Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT

Dordtse Kerkorde, Artikel 61

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET AVONDMAAL

Men zal niemand ten Avondmaal des Heeren toelaten, dan die naar de gewoonte der kerken, tot dewelke hij zich voegt, belijdenis der Gereformeerde Religie gedaan heeft, mitsgaders hebbende getuigenis van een vrome wandel, zonder welke ook degenen, die uit andere kerken komen, niet zullen toegelaten worden.

De toelating tot het Heilig Avondmaal

Het Heilig Avondmaal is door Christus ingesteld in de nacht toen Hij verraden werd. Hij heeft het ingesteld opdat degenen, die Hem als Zaligmaker door waar geloof hebben leren kennen en uit de genade van Hem leven, het zouden gebruiken tot versterking van hun geloof. Het Avondmaal is niet ingesteld om tot wedergeboorte en geloof te komen, maar wel als een sakrament om de ontvangen genade te bevestigen, om op te wassen in de genade en de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus (2 Petr. 3 : 18). De omstandigheden, waaronder de instelling van het Avondmaal plaats greep en de woorden daarbij gesproken, wijzen er duidelijk op, dat het Avondmaal ten nauwste samenhangt met de dood van Christus. Niet zonder bedoeling stelde Jezus het in óp het Paasfeest toen de Israëlieten de oud-testamentische paasmaaltijd aten, dat afschaduwde de verzoening en de gemeenschap met God door het slachten en het eten van het paaslam. Maar in Christus' dood is nu het grote Pascha, n.l. Christus geslacht, opdat Gods kinderen feest zullen houden, niet in de oude zuurdesem, noch in de zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden der oprechtheid en der waarheid (1 Kor. 5 : 8). Bij het. Avondmaal kan het oudtestamentische lam wegvallen; want Zijn offer ter verlossing en verzoening van de gegevenen des Vaders is éénmaal volbracht. Het Nieuwe Testament in Zijn dood is nu vast en door Zijn bloed nu van kracht geworden (Hebr. 9 : 16-17). Brood en wijn in het Avondmaal als tekenen en zegelen van Zijn lichaam zijn de tekenen en zegelen van de verlossing door Christus' bloed, van het Nieuwe Verbond, door Zijn lijden en sterven bezegeld.

Is het Avondmaal een maaltijd ter gedachtenis van het lijden en sterven van Christus, daar Hij sprak bij de instelling: doet dit tot Mijn gedachtenis (Luk. 22 : 19), het is ook een gemeenschapsmaaltijd om geloof te oefenen met Christus als het Hoofd van Zijn gemeente en met de leden der gemeente onderling, gelijk Paulus schrijft in 1 Kor. 10: De drinkbeker der dankzegging, die wij dankzeggende zegenen, is die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? Want één brood is het, zó zijn wij velen één lichaam, dewijl wij allen ééns broods deelachtig zijn. En deze gemeenschap met Christus en Zijn lichaam (Zijn gemeente) wordt niet gewerkt door het uiterlijk eten en drinken van brood en wijn, maar door het opheffen van de harten in de hemel, waar Jezus Christus is, onze Voorspraak, ter rechterhand van Zijn hemelse Vader, niet twijfelende, of wij zullen zo waarachtiglijk door de werking van de Heilige Geest met Zijn lichaam en bloed aan onze zielen gespijzigd en gelaafd worden, als wij het heilige brood en de drank tot Zijn gedachtenis ontvangen (Avondmaalsformulier). De Heere Jezus stelde het Avondmaal in temidden van Zijn discipelen, van wie Hij gezegd had: Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, maar voor wie Hij ook gebeden had: Heilig ze in Uw waarheid. De discipelen (behalve Judas) hadden beleden, dat Hij de Christus was, maar zij waren nog zo onkundig van de vruchten van Zijn lijden en sterven en van Zijn noodzakelijk voorbidden in de hemel. Zij werden nu door eten en drinken van het Avondmaal gesterkt in het geloof en gevoed in Zijn gemeenschap. Zij hadden het nodig, want de Heere had hen vermaand: Gijlieden gelooft/in God, gelooft ook in Mij (Joh. 14 : 1). En niet alleen is het Avondmaal ingesteld voor de discipelen, die met Hem aan tafel zaten, maar ook voor allen, die door hun woord in Christus ter zaligheid zouden geloven. Dit blijft nodig en het verachten van Christus' bevel zal alleen tot schade van eigen zieleleven zijn. Eerst met de wederkomst van Christus houdt het Avondmaal op een teken en zegel des Verbonds te zijn.

Ook de Kerkorde spreekt in artikelen 61-64 over het Heilig Avondmaal; maar dan inzonderheid bezien van de kerkrechtelijke zijde. Echter niet alles wordt in de D.K.O. gezegd wat tot het kerkrechtelijke van de Avondmaalsbediening behoort. De Kerkorde bevat slechts enkele der voornaamste en meest, noodzakelijke bepalingen, die voor de goede orde nodig zijn. De Kerkorde is geen wetboek, dat voor alle mogelijke en speciale gevallen een artikel bevat, maar een kerkelijke ordening, die slechts de hoofdbeginselen in enkele artikelen zo kort mogelijk uitspreekt, en de toepassing daarvan in de bijzondere gevallen aan de praktijk van het kerkelijk leven overlaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 1970

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 1970

De Saambinder | 4 Pagina's