Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Suriname

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Suriname

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE REPLIEKREDE

Nadat de heer Van Rossum de bewindslieden had bedankt voor hun beantwoording, merkte hij nog het volgende op.

Ik had niet gevraagd om de gouverneur een opdracht te geven. Ik had wel gevraagd of het mogelijk was om artikel 51 van het Statuut toe te passen. De twijfel die bij ons bestond ten aanzien, van de artikelen 1 en 2 van het statuut ging over de inperking van de macht des konings. De koning raakt duidelijk een stuk macht kwijt over een gebiedsdeel. In artikel 45 staat onder b dat dat een bepaalde invloed heeft en dat het eigenlijk min of meer gelijk wordt gesteld met een soort grondwetsherziening. Ik lees dit ook in context met artikel 5 van het Statuut. Daar was ons onrustgevoel door ontstaan. De Minister heeft het wel enigszins weggenomen, door te zeggen dat wij ons moeten baseren op artikel 55 van het Statuut, maar helemaal gerust zijn wij er niet op.

Ik kom nu aan het punt van de datum. De meesten hebben daar heel weinig moeite mee. In Suriname moet nog een grondwet woYden aangenomen. Dat is niet onze zaak en ik zou dat wat ons betreft ook buiten de discussie willen houden. Ook deze Rijkswet moet nog worden aangenomen. Dat kan aanleiding geven tot moeilijkheden. De Minister-President heeft gezegd dat de onafhankelijkheid buiten discussie staat en dat het alleen gaat om de weg daar naar toe. Dan is er toch sprake van een soort spoorboekje en een bepaalde aankomstdatum? Die datum is er op verzoek van de Surinaamse Regering in gekomen. Wij moeten echter met alle eventualiteiten rekening houden.

Het is mogelijk dat die datum door om­ standigheden niet kan worden gehaald. Dan lees ik in de toelichting bij artikel 55: , , de in het statuut neergelegde rechtsorde is door de drie landen vrijwillig aanvaard. Het ligt in de lijn dat voor wijzigingen van de rechtsorde overeenstemming tussen de landen is vereist. Een wijziging moet niet aan enig land door het andere kunnen worden opgelegd."

Als wij aan het Statuut vasthouden, mag de datum nooit eenzijdig worden opgelegd. Wij kunnen wel zeggen dat het een verzoek is, maar als het niet wordt gehaald, dan verplichten wij ora toch die datum vast te houden, ook al zijn de Staten van het belanghebbende land daarmee niet klaar. Ik moet eerlijk zeggen dat als wij die kant opgaan, ik in strijd kom met de eed op het Statuut. Dat kan niet. Daarom hebben wij getracht een mogelijkheid te vinden om daaruit te komen door een mogelijkheid te vinden om daaruit te komen door een amendement in te dienen dat van die gedachtengang uitgaat. Er is inmiddels een ander amendement door de heer Adhin ingediend dat van een andere gedachte uitgaat, namelijk de behandeling van de Grondwet. Die Grondwet heb ik in ons amendement heel duidelijk buiten beschouwing gelaten. Ik vind dat een Surinaamse zaak. Inmiddels is het natuurlijk heel duidelijk dat, hoewel de twee amendementen van verschillende oorsprong zijn, dit hetzelfde effect heeft. Het lijkt mij wat onjuist om over twee amendementen van gelijke strekking- te stemmen.

Om die reden meen ik dat het juist is om het amendement dat de heer Jongeling en ik hebben ingediend, in te trekken. Ik wil echter wel graag antwoord hebben op mijn vraag over de eed op het Statuut. Tenslotte kom ik tot de ontwikkelingssamenwerking. Van Minister Pronk heb ik daarover enkele duidelijke antwoorden gekregen. Het is een programma en een toetsingscriteria. Minister Pronk zegt nu echter dat het eigenlijk geen toetsingscriteria is, dat alle andere programma's ook kunnen worden gebruikt. Ook de spreiding en werkgelegenheid heeft hij nauwelijks genoemd. Alles is dan dus mogelijk. Het rapport heeft dan praktisch geen functie meer. Daarover wil ik toch graag iets horen, vooral nu Minister De Gaay Fortman uitvoerig erop is ingegaan dat men op West-Suriname al aan het werk gaat. Dat was nu juist mijn zorg. Gaat men niet te eenzijdig in op een bepaald object? Ik kom terug op mijn eerste redevoering waarin ik zei dat Nehemia begon met te werken aan alle kanten tegelijk en daarmede de zaak diende. Ik hoop dat diezelfde bezielde geest ook in Suriname mag komen om overal gelijktijdig aan het werk te gaan om van dat land een prachtig en een welvarend land te maken.

TOT SLOT

Met 106 tegen 5 stemmen werd het beëindigen van de statutaire band van het Koninkrijk der Nederlanden met Suriname door de Tweede Kamer goedgekeurd. De fracties van de SGP en GPV waren tegen. De heer Van Rossum motiveerde zijn stem aldus: , , Wij zijn niet tegen de Surinaamse onafhankelijkheid, maar wij mogen Suriname niet een verplichte onafhankelijkheidsdatum opleggen. Dat is in strijd met het Statuut.""

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1975

De Banier | 8 Pagina's

Suriname

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1975

De Banier | 8 Pagina's