Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maaswijdte van zeevisnetten enz.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maaswijdte van zeevisnetten enz.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van Ir van Dis

Op 5 April 1946 werd te Londen een verdrag gesloten in zake het vaststellen van een maaswijdte van visnetten en van minimummaten op sommige vissoorten, welk verdrag bij de wet van 27 Juni 1947 door de Staten-Generaal werd goedgekeurd.

Dit verdrag bevat een aantal geboden en verboden, welke gericht zijn tot degenen, die zich met de zeevisserij bezighouden en legt aan de regeringen, die bij het verdrag aangesloten zijn, de verplichting op voor de naleving van deze geboden en verboden zorg te dragen. Zo wordt in het verdrag van Londen bepaald, dat het verboden is in de Noordelijke en IJslandse wateren sleepnetten aan boord te hebben of er mee te vissen, indien deze van een geringere maaswijdte zijn dan 110 m.illimeter. Voor het visboiï op alle andere plaatsen mag de maaswijdte niet kleiner dan 80 mm zijn,

Eén en ander moest, ook met het oog op de strafbepalingen, in een afzonderlijk wetsontwerp nader geregeld worden, welk wetsontwerp op 9 AprU 1951 bij de Tweede Kamer werd ingediend, doch eerst nu door haar in behandeling werd genomen.

De bedoehng dezer bepalingen is duidelijk. Men wü namelijk de verdere achteruitgang der vissoorten tegengaan door de jonge, kleine vis te bescherm.en. Dit kan door enerzijds de maaswijdte groter te maken, en anderzijds door de te vangen vis aan maten te binden, zodat vis, die onder de vastgestelde maat is, onmiddel-Hjk na het vangen weer in zee geworpen moet worden.

De zoeven genoemde bepaHngen in zake de maaswijdte gelden echter niet voor alle soorten vis. Een zeker aantal vissen valt er niet onder, zoals bijv. makreel, haringachtige vissoorten, spiering, paling, grote pietermaimen, garnalen en enkele andere meer.

En wat de maat betreft, wordt in het wetsontwerp bepaald, dat bijv. kabeljauw een lengte van 30 cm moet hebben, tong van 24 cm, wijting van 20 cm, enz. Ook wordt er in verboden bij het vissen met een sleepnet gebruik te maken van middelen, waardoor de mazen van het net versperd geraken of op andere wijze minder geschikt worden voor het doorlaten van ondermaatse vis.

Bovendien is het verboden zeevis, behorende tot de in artikel 5 bedoelde soorten, namelijk kabeljauw, schelvis, heek, schol, tong, tarbot, wijting enz., uit zee aan te voeren, indien deze vis ontkopt is of in moten is verdeeld.

De overtreding van al deze geboden en verboden wordt niet gering gestraft. Artikel 10 noemt een hechtenis van ten hoogste zes maanden, of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden, veel zwaardere strafbepalingen dus dan bij overtreding van de Zondagswet.

Tegen dit wetsontwerp zijn gegronde bezwaren ingebracht, met name van de kant der kleine zeevissers en der kustvissers, die bij doorvoering van een maaswijdte van 80 mm ernstige nadelen voor hun bestaan duchtten.

Van onderscheidene zijden werden bij de behandeling van het bedoelde wetsontwerp deze bezwaren naar voren gebracht.

Namens de tractie der S.G.P. werd dit gedaan door Ir van Dis, die als volgt daarbij sprak: Mijnheer de Voorzitter!

Het onderhavige wetsontwerp, betrekking hebbsnd op de maaswijdte van zeevisnetten en van minimummaten op sommige zeevissoorten, is een voor de zeevisserij zeer belangrijk wetsontwerp.

Dit geldt wel in het bijzonder voor de kleine zeevisserij en de kustvisserij, welker beoefenaars zich de laatste maanden zeef duidelijk tegen dit wetsontwerp hebben uitgesproken. En dit is ook wel zeer goed te begrijpen, daar het voorschrijven van een maaswijdte van 80 mm, zoals in artikel 3 van het wetsontwerp wordt voorgesteld, voor de kustvissers en de kleine zeevissers een maatregel is, welke diep ingrijpt in hun bestaansmogelijkheid, zelfs zodanig, dat zij naar het oordeel dezer vissers fataal zou zijn, indien daarbij geen dispensatie zou worden verleend voor de tong-, wijting-en pietermanvisserij.

Te sterker was het verzet tegen deze maatregel, omdat landen als West-Duitsland en Spanje niet bij het verdrag betrokken zijn en Engeland, dat er wel bij betrokken is, er volgens een artikel, voorkomend in „De Visserijwereld", niets van te lijden heeft, terwijl aan Schotland na overlegging van een rapport een maaswijdte van 70 mm werd toegestaan. Gezien de zwaar drukkende belastingen en de hoge lasten, die deze vissers op te brengen hebben, was deze maatregel voor hen dan ook wel uiterst bezwarend, zo zelfs, dat één hunner de voorgestelde maaswijdte van 80 mm een greep naar de keel noemde. En dit niet alleen omdat men er een zeer grote vermindering van inkomsten van verwachtte, alsook dat men er op hoge kosten door zou komen wegens het moeten aanschaffen van nieuwe netten, maar ook vanwege de onvermijdelijke hinderlijke controle op de netten. Ook wordt het als een grote onbillijkheid aangemerkt, dat slechts een deel der visserij door deze maatregel zou worden getroffen, daar het grootvisserijbedrijf er geen of zeer weinig last van zou hebben, omdat er voor de haringvisserij dispensatie zou worden verleend. Het sterke verzet er tegen is intussen niet geheel vergeefs geweest. Op de Conventie te Londen is men tot het besluit gekomen, aan de regeringen, die het verdrag van 1946 ondertekend hebben, aan te bevelen een minimummaaswijdte van 75 mm toe te staan. Bij de behandeling van de Visserijbegroting hebben wij reeds te kennen gegeven, dat, hoewel dit enige verbetering is, de kustvissers hiermede nog geenszins voldaan zijn. Wij doen daarom nogmaals een beroep op de mi­ nister om al wat mogelijk is te doen om het daarheen te leiden, dat met een kleinere maaswijdte zal kunnen worden volstaan. Wanneer het aan Schotland gelukt is, vergunning voor een maaswijdte van 70 mm te verkrijgen, moet dit ook voor ons land mogelijk zijn. Nu heeft de minister bij Nota van Wijzigingen voorgesteld, aan artikel 9 een tweede alinea toe te voegen, welke inhoudt, dat de minister bevoegd is bij in de Nederlandse Staatscourant te publiceren beschikking tijdelijk het aan boord hebben en het gebruik van sleepnetten met een geringere maaswijdte dan die, vermeld in de artikelen 2 en 3, toe te staan. Wij achten dit een gunstige wijziging, maar toch neemt dit niet weg, dat de Icustvissers en de Weine zeevissers nog steeds in onzekerheid verkeren, welke maaswijdte over enige tijd zal worden vastgesteld. Aan deze onzekerheid behoort onzes inziens zo spoedig mogelijk een einde te komen door een zodanige maaswijdte vast te stellen, dat aan de kleine zeevisserij en de kustvisserij de bestaansmogelijkheid niet ontnomen wordt. Wij zouden het zeer op prijs stellen, indien de minister hieromtrent nadere mededelingen deed.

Bij de beantwoording der onderscheidene sprekers deelde de minister mede, dat het nu wel duidelijk is, dat de maat voor trawlers zal zijn 75 mm, en voor de snurevaadvisserij 70 mm. Hierover zullen nu heel wat gegevens verzameld moeten worden.

De minister verklaarde zich voorts bereid op korte termijn na te gaan, welke richting de Permanente Commissie zal uitgaan. Aangaande de opmerking van Ir van Dis met betrekking tot de vergunning, welke aan Schotland verleend is, ^ zeide de minister:

„De geachte afgevaardigde de heer van Dis heeft een opmerking gemaakt over het feit, dat de vissers in Schotland gebruik kunnen maken van netten van 70 mm. Als ik mij goed herinner, is hier inderdaad een uitzondering gemaakt voor de kustvissers, dit in verband met het feit, dat de Schotse vissers alleen op rond vis vissen. Dit geschiedt in overeenstemming met het advies van de P.C.

De geachte afgevaardigde heeft ook • gevraagd, of niet tijdelijk van een geringere maaswijdte gebruik kan worden gemaakt. Dat kan slechts, indien het geschiedt in overeenstemming mei de beslissing van de Permanente Commissie. Anders zou het onmogelijk zijn een dergelijk verdrag tot uitvoering te brengen. Indien ieder land de bevoegdheid krijgt een geringere maat toe te staan, dan is het beter geen verdrag te sluiten. Slechts indien de Permanente Commissie accoord gaat met een geringere maat, zal het door een bepaald land kimnen worden toegepast.

Mijnheer de Voorzitter! Ik zou hieraan nog willen toevoegen, dat ook onzerzijds eventuele moeilijkheden, die zouden kunnen ontstaan, niet licht zullen worden geteld. Speciaal ten aanzien van de kustvissers is er altijd de mogelijkheid, dat moeilijkheden ontstaan. Maar het lijkt mij gewenst af te wachten, hoe één en ander zich zal ontwikkelen, om daarna te zien wat ons te doen staat, indien er onoverkomelijke moeilijkheden voor de kustvissers zouden komen".

Het wetsontwerp werd daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's

Maaswijdte van zeevisnetten enz.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's