Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar de CATECHISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar de CATECHISATIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

25

HET WEZEN GODS (2)

Nooit kan een mens een VOLLEDIGE omschrijving geven van het Wezen Gods. God heeft alleen dátgene van Zichzelf geopenbaard, wat Hij nodig achtte om Hem te kennen tot zaligheid. De diepten in het Goddelijke Wezen zijn zó ondoorgrondelijk, dat het menselijk eindig verstand die onmogelijk kan bevatten, omvatten. In dit verband wijzen we op die geweldige tekst van 1 Kor. 2: 10: Want de Geest onderzoekt alle dingen ook de diepten Gods”. Elke poging van de mens om het Wezen Gods uit te drukken in één bepaald begrip, moet falen.

Maar daarmede mogen we niet zeggen, dat Hij de ONKENBARE is, zoals het Deïsme leert. (Hierover echter later meer).

God heeft zich BEKEND GEMAAKT. We hebben besproken Zijn openbaring in de natuur en dat Hij Zich bijzonder heeft geopenbaard in Zijn Woord: als de Onbegrijpelijke God, maar die toch te kennen is en als de VERHEVEN God, doch Die bij en in mensen wil wonen en die Hij door het wederbarend werk des Geestes tot Zijn volzalige gemeenschap wil brengen!

En die gemeenschap met God berust op zaligmakende kennis van God, welke kennis door het geloof wordt genoten.

Het is Calvijn geweest, die op het geloof weer de volle nadruk heeft gelegd in verband met die gemeenschapsoefening met God tegenover Rome, dat zo sterk aan de stoffelijke, lichamelijke van die gemeenschap blijft vasthouden, zoals zo duidelijk uitkomt bij haar Avondmaalsleer, de wezenlijke verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus.

Maar niet minder noodzakelijk is te wijzen op het MYSTICISME in dit verband. Het mysticisme zoekt de gemeenschapsoefening met God en een één-worden-met God. Hier ligt het gevaar van het pan-theïsme, dat de vereenzelviging leert van God en het schepsel. zoals één van de dichters uit de „tachtigers” heeft gezegd; „Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten”.

Wel spreekt de schrift van: „der Goddelijke natuur deelachtig worden”, II Petr. 1:4, maar dit betekent niet„het Goddelijke WEZEN” deelachtig te worden.

In het mysticisme komt men tot een overschrijding van de grenzen tussen God en het schepsel. Wanneer Gods kind verwaardigd mag worden om de nauwe intieme gemeenschap met God te beoefenen, wordt wel de afstand, die er door de zonde is, weggenomen. Het mag dan een ogenblik ervaren, dat er in en door de Borg niets meer tussen God en de ziel ligt. O, wat eeuwig groot is het, wanneer het waarlijk „vlak” mag zijn. Dit zijn zeer zeker hoogtepunten in het geestelijke leven. En daarbij wordt ook beleefd, zichzelf geheel en al te verliezen. Zelf niets .......God alles! Asaf zingt daarvan in pslam 73:

Maar ’t is mij goed, mijn zaligst lot,
nabij te wezen bij mijn God.

Dit neemt echter niet weg, dat ook in de intiemste gemeenschap met God toch de Heere voor het kind des Heeren de grote verheven Majesteit blijft, echter niet tot schrik, maar met eerbiedige erkenning en aanbidding.

Abraham wordt de vriend Gods genoemd. God sprak: „Zou Ik voor Abraham verbergen wat Ik doe?” En toch boog Abraham zo heel diep, wanneer hij beleed: „Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewel ik stof en as ben”. (Gen. 18:27) En toen Elia bemerkte, dat God was in het suisen van de zachte stilte, bewond hij zijn aangezicht met zijn mantel! (I Kon. 19) Velen bestrijden de valse mystiek. Maar niet zelden „werpt men met het badwater het kind weg” en keert men zich vijandig ook tegen de ware, gezonde, Schriftuurlijke mystiek. We besluiten deze bladzijde met een opmerking van wijlen prof. Wisse op één van zijn onvergetelijke collega’s: „Valse mystiek kan het best bestreden worden met echte mystiek”. Lere Gods Geest ons naar de zuivere mystiek van Ps. 25:7 (ber.)

R’dam-West

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Naar de CATECHISATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's