volgende: de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt … die liefde moet in hen zijn. Wat Jezus zegt, kán Johannes slechts nazeggen: Wie Hem kent, bewaart Zijn geboden; in degene die Zijn Woord bewaart is Gods liefde volmaakt geworden. Zoals voor Jezus, Gods Zoon, het kennen van de Vader met het gehoorzamen van Vaders wil is verbonden, zó staat het voor een ieder die God kent ook vast, dat hij Gods geboden houdt en moet bewaren. Als het om de gehoorzaamheid aan God gaat, dan geldt dat God aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig maakt (vgl. Rom. 8:29). Johannes zal het duidelijk maken dat het gaat om een wandelen zoals Hij gewandeld heeft.

Als leugenaar opgebracht (vers 3)
Wie God zegt te kennen, dient er ook naar te leven. Wanneer er een vertrouwensrelatie tot God bestaat, dan wordt God ook vertrouwen geschonken. Aan een levensgetuigenis van godskennis worden hoge eisen gesteld. Gods geboden moeten worden bewaard. En als dat niet zo is? Wat te zeggen wanneer iemand zegt in God te geloven en God te kennen, maar die intussen Gods geboden niet naleeft maar juist met voeten treedt? Johannes windt er geen doekjes om, hij geeft lik op stuk: Die daar zegt: Ik ken Hem en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar en in die is de waarheid niet. Dat liegt er niet om. Daar is geen woord Frans bij. Optimale helderheid. Een behoorlijk scherpe veroordeling, een hard oordeel. Waarom toch? Waarom komt de apostel zo fel uit de hoek en waarom haalt hij op deze manier uit? Het heeft alles te maken met de omstandigheden. Het kan maar zo gebeuren dat de gemeenteleden, de lezers in verkeerd vaarwater terechtkomen. Voor je het weet zijn ze het rechte spoor bijster. Een dwaalweg is gauw ingeslagen. Welke dan? Liefdeloosheid, wetsovertreding, ongehoorzaamheid. Bekend is hoe er in Johannes’ dagen mensen zijn die prat gaan op hun godskennis en die vervolgens mensen op de hak nemen, op medemensen neerzien, zichzelf boven de wet verheven achten en met het liefdegebod een loopje nemen. Misschien mogen we het samenvatten met woorden als: hoogmoedigheid, arrogantie, eigendunk en zelfingenomenheid. Zaken die het gemeenteleven kunnen ondermijnen. Zulke dingen die van de waarheid kunnen afvoeren moeten stevig aangepakt en krachtig weerlegd worden. In het leven van de gelovige accepteert de apostel niet de minste ongehoorzaamheid aan Gods geboden waarvan de liefde tot God en de naaste de kern is. Een kwestie van geheiligd worden door Christus. Bij het opstellen van het Avondmaalsformulier heeft de Schrift leesbaar open gelegen: Ten derde zal een ieder zijn geweten onderzoeken of hij ook gezind is, voortaan met zijn ganse leven, waarachtige dankbaarheid jegens God de Heere te bewijzen en voor het aangezicht van God oprecht te wandelen; insgelijks of hij zonder enige geveinsdheid alle vijandschap, haat en nijd van harte afleggende, een ernstig voornemen heeft, om van nu voortaan in waarachtige liefde en enigheid met zijn naaste te leven. We zijn geen waardige medegenoten van ’s Konings tafel als wij ‘verachters van God en Zijn Woord en van de Heilige sacramenten’ zijn, als wij ‘in haat en nijd tegen onze naaste’ leven. De Schrift en het onderliggende geschrift (Formulier) zijn helder op dit punt: Wie beweert dat hij God kent en liefheeft, maar geen strijdbijl wil begraven, geen vrede wil sluiten en stichten, geen geschil wil oplossen en zich met de naaste niet wil verzoenen, die heeft geen gemeenschap met Christus. Het leven is een harde leugen. Hij is een leugenaar, zijn bestaan is leugen en bedrog. De waarheid wordt in hem niet gevonden.

De liefde dringt
Eerlijk gezegd, je zou bij zulke woorden de moed verliezen. De vraag bekruipt het hart en sluipt er binnen: Wie kan dan zalig worden? De Heere beantwoordde deze vraag dat er bij God niets onmogelijk is. Het formulier raakt het verslagen hart van de gelovige met een evangeliepijl, gedoopt in Jezus’ bloed: Welaan, terwijl wij midden in de dood liggen, zoeken wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus … en wij begeren tegen ons ongeloof te strijden en naar alle geboden van God te leven. Daar zijn we bij Johannes die niet zwijgen kan over het bewaren van Zijn geboden: Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij dat wij in Hem zijn. We volgen de verklaarders als zij zeggen dat het Woord Gods geboden omvat, waartoe ook de bekende tien geboden des HEEREN horen, maar ook het liefdegebod dat de apostel daarna nog beklemtoont. De verkondiging van het Evangelie hoort er eveneens bij. Eigenlijk mogen we niets uitsluiten van wat God geopenbaard heeft. Dus ook het diepste en hoogste Woord niet: het Woord zoals het door Johannes aan het begin van zijn evangeliebeschrijving en van zijn eerste brief geroemd is. God heeft Zich het hartgrondigst uitgesproken in Zijn Zoon. Hartetaal. In Hem heeft Hij Zijn liefde verklaard, ontvouwd. Zijn liefde heeft Hij handen en voeten gegeven, in deze ledematen schreef Hij de liefde tot de wereld, de duistere wereld. Hoort Hem! Hoor: Volg Mij! Persoonsgebonden gaan. Praktijkgericht volgen. Levensécht. Zijn voetstappen drukken. In liefde verbonden. Al wat van God is bewaren. Ziedaar, de liefde Gods is waarlijk in die Woordbewaarder volmaakt geworden. Welke liefde is het? Is het te bestempelen als die hoogheerlijke liefde voor ons die in Christus Jezus door God volmondig uitgesproken is? Of is het de liefde zoals God die wil? Of is het nog anders, gaat het over de liefde jegens God zoals Johannes zegt: Wij hebben Hem lief? Het is allemaal mogelijk en we laten al die betekenissen staan. Het is wel aannemelijk dat het accent op de liefde tót God ligt. Dán krijgt God daarvoor niet minder het volle gewicht: Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Liefde als gevolg van de levendmakende en levenvernieuwende Heilige Geest: een eerrover Gods gemaakt tot Godlover. Tenslotte: Gelieve geen vraagtekens te plaatsen bij het leven van de echte ‘kenners Gods’. Om Christus’ wil! Waarvan akte door Johannes: in hen is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden. De zeggingskracht van dit ‘waarlijk’ is: gegarandeerd. Wat is dan gegarandeerd? Om het maar tot lof van de Dienstknecht te zeggen: gegarandeerd is: in hen is de liefde Gods volmaakt geworden. Dat betekent dat in diepe gemeenschap met Christus de liefde zich voluit doet gelden, volledig is, tot volle bloei is gekomen, in de ontwikkeling uitgroeit tot volheid. Het komt er aan alle kanten uit, het druipt overal vanaf: Christus leeft in mij. Voor God is alleen dit toereikend.

Gespreksvragen
1. De Heere Jezus Christus heeft gehoorzaamheid geleerd. Bespreek wat deze woorden betekenen. Hebben deze woorden voor u persoonlijk betekenis?
2. We hechten sterk aan de drie stukken ‘ellende, verlossing en dankbaarheid’. Komt het stuk van de dankbaarheid in prediking, leer en leven voldoende aan de orde? Op welke wijze krijgt het stuk van de dankbaarheid, dat bij de uitleg van vers 3 aan de orde kwam, tijdens de voorbereiding en nabetrachting op, de bediening van en de dankzegging voor het Heilig Avondmaal aandacht?
3. In de kinderen Gods wordt in het bewaren van Gods Woord de liefde van God waarlijk volmaakt, aldus de brief van Johannes. Vindt u de bevestiging van die woorden in de gemeente(n) en uw omgeving? Als u een inleiding of preek over deze tekst zou moeten maken, wat zou u dan zeggen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juli 2007

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (9)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juli 2007

Kerkblad | 12 Pagina's