Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PINKSTERBEWEGING EN WIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PINKSTERBEWEGING EN WIJ

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ieder mens heeft een mate van geloof. Zelfs een baby wordt ermee geboren. Het moet alleen nog leren zijn geloof te gebruiken". Aldus het pinksterblad „Opwekking" van ongeveer een jaar geleden. In datzelfde nummer verklaarde de bekende pinkster-evangelist Ben Hoekendijk, dat medische hulp niet strijdig is met gebedsgenezing. Een opmerkelijke verklaring, omdat in pinksterkringen altijd gezegd is: wanneer op gebed geen genezing optreedt, mankeert het aan geloof.

Na deze twee citaten ga je je afvragen, hoe er gedacht wordt binnen de pinksterbeweging. Aan welke punten kun je hen herkennen en hoe moet. je hen waarderen?

Ontstaan

Reeds in de achttiende en negentiende eeuw zijn er in Engeland en Amerika opwekkingsbewegingen ontstaan die de nadruk legden op bijzondere ervaringen en allerlei emoties (het methodisme). De heiliging stond in deze kringen over het algemeen hoger aangeschreven dan de rechtvaardiging. Dit geestelijk klimaat nu was heel geschikt om de aandacht te vragen voor de geestesdoop en de tongentaal.

Historisch bezien gaat de pinksterbeweging terug op wat genoemd wordt de „Latter Rain Movement", de laatste uitstorting van de Heilige Geest, die in 1882 plaatsvond onder leiding van twee baptistenpredikanten in de amerikaanse staat Tennessee.

In 1906 werd in Los Angelos in een methodistenkerk de begeerde geestesdoop verkregen. De gelovigen geraakten er in extase (geestvervoering) en begonnen in tongen te spreken.

Verder verloop

Al spoedig verbreidde de beweging zich in Amerika en andere delen van de wereld. In Nederland was G. R. Potman, oud-officier van het Leger des Heils, de eerste die in 1906 in Amsterdam pinksteraktiviteiten begon.

Na de Tweede Wereldoorlog bereikte de beweging haar hoogtepunt. Het was de tijd van de grote meetings (samenkomsten), waar veel genezingen plaatsvonden (Osborn en Roberts). De beweging „Stromen van kracht" van Karei Hoekendijk kwam op. Maasbach zette de kampa'gne van Osborn voort.

Vanaf 1966 drong de beweging de kerken binnen. Daarvóór stond zij afwijzend tegenover de kerk. Binnen de kerken ontstond een interkerkelijke beweging, de Charismatische Beweging genaamd (charismata = genadegaven). In ons land zijn in dit verband de namen van ds. W. C. van Dam, dr. K. J. Kraan en ds. W. W. Verhoef bekend geworden. In dit artikel beperken we ons tot de pinkstergroepen die buiten de kerk zijn gebleven.

Kenmerken

Ondanks verschillen tussen de vele pinkstergroepen, die elkaar soms bestrijden, zijn er toch enkele gemeenschappelijke kenmerken:

— de geestesdoop vindt plaats na de wedergeboorte

— tongentaai, profetie en gezondmaking als geestesgaven voor de gelovigen

— volwassendoop na belijdenis in plaats van de kinderdoop

— verwachting van het duizendjarig rijk

— afwijzing van de kerk als instituut

— sterke nadruk op de heiliging

Geestesdoop en geestesgaven

In pinksterkringen wordt sterk onderscheid gemaakt, tussen de wedergeboorte en de geestesdoop. Op het eerste werk van geloof en bekering] volgt een „tweede zegen". De geestesdoop geeft de gelovige een plus. Die is niet noodzakelijk tot zaligheid. Men denkt daarbij aan gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament, waarbij mensen de Heilige Geest ontvingen. Dat bleek daar uit buitengewone dingen, bijvoorbeeld doordat ze in tongen gingen spreken.

De mensen van de pinksterbeweging

gaan ervan uit, dat iedere gelovige ook in onze tijd op ongeveer dezelfde wijze de Heilige Geest moet krijgen, en dat dat ook thans aan dezelfde dingen merkbaar moet zijn. De geestesgaven zijn er dus een teken van, dat een gelovige de Heilige Geest ontvangen heeft, (met de Geest gedoopt is).

Om een indruk te geven van de wijze, waarop men zich de geestesdoop voorstelt, èn van de manier waarop men over deze dingen spreekt, volgt nu het getuigenis van iemand uit de pinksterkringen.

Wij gingen met elkander op de knieën en hielden een bidstond Voor we opstonden, begon mijn vriend ineens in tongentaai te bidden Even later sprak hij: „Zo spreekt de Heer: mijn zoon—" Toen kwam er een boodschap voor mij, rechtstreeks van Gods troon. Toen we opstonden, waren we diep ontroerd. Ik ging op een stoel zitten; zij kwamen om mij heen staan en legden mij de handen op. Mijn vriend sprak het uit: „Broeder, in de naam van Jezus leggen wij u de handen op voor de doop met de Heilige Geest. Ontvang het in het geloof op dit moment; de Heer schenkt het u nu." Om elf uur ging ik bij mijn ouders slapen. Ik was op de oude vertrouwde slaapkamer, waar ik als jongen sliep. Geknield voor mijn bed heb ik daar minuten en minuten lang geprezen en geloofd; er kwam haast geen einde aan. Toen kwamen er vreemde tongen tussendoor en in een flits besefte ik: tongentaai. Ik gaf eraan toe en een stroom van vreemde woorden kwam over mijn lippen. Ik weende en lachte tegelijk en alleen de Heer weet nog, hoelang ik die avond Hem heb grootgemaakt en geprezen in tongen".

Achtergronden

We horen in verschillende kerken over verschraling van het 'geestelijk leven: de bijbelse waarheid wordt nog wel met het verstand gekend, maar niet met het hart beleefd (dode orthodoxie). Dit is ook aan de prediking te merken: zij wordt, koel en-verstandelijk, is. niet meer direkt gericht tot het hart.

De tegenwoordigheid van de Heilige Geest wordt niet ervaren, de kracht van het gebed (ook voor zieken) wordt niet beleefd.

Tegenover de verkilling, dorheid en verstarring van veel christenen stelt de pinksterbeweging warmte, frisheid, ge-

voel, enthousiasme en spontaniteit. Zo vormt deze beweging een reaktie op veel dode orthodoxie in de kerken.

Aantrekkingskracht

De pinksterbeweging heeft haar aantrekkingskracht behouden. Steeds waren er mensen die iets misten in de prediking, al konden ze dat gemis niet altijd een naam geven. Ze gingen zoeken en velen kwamen terecht bij de pinksterbeweging.

Ook heel wat jonge mensen worden door het enthousiasme, van deze beweging aangetrokken. De prediking en het 'geloofsleven in de (eigen) kerk staat ver bij hen vandaan; niet aktueel, mist warmte, gloed, frisheid en spontaniteit, is dogmatisch, saai, wordt verwoord met behulp van veel ouderwetse woorden. Bij de pinkstergroepen zou men dan de echtheid, direktheid, eenvoud, een stukje bijbels getuigenis en aktiviteit vinden. Er wordt een beroep op hen gedaan; ze zijn nodig. Bovendien is er nog een aantal positieve dingen te zeggen van de pinksterbeweging: aandacht voor het persoonlijk geestelijk leven, het werk van de Heilige Geest, het opkomen voor het Goddelijk karakter van de Heilige Schrift, het waarschuwen tegen drugs, abortus, enz.

Hoe te waarderen?

Ondanks een aantal positieve dingen, dat ik zojuist noemde, moeten we tegen de pinksterbeweging ernstige bezwaren inbrengen.

Als we de bijbelse gegevens preciezer bekijken, zien we dat het dopen met de Heilige Geest wijst op een overvloedig schenken van de Geest. Andere uitdrukkingen daarvoor zijn: vervuld worden met, ontvangen, uitstorten, uitgieten, geven, vallen en komen van de Geest. Ze wijzen op het unieke (eenmalige) heilsfeit van pinksteren, de doorbraak van het evangelie onder de Joden, Samaritanen en heidenen. Bidden om een nieuwe geestesuitstorting is even ongerijmd als bidden om een nieuw kerstfeest of een nieuwe opstanding.

Verder blijkt nergens dat we de doop met de Heilige Geest los mogen maken van de wedergeboorte, nog minder dat ze de gelovige opheft naar een hogere trap in het geloof. Het is onbijbels om' te zeggen dat wie door het geloof Christus ingeplant is, wel de Heilige Geest ontvangt, maar niet de volle gave van de Geest.

Als we 1 Cor. 12-14 goed lezen, valt het op dat het spreken in tongen niet het deel is van alle, maar van enkele gelovigen. Paulus wekt niet op tot tongentaai, maar wijst juist op het gevaar van overschatting; het hoogste is tegelijk het gewone: geloof, hoop en liefde. De bijzondere charismata (geestesgaven) waren er alleen maar voor het begin, toen het geschreven Woord van God nog niet gereed was. De jonge gemeente uit de heidenen had deze tekenen nodig tot versterking van haar nog zwakke geloof.

Wat de gebedsgenezing betreft: et is bijbels te geloven dat God op het gebed genezen kan, maar wij hebben ook 'geloof te tonen als de kwaal blijft. We mogen de gezondheid niet afdwingen. Overigens hoeft ziekte niet iets van de duivel te zijn. En als het, dat is, is het toch slechts een instrument in de hand van God. Denk bijvoorbeeld aan Gods leiding in het leven van Job en Paulus (2 Cor. 12 : 7).

Meer dan naar de bijzondere geestesgaven moeten we zoeken naar de vrucht des Geestes: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.

Ook de andere genoemde algemene kenmerken waar ik nu niet verder op inga, moeten we op grond van de Bijbel afwijzen.

Eenzijdig

Het gehele denken in de pinkstsrkringen wordt duidelijker als we nog eens letten op de achtergrond. We hebben immers gezien, dat die gevormd werd door de heiligheidsbewegingen van de achttiende en negentiende eeuw, waarin gezegd werd: de Geest stelt ons in staat ons leven te vernieuwen. Deze eenzijdige nadruk op de heiliging en de Geest doet de aandacht voor bijbelse geloofsbegrippen als zonde, 'genade, verzoening, rechtvaardiging en voorzienigheid verflauwen. De nadruk valt zo eenzijdig op het werk van de Heilige Geest, dat Hij' wordt; losgemaakt van de Zoon en de Vader. Bij de pinksterbeweging missen we de beklemtoning van het werk van een Drie-enig God in het zaligen van een zondaar zoals we dat vinden in de Schrift en de belijdenisgeschriften.

Hiermee hangt samen dat nogal gemakkelijk 'gesproken wordt over het geloof en het aannemen van Christus. Tenslotte kunnen we ons afvragen of door de grote nadruk op het gevoel en de ervaring de Geest niet losgemaakt wordt van het Woord. Dreigt het gevaar niet dat Gods Geest wordt ver-

ward met de menselijke geest, waarbij het geloof niet veel meer is dan een psychologische techniek? Leidt dit alles niet tot (on)geneeslijke zelfbevrediging en geestelijke hoogmoed?

En wij dan?

Bovenstaande kritiek vloeide zeker niet voort uit de gedachte, dat in onze Gereformeerde Gemeenten geen 'gebreken zijn.

Bij alle kritiek op de pinksterbeweging vanuit de Schrift Zelf past ons ootmoed en zelfkritiek. Trouwens de overgang van leden van onze gemeenten naar de pinksterbeweging moet ons al heel voorzichtig doen zijn. We moeten ons-met ernst afvragen of de verwijten die we eerder reeds opsomden misschien niet terecht zijn. Is het geestelijk leven overal zo diep en innig, het geloofsgetuigenis levend en fris? Voldoet de prediking altijd aan de hoogste eisen? Is er ook in onze gemeenten geen groot gebrek aan Gods Geest Die overtuigt en Die Christus verheerlijkt? Geldt voor ons niet wat geschreven staat van de gemeente van Laodicea, dat ze vervuld is van lauwheid? Let wel, ik zeg niet, dat er geen mensen zijn die een teer leven met de I-Ieere kennen; ik spreek slechts in het algemeen.

Jongelui, jullie voelen die dingen vaak haarscherp aan. Betekent deze kritiek op onze gemeenten nu dat je je aangetrokken 'gaat voelen tot een beweging als de pinksterbeweging, öf zet je deze kritiek om in echte zelfkritiek: En ik dan? Ben jij, ben ik, zijn wij met elkaar als gemeente een levende brief van Christus? Ken jij bevindelijk de Persoon van de I-Ieilige Geest? Ken je Zijn werking in je hart?

Het besef van onze geringe echt geestelijke kennis moet ons klein maken. Dan kun je ook in liefde veel gebreken van de kerk verdragen. Nodig is liefde tot de kerk, omdat zij een moeder is. Wat een troost en houvast: een moeder die op Gods tijd kinderen voortbrengt door Woord en Geest! En je moeder heb je toch lief? Is de kerk ook al jouw moeder?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1982

Daniel | 27 Pagina's

DE PINKSTERBEWEGING EN WIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1982

Daniel | 27 Pagina's