Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbels naar Cuba

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbels naar Cuba

Gesprek met drs. G. Nieuwenhuis en A.Stam

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Cuba, oktober 1963; de ogen van de hele wereld zijn gericht op dit eiland in de Caraïbische Zee, ten zuiden van Florida in de Verenigde Staten. Fidel Castro leidt er sinds 7 959 een kommunistisch regime. Hij wordt gesteund door de Sovjet-Unie, die raketten op zijn eiland wil plaatsen. De Verenigde Staten accepteren deze bedreiging zo dicht bij hun grenzen niet. President John F. Kennedy brengt troepen in paraatheid. Zal het tot een treffen komen? Dan is de wereldvrede in gevaar! 't Zijn spannende dagen. Gelukkig bindt Chroetsjev in en trekt zijn raketten terug. We worden bewaard voor een derde wereldoorlog. Cuba blijft een kommunistisch bolwerk, hermetisch afgesloten voor het Westen.

Cuba, augustus 1993: Fidel Castro is nog steeds aan de macht. Zijn land is het enige ter wereld dat nog helemaal kommunistisch is. Toch gaan de heren drs. G. Nieuwenhuis en A. Stam erheen. De heer Nieuwenhuis is algemeen sekretaris van de Zending der Gereformeerde Gemeenten en bestuurslid van de Spaanse Evangelische Zending (SEZ). De heer Stam is sekretaris van de SEZ. Zij brengen een oriënterend bezoek, omdat Cuba om Bijbels heeft gevraagd. Hoe is dat mogelijk? !

’Van dr. K. F. de Blois, een bijbelvertaalkundige, die toen in Florida werkte, hoorden we dat er in Cuba grote behoefte was aan Bijbels. Hij is een broer van drs. R. de Blois, die als vertaalkundige aan onze zending verbonden is. Zo is onze belangstelling voor Cuba gewekt', zegt de heer Nieuwenhuis.

We hadden met hem en de heer Stam een boeiend gesprek op het bureau in Woerden.

Hoe komt het dat u samen naar Cuba bent gegaan?

Nieuwenhuis: Voor onze zending moest met deputaten een bezoek gebracht worden aan het nieuwe zendingsterrein in Ecuador. De heer Stam ging mee als tolk, omdat daar alleen Spaans gesproken wordt. Niet lang daarvoor hadden we gehoord van de geestelijke nood op Cuba. Omdat we daar toch in de buurt waren, heb ik met Stam na het verblijf in Ecuador enkele dagen in het land van Fidel Castro doorgebracht.

Mijnheer Stam, dat u Spaans spreekt, is dat uit hoofde van uw werk?

In mijn vorige baan op een scheepswerf had ik het hard nodig. Tegenwoordig, als eindredakteur bij het Reformatorisch Dagblad, gebruik ik het overdag maar sporadisch. 's Avonds echter des te meer, in verband met mijn bezigheden voor de Spaanse Evangelische Zending. Deze zending is in 1952 opgericht op initiatief van wijlen professor G. Wisse en anderen, in een tijd toen de protestanten in Spanje verdrukt werden. Nu de materiële hulp in Spanje niet langer nodig is, vormen het bijbelkursus

werk en de lektuurverspreiding de ruggegraat van het werk in Spanje en Spaanssprekende landen. Onze bjbelkursussen - evangelist M. Aleman verzorgt, met helpers, vanuit Nederland het kursuswerk voor Latijns Amerika - bleken ook in Cuba terechtgekomen te zijn. Inmiddels had de SEZ daar enkele honderden kursisten. Vandaar dat ik graag met de heer Nieuwenhuis meeging.

Wat was het doel van de eerste reis?

Nieuwenhuis: Na te gaan waar we hulp konden bieden en wat de beste kanalen daarvoor zouden zijn.

Hoe is het mogelijk dat je zomaar naar Cuba kunt?

Dat heeft te maken met de slechte ekonomische toestand van het land. Het gevaar bestond dat de bevolking in opstand zou komen tegen Castro. Door enige openheid naar het Westen te geven en daarvoor kleine concessies te doen, probeerde hij de mensen wat tevreden te stellen. En dat is hem tot nu toe gelukt. Er komen veel toeristen naar het land en er is een groeiende hoeveelheid buitenlandse investeringen. In dit klimaat werd het ook mogelijk Bijbels in te voeren.

Hoe is de toestand nü op Cuba?

Het land maakt een onvoorstelbaar armoedige indruk. Het verslonst helemaal; alles is verveloos en vervallen. De voedselvoorziening gaat nog op bonnen. Brandstof is erg schaars, aan medicamenten is gebrek. Zeep, tandpasta en schoonmaakmiddelen zijn nauwelijks verkrijgbaar. Op de zwarte markt is nog wel het een en ander te koop, maar daar moet je Amerikaanse dollars voor hebben. Vrouwen proberen daar door prostitutie aan te komen.

Tot in de hotels toe komen meisjes - heel gewone meisjes - om zo wat bij te verdienen. Vorig jaar zijn ook duizenden Cubanen met wankele boten en vlotten naar Florida gevlucht, waar velen nooit zijn aangekomen...

Zijn er oorzaken aan te wijzen voor de slechte ekonomische toestand?

Ja: de Amerikaanse blokkade sinds de krisis van 1963, het wegvallen na 1990 van de steun uit de Sovjet-Unie, en het weinige initiatief bij de bevolking als gevolg van het kommunistische regime. Hard werken leverde immers nooit iets méér op! Voorheen voerde Cuba veel rietsuiker uit naar Oost-Europa en het kreeg daar in olie wel driemaal de waarde voor terug. Dit afzetgebied is na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verdwenen.

Is het voor toeristen niet gevaarlijk op Cuba?

Helemaal niet! je wordt juist beschermd door de toeristenpolitie. De bevolking heeft nog altijd te maken met de geheime politie, die via de buurtkomités iedereen in de gaten kan houden.

Was Cuba vóór de kommunistische revolutie een godsdienstig land?

Het was overwegend rooms-katholiek. De godsdienst was ook vermengd met heidense religies, die negerslaven vanuit Afrika hadden meegebracht.

Er zijn momenteel ongeveer honderdduizend praktizerende roomsen en zestigduizend protestanten (belijdende leden), op een bevolking van ruim elf miljoen zielen. Er komen echter meer mensen naar de kerk, vooral bij de protestanten.

De protestantse kerk is erg verbrokkeld. Vroeger stuurde elk kerkgenootschap in de Verenigde Staten zendelingen uit. Zo zijn er ook op

Cuba veel verschillende kerken ontstaan. De evangelische en pinkstergemeenten zijn wel in de meerderheid.

Zijn de christenen onder het bewind van Castro vervolgd?

Niet direkt. Officieel was (en is) er godsdienstvrijheid, maar de kerken stonden wel onder druk. Wie lid was van een kerk, kon geen lid worden van de kommunistische partij en werd zo buitengesloten. Kon geen carrière maken.

Nadat Castro in 1959 aan de macht gekomen is, zijn al spoedig zo'n honderd protestantse scholen genationaliseerd en drie keer zo veel roomse. De Bijbel moest uit de scholen verdwijnen.

In de jaren zestig en zeventig hebben honderdduizenden mensen het tand verlaten. Onder hen ook veel protestanten, inklusief de leidinggevende figuren. Je moet bewondering hebben voor degenen die in deze moeilijke jaren op hun post gebleven zijn. Ze waren ook tegen het kommunistische regime, maar hebben toch geprobeerd eronder te werken.

Welke kontakten hebt u met christenen kunnen leggen?

Op advies van de heer K. F. de Blois hebben we kontakt gezocht met ds. Martfnez sr. van de Iglesia Cristiana Reformada (ICR). Dit is een presbyteriaans kerkverband dat de gereformeerde belijdenis vasthoudt. Het telt 450 belijdende leden en 500 catechisanten. De invloedssfeer reikt echter door het uitdelen van Bijbels en het brengen van bezoeken wel tot duizenden Cubanen méér.

Ds. Martfnez vertelde dat op Cuba eigenlijk gebrek is aan alles. Hij vroeg om Bijbels en goede lektuur om die te kunnen verspreiden. Er is honger naar het Woord van God!

Hebt u ook kerkdiensten bijgewoond?

We hebben twee diensten van de ICR bijgewoond. De kerkdienst begon om elf uur, maar toen we er om tien uur kwamen, was er al zondagsschool en waren verschillende groepen volwassenen bezig met bijbelonderzoek. De dominee leidde nog een plenaire bespreking en daarna begon de kerkdienst. Die verliep ongeveer zoals bij ons. Wel toonde de gemeente een grote betrokkenheid.

In een ontspannen sfeer hebben we later diverse keren met de iCR-predikanten doorgepraat over hun diepste overtuiging. Bij een gesprek over het verbond zei een van hen: 'God heeft wel kinderen, maar geen kleinkinderen'. Het was voor ons een geruststelling om te vernemen dat ze niet alleen bijbelgetrouw willen zijn, maar ook niet van verbondsautomatisme willen weten.

We hebben ook twee diensten bijgewoond in de grootste baptistenkerk van Havanna, waar we opnieuw bijbelgetrouwe preken hoorden.

Nieuwenhuis: Van de Jeugdbond hebben we uit de aktie 'Een wereld in Nood', die drie jaar geleden werd gehouden, onder andere geld voor de renovatie en uitbreiding van een kerkje gekregen. En het deputaatschap Bijbelverspreiding heeft tienduizend Bijbels gezonden die ook uit de opbrengst van de aktie betaald zijn.

Omdat er zo veel armoede is op Cuba, hebben we ook het deputaatschap Bijzondere Noden om hulp gevraagd. Dit deputaatschap heeft aan de kerk van ds. Martfnez een bedrag overgemaakt om de grootste nood te lenigen.

Het geld is besteed aan noodzakelijke levensbehoeften voor diverse, vooral oudere gemeenteleden. Verder aan bejaardenhuizen en inrichtingen, ook buiten het kerkverband.

Stam: De Spaanse Evangelische Zending heeft tienduizend Bijbels gestuurd, die ter beschikking waren gesteld door de Gereformeerde Bijbel Stichting. Dit jaarverzonden wij twintigduizend Bijbels, waarvoor wij een najaarsaktie hadden gehouden.

Kunnen de Bijbels rechtstreeks naar de Iglesia Cristiana Reformada worden gestuurd?

Nee, dat gaat niet. Er is maar één mogelijkheid om Bijbels Cuba binnen te brengen, en dat is via het Comité Bijbelverspreiding van de Cubaanse Raad van Kerken. Bij deze Raad zijn ongeveer veertig kerken aangesloten. De Bijbels die naar Cuba gaan (ze worden sinds enkele jaren uit verscheidene landen toegezonden!) moeten naar dit Comité Bijbelverspreiding. Ze worden vandaar gedistribueerd onder de kerken die men zelf kan aangeven. Zo zijn ze ook terechtgekomen bij het kerkverband van ds. Martfnez. Hij wil via de Raad twintig andere kerken van Bijbels en goede lektuur voorzien. Hij heeft de SEZ gevraagd om nog meer Bijbels en onder andere de bijbelse geschiedenis in het Spaans van Vreugdenhil en de dogmatiek van Charles Hodge. Dit alles in grote aantallen.

U bent na 1993 nog een keer naar Cuba geweest?

ja, eind april van dit jaar zijn we er nogmaals heen gegaan, opnieuw in kombinatie met een visitatiebezoek aan het zendingsteam van de Gereformeerde Gemeenten in Ecuador.

We hebben een lijst van kursisten van de schriftelijke bijbelkursussen van de SEZ meegenomen. Die kun je natuurlijk niet zomaar gaan bezoeken, maar we hebben ds. Martfnez (die het inmiddels vanwege een hartinfarct kalmer aan moet doen) gevraagd voorzichtig, eerst schriftelijk, kontakt met hen te zoeken. Ook wilden we zien of de geschonken gelden van de diverse deputaatschappen goed waren besteed. Dit bleek inderdaad zo te zijn. We kregen van de ICR een gedetailleerd verslag van de uitgaven. Bij een bezoek aan een tehuis voor ernstig en meervoudig gehandicapten waren we er getuige van hoe de schoonmaakmiddelen en spijsolie, gekocht met het geld van Bijzondere Noden, in dank werden ontvangen.

Was er in anderhalfjaar tijd iets veranderd in Cuba?

Ekonomisch gezien niet veel. Wél is er in de kerken groei te bemerken. Vooral de pinkstergemeenten groeien heel snel. Zij bouwen op het platteland de grootste pinksterkerk van Cuba. Niet voor niets hechten wij zo'n belang aan de verspreiding van echt bijbelse lektuur!

Vanuit die kerken en uit vrije groepen komen regelmatig berichten

over vervolging. Wij hebben die berichten niet ter plaatse kunnen verifiëren, hoewel wij nog steeds proberen daarvan bewijzen op schrift te krijgen. Bij de vijf diensten die wij hebben bijgewoond, stond echter de deur wagenwijd open. Maar ook de gevestigde kerken kunnen niet doen wat ze willen.

Evangelisatie in ziekenhuizen, folders uitdelen en dergelijke mag. Alle protestantse kerken maken van die gelegenheid gebruik. Maarstraatprediking bijvoorbeeld is niet toegestaan. En ook bij de lopende projekten voor kerkbouw en - uitbreiding moet stapje voor stapje te werk worden gegaan. 'De boze is soms tastbaar aanwezig', zei ds. Martfnez bij ons laatste bezoek, 'die wil niet dat het goed gaat in de kerk'.

Wat zou u tot slot willen zeggen?

Stam: We moeten de protestanten op Cuba blijvend steunen, vooral door het zenden van studiemateriaal voor predikanten in opleiding. Het kon wel eens zijn - wij zijn daar niet helemaal gerust op - dat de aankomende generatie minder gereformeerd denkt dan de vorige. Laten we ook snél steun verlenen. We hebben de afgelopen jaren kunnen volgen hoe in China een enigszins geopende deur na korte tijd weer keihard werd dichtgegooid!

Nieuwenhuis: Ik ben ervan overtuigd dat de invoer van Bijbels de kerken op Cuba heeft doen groeien. Het Woord is niet gebonden aan kerken en organisaties. Het doet kracht in mensenharten, ondanks tegenstand.

Mijnheer Nieuwenhuis en mijnheer Stam, hartelijk dank voor dit gezamenlijke en fijne gesprek over uw reizen naar het vroeger zo afgegrendelde Cuba!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1995

Daniel | 32 Pagina's

Bijbels naar Cuba

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1995

Daniel | 32 Pagina's