Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jonge vossen op verkenning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jonge vossen op verkenning

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is weer zover. De jonge vossen zijn ongeveer vier weken oud en komen voor het eerst buiten het hol. Zoals bij veel jonge dieren wint de nieuwsgierigheid het bij hen van de angst. De omgeving van het hol wordt verkend en met mooi weer liggen de jongen buiten het hol te slapen. Het is een prachtig gezicht de jonge vossen bezig te zien.

De paartijd van de vossen valt in de winter. Ze begint eerder dan normaal wanneer het goed koud is. Als de moervos de komst van de jongen voelt naderen, zoekt ze een geschikt hol uit of graaft er zelf een. In elk type bos komen vossenholen voor. Ook gebeurt het wel dat de jongen ergens in een dichte dekking ter wereld komen.
De jongen worden, in maart of april, blind geboren en hebben dan een donkergrijze vacht. Het aantal jongen die worden geboren, is sterk afhankelijk van het voedselaanbod. Zo heb ik eens een hol ontdekt waarin maar twee jongen werden grootgebracht. Dit hol lag diep in het bos. In een andere burcht, in de buurt van menselijke bewoning, woonden zes jonge vossen.
Na de geboorte blijft de moervos een tijdje bij de jongen en voorziet de rekel haar van voedsel. Na enkele weken komen de jongen voor het eerst buiten. Ze zijn dan nog zwak en kunnen nog niet goed op de poten staan. Vanaf half april kun je de jongen buiten het hol gadeslaan. Je dient wel voorzichtig te werk te gaan want bij verstoring wordt de gehele familie verhuisd naar een ander hol in de buurt.
In de laatste weken van april kun je meestal wel vaststellen of een hol bewoond is. Rond deze tijd inspecteer ik diverse onderkomens die ik de laatste jaren heb ontdekt. Wanneer de ingang van de burcht niet voorzien is van een spinnenweb en er liggen keutels voor het hol, of er zijn graafsporen te zien, dan is het vaak zeker dat het bewoond is.
Diverse keren heb ik meegemaakt dat, als ik bij een burcht kwam aanlopen, de jongen uit het hol tevoorschijn kwamen. Waarschijnlijk denken ze dan dat moeders eraan komt. Vorig jaar liepen vier jongen, die blijkbaar nog niet veel konden zien, me bijna achterna. Ik ben maar snel doorgelopen, zodat de jongen weer teruggingen.
Wanneer de welpen zon 5 weken zijn, is de moervos overdag niet meer bij de jongen. Ze slaapt ergens in een ander hol of zoekt, met mooi weer, een verscholen plekje. Ligt de kraamkamer in een dekking, zodat de moervos ongezien bij het hol kan komen, dan komt ze overdag ook wel eens naar de jongen.

Niet bang
Als ik eenmaal een bewoonde burcht heb ontdekt, is het een kwestie van wachten tot de jongen naar buiten komen. Met mooi weer zijn ze meer buiten het hol te vinden dan wanneer het regenachtig is. Van een afstand houd ik de situatie in de gaten en wanneer de jongen het toelaten, sluip ik dichterbij. In tegenstelling tot hun ouders zijn jonge vossen niet bang voor mensen.
Enkele jaren geleden bracht ik bij een burcht veel tijd door. Er waren twee welpen geboren, waarvan de een ziek was. De twee raakten gewend aan mijn aanwezigheid en het geluid van de camera. Ik heb er uren doorgebracht. In de middag, rond een uur of vier kwamen ze meestal wel naar buiten toe. In de ochtend zat ik soms uren te wachten totdat een van de welpen zich liet zien. Ze klauterden op de wortels van de bomen of liepen een rondje. Het hol had namelijk twee ingangen, waardoor de welpen een rondje konden lopen. Soms lagen ze voor het hol te slapen. Als ik een foto wilde maken, moest ik ze eerst wakker maken door met een takje wat geluid te maken.
De plek waar dit hol was gelegen, was erg fraai. Vanuit mijn positie, met het zicht op de ingangen van het vossenhol, zag ik ook nog de ingang van een nest van een zwarte specht, dat een eindje verderop in een beuk was gemaakt. Af en toe kwam er een zwijn of ree langs; er was genoeg te zien. Het zieke jong is waarschijnlijk gestorven want ik heb het nooit meer gezien.
Het jaar daarop ben ik er natuurlijk weer gaan kijken. In maart heb ik op een vrije middag het hol van grote afstand geobserveerd. Zowaar kwam er een vos uit. Zeer waarschijnlijk was het hol dus bewoond maar waren de jongen nog klein. Niet eerder had ik een volwassen vos uit zijn hol zien komen.
Op het moment dat de vos zijn kop naar buiten steekt, zou je verwachten dat hij eerst kijkt of het wel veilig is. Tot mijn verbazing deed de vos dat niet. Bij dassen had ik dit wel gezien. Die steken eerst de neus buiten de uitgang van het hol en snuiven de lucht op om de beoordelen of het buiten veilig is.
In april ben ik er weer gaan kijken, en ja hoor: drie jongen lagen op het zand voor het hol in de zon te slapen

Voorgekauwd
Als de jongen ouder worden, wordt hun pluizige grijze vacht bruiner en hun staart wat voller. De jonge vos lijkt in de eerste weken van zijn bestaan nog niet veel op zijn ouders.
De eerste weken krijgen de welpen voorgekauwd voedsel van het wijfje. Dat voorkauwen doet alleen zij. Als de moervos in deze periode wordt geschoten, zullen de welpen van honger doodgaan. De rekel zal wel voedsel aandragen maar kauwt het niet tot hapklare brokken voor de welpen.
Na ongeveer acht weken is de vacht van de welpen roodbruin. Ze gaan nu met hun moeder mee op stap. Ze leren wat goed en slecht is en verkennen de omgeving. Je merkt dat de jongen in deze periode schuwer worden. Toch wint de nieuwsgierigheid het vaak nog van de angst en komen ze soms dichtbij. Zo gebeurde het mij een keer dat een jonge vos me op enkele meters naderde. Aan de rand van een wei had ik een bewoonde burcht ontdekt met vijf welpen. Op een namiddag in mei ben ik erbij gaan zitten. De jongen waren zo druk met elkaar aan het spelen, dat ze mij niet opmerkten. Eén jong was op een gegeven moment nog maar vier meter van me vandaan.

Op eigen benen
Je maakt leuke situaties mee. Zo observeerde ik in juni een jonge vos die op een wildwei kevers aan het zoeken was, om ze daarna natuurlijk op te eten. Om de wildwei tegen het ploeg-geweld van de wilde zwijnen te beschermen, was rond de wei een raster geplaatst. De jonge vos was op de wei aan het zoeken toen vanuit het bos ineens een wild zwijn kwam aanlopen. Deze liep langs het raster van de wei. De jonge vos zag dit en rende de dichte dekking in. Blijkbaar had hij in zijn jonge leven een slechte ervaring gehad met wilde zwijnen. De vos had niet in gaten dat het raster waar hij onderdoor kroop het zwijn ervan weerhield de wei te komen. Zo slim als een vos ging in deze situatie niet op.
De familie vos blijft heel de zomer bij elkaar. Ik zag de vijf jonge vossen die ik in het voorjaar aan de rand van de wei had gefotografeerd op 30 augustus weer op de wei, scharrelend tussen de koeien op zoek naar wat eetbaars. Ze waren bijna niet meer van volwassen vossen te onderscheiden. In de herfst moeten de jongen op eigen benen gaan staan. Als ze niet uit eigen beweging de wijde wereld in trekken, worden ze door hun moeder verjaagd. De jonge rekels gaan op zoek naar een eigen territorium en trekken kilometers ver weg, terwijl de jonge wijfjes vaak in de buurt blijven. De nieuwe generatie vossen zal weer in maart of april geboren worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 1999

Terdege | 88 Pagina's

Jonge vossen op verkenning

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 1999

Terdege | 88 Pagina's