Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven met de nier van (o)pa

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven met de nier van (o)pa

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee keer kreeg Jeroen van Setten (23) uit Schoten (België) een nier gedoneerd. Eerst van zijn vader, later van zijn opa. „Mijn dankbaarheid voor hen is niet uit te spreken.

Bij de geboorte van Jeroen bleek al snel dat zijn nieren niet goed functioneerden. De ene nier werkte helemaal niet, de andere slechts beperkt. Als kind moest Jeroen daarom vele malen onder het mes. Operatie op operatie volgde. Ingrepen bij zijn nieren of urinewegen waren nodig. Tot zijn 17e werkte zijn tweede nier behoorlijk. Toen werd het minder. De nierfunctie ging naar 12 procent. Spierpijn en moeheid teisterden Jeroen. „Mijn leven liep op zich gewoon door. School en vrienden leden er niet onder. Maar ik was veel moe. Vaak ging ik uit school direct een uur slapen. Na het eten dook ik soms ook al vroeg het bed in.”

Automatisch
Vanaf dat ogenblik werden voorbereidingen getroffen om een nier te gaan transplanteren. Jeroens vader en opa stelden een nier ter beschikking. „Eigenlijk ging dat heel automatisch; hun donorstelling was zelfs logisch. Omdat we de orgaandonatie al vroeg zagen aankomen. Ook was van tevoren duidelijk dat mijn moeder niet zou doneren. Zij moest er voor het gezin zijn.” In de aanloop naar de operatie werd er in huize Van Setten veel gepraat. „Heel serieus. Maar ook luchtiger.” Jeroen, die op dat moment de opleiding verpleegkunde in Rotterdam volgde, grapte eens: „Binnenkort ben ik verpleegkundige in hart en nieren.” Voor de operatie volgden veel onderzoeken. Jeroens vader en opa deden tests om te kunnen laten zien of hun nier geschikt was voor donatie. „Uit de tests bleek dat de nier van mijn vader het best matchte met mijn lichaam. Hij werd mijn donor.” Dinsdag 23 mei 2006: de dag van de transplantatie. „Een moeilijk moment”, vindt Jeroen. „Je gaat onder narcose. Dat is niet zonder risico’s. De vorige keren besefte ik dat niet. Voor mijn moeder was het ook spannend. Op die dag moest ze vader én zoon laten gaan.”

Contrast
Jeroen knapte na de operatie razendsnel op. „Je bloed wordt weer schoon. Ik kreeg weer een heel ander leven. Een groot contrast met voor de operatie. Alle moeheid verdween. Wel moest ik medicijnen slikken om te zorgen dat de nier niet afgestoten zou worden.” De gezondheid van Jeroens vader, evangelist voor de Gereformeerde Gemeenten in het Belgische Merksem, kreeg eerst wel een knauw. „Hij wilde al snel weer aan het werk. Maar dat is niet niks als je nierfunctie gehalveerd is.” Begin 2008 werd de getransplanteerde nier deels toch afgestoten. In augustus dat jaar volgde een tweede afstoting. Het orgaan functioneerde toen voor nog maar 2 procent. Snel handelen werd noodzaak. Zonder nieren is leven onmogelijk. Vuile stoff en moeten uit het bloed gefi lterd worden. Jeroen: „Drie weken lang ging ik drie keer vier uur lang naar het ziekenhuis voor nierdialyse. Om het bloed te fi lteren.” Vanwege de intensiviteit van de behandeling in het ziekenhuis stapte Jeroen al snel over op buikspoeling (zie kader, MK). „Dat kan gewoon thuis. Hoewel ik ’s nachts continu aan een machine lag. Dat heb ik een half jaar gedaan.” Op 7 april 2009 ontving Jeroen zijn tweede nier. Die kreeg hij alsnog van zijn opa. Na wat ‘opstartproblemen’ functioneert deze nier ruim een jaar later nog voldoende. „Het is heel bijzonder om iets van je vader of opa in je lichaam te hebben. Ze deden het voor jou. Ik ben ze ontzettend dankbaar. Ze zijn er eigenlijk niet voor te bedanken. De relatie met mijn vader is verdiept. Hij werd een vadervriend. Nu ik een vriendin heb, is dat anders.” Jeroens visie op orgaandonatie veranderde nooit. „Ik ben altijd al voor geweest. Je weet dat het voor jezelf nodig is. Ik kan jongelui alleen maar oproepen om donor te worden. Transplantatie gaf mij en geeft mensen weer kwaliteit van leven, besef dat altijd goed.”

Door alles heen ziet Jeroen vooral zijn afhankelijkheid van God. „Voor anderen is vrijwel alles zeker. Bij mij leeft veel onzekerheid. Bijvoorbeeld of de donornier blijft werken. Zo word je afhankelijk gemaakt van de Heere. Je kunt boos en opstandig worden. Toch weet je dat de Heere er een bedoeling mee heeft. Je leert volgen.” Hoewel de onzekerheid soms klemt, maakt ook Jeroen gewoon toekomstplannen. „Je ziet ergens naar uit. Net als iedere andere jongere.”

 


De nier en transplantatie

Mensen hebben twee nieren van zo’n 12 centimeter lang. Nieren hebben een zeer belangrijke functie in het lichaam. Ze zorgen ervoor dat het bloed gezuiverd wordt en dat vocht wordt afgevoerd naar de blaas. Dagelijks wordt zo’n 180 tot 200 liter bloed gezuiverd. Het bloed gaat dus zo’n 40 keer per dag door de nieren heen. Als nieren voor 60 tot 70 procent zijn uitgevallen, spreken we van chronische nierinsuffi ciëntie. Bij een verdere achteruitgang van de nieren naar slechts 10 procent van de normale functie, is een medische behandeling (nierdialyse of niertransplantatie) noodzakelijk. Nierdialyse kan op twee manieren. Via een kunstnier (hemodialyse) of via buikspoeling (peritoneaal dialyse). Bij hemodialyse wordt het bloed uit het lichaam gehaald, door een kunstnier geleid en weer terug in het lichaam gebracht. Bij buikspoeling laat men een bepaalde vloeistof in de buikholte lopen via een katheter, waarna er door het buikvlies uitwisseling plaatsvindt van giftige stoffen tussen het bloed en de vloeistof. Na een tijdje laat men de vloeistof weer uit de buik lopen en is het bloed gezuiverd. Een alternatief voor nierdialyse is een niertransplantie. Daar zijn echter lange wachttijden voor en ook niet iedereen wil dat of is hiervoor geschikt. Bij een geslaagde niertransplantatie is de patiënt van de nierdialyse af. Eén op de vijf patiënten krijgt te maken met afstotingsreacties. Per jaar worden er in Nederland ongeveer 500 niertransplantaties uitgevoerd.

Bron: nierdialyse.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2010

Terdege | 91 Pagina's

Leven met de nier van (o)pa

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2010

Terdege | 91 Pagina's