Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herinneringen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herinneringen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

8.

In gedachten worden wij teruggeleid naar hetgeen 35 jaar geleden is geschied. Waarom dit nu verhaald? Oordeel zelf als u deze regels gelezen hebt.

Het was op een zondagmiddag, dat wij ons klaar maakten om naar Gods huis te gaan. Ds. Zwier had een vrije zondag, zodat er die dag leesdienst was, en wij’s avonds de dienst hadden te leiden. Op weg naar dekerkgingen wij even een kort bezoekje afleggen bij een onzer medeambtsbroeders, van wie wij gehoord hadden dat hij ernstig ziek was. Wij hebben naast de Heere veel aan hem te danken en onvergetelijk is hij dan ook voor ons gebleven. Hoewel hij een zwak lichaam had, was hij altijd opgewekt en sprak hij het liefst over de wegen des Heeren, ook met hem gehouden. Nooit stelde hij zich op de voorgrond; hij was met de genade door de Heere aan hem verheerlijkt klein en ootmoedig gebleven. Dat is dan ook de reden, dat er van zijn leven veel uitging en de vreze Gods zich openbaarde in handel en wandel.

Welnu, bij ons binnenkomen trad hij ons tegemoet met de woorden uit Openb. 5 : 9 (midden): En hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Nog zie ik zijn gezicht glinsteren van zielevreugd toen hij sprak over de dierbaarheid van dat bloed, hetwelk van alle zonden reinigt. Hoe meer ik mag mediteren over dat bloed, hoe rijker het wordt voor mij, sprak hij. Gode gekocht met Uw bloed, welk een rijkdom, en dat voor mij. En hoe het nu verder gaan zal, weet ik niet, maar dat geeft mij stof van eeuwige bewondering en aanbidding. Welk een dure prijs is er danbetaald om een zondaar te kunnen verlossen van het grootste kwaad en te geven het hoogste goed. Alles wil ik niet verhalen wat onze onvergetelijke broeder ons mededeelde, maar dit werd ons duidelijk, de Heere maakte hem los van al het aardse, en dat gaf hem een heimwee des harten om ontbonden te zijn en met Hem te zijn, Die ook hem gekocht had met Zijn bloed.

Diep onder de indruk namen wij afscheid, ons voornemende spoedig hem weer te bezoeken, wat ook de daaropvolgendedinsdagmiddag geschiedde. Al dadelijk kwam zijn vrouw mij tegemoet, die mij vertelde, dat haar man het liefst thans alleen wilde zijn. Welk een teleurstelling was dat voor mij; ik had mij het alles geheel anders voorgesteld. Want wat beluisterde ik uit diezelfde mond voor twee dagen geleden? Het gebed van Hizkia: Och Heere, gedenk toch dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld heb. Ja, hij weende het uit, zoals Hizkia het deed. Hij kon niet sterven met al hetgeen de Heere hem geleerden gegeven had, maar had bij vernieuwing nodig de kracht van Christus’ bloed te ervaren.

Welnu, zo lag hij daar als een smekeling, de Heere wijzende op Zijn eigen Woord tot hem in zijn leven zo vaak gesproken. Welk een verschil van afscheid nemen was er toen, in vergelijk met verleden zondagmiddag. Inmijn hart was het spoedig hem weer te bezoeken, wat diezelfde avond gebeurde. Wat was er in die enkele uren gebeurd? De Heere had zijn banden losgemaakt, zodat hij het uitriep:


Komt, luistert toe, gij Godgezinden,
Gij, die de Heere van harte vreest.
Hoort wat mij God deed ondervinden,
Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest.


Die avond is onvergetelijk geworden, het huis werd vol met vrienden en vriendinnen, waar niet onze broeder in het midden stond, maar Hij, Die hem gekocht had met Zijn dierbaar bloed.

Toen een der vrienden opmerkte, dat hij spoedig de eerkroon dragen zou, was zijn antwoord: Die kroon leg ik neer aan de voeten van Hem, Die mij kocht met Zijn eigen bloed. Hij nam die avondafscheidvanvrouw en kinderen, en van alien, dieaanwezigwaren, daar hij en wij alien dachten, dat de reis ten einde was.

Gods weg was echter anders. Nog drie weken heeft hij geleefd en naar het lichaam veel geleden. Maar met dat alles bleef zijn geloofsoog helder en sprak hij met tussenpozen steeds over het bloed der verzoening, dat van alle zonden reinigt. Onzeoudevromenhoorde ik in mijn jeugd wel eens zeggen: Gods volk krijgt te doen met een gaande en komende Jezus. Welnu, dat werd openbaar in delaatste weken van zijn leven. Zij werden daaglijks begenadigd, met manna, hemels brood, verzadigd. Elke dag mocht hij met zijn ledigheid weer komen om alzo bediend te worden uitde volheid, die er in Christus is. Dat is een arm leven in zichzelf, maar zo rijk, zodat met Ps. 40 : 8 gezongen kan worden:


Schoon ik arm ben en ellendig,
Denkt God aan mij bestendig.


Van zulk een ziekbed gaat wat van uit.

Hierover zouden wij veel kunnen schrijven, maar laten wij dat niet doen, opdat de mens niet in het midden komt te staan. Eenvoorval wil ik mededelen, n.l. dit. Ik herinner mij, dat zijn patroon afscheid kwam nemen, waar ik oogen oorgetuige van was. De man was r.k., maar toen onze broeder afscheid van hem nam en sprak van de hoop, die in hem was en hem de dienst des Heeren aanprees, tevens wijzende op hetgeen gekend moet worden op reis naar de eeuwigheid om getroost te kunnen leven en sterven, was hij zo onder de indruk, dat hij tegen mij zeide: Als er een naar de hemel gaat, is hij het, want dat is zeker en gewis. De voorsmaken van het hemelleven mocht hij ondervinden en het is ons tot groot genoegen geweest om hem drie weken lang om de andere nacht te mogen verzorgen. En zo is hij ten slotte rustig ontslapen, en wij en velen met ons hebben hem nagestaard, want hij was voor onseenvader, die door de Heereonderwezenwas, endaarom was het, dat hij onderwijzend zijn kon voor anderen. Onder leiding van Ds. Zwier is hij ter aarde besteld, en op zijn graf kon en mocht getuigd worden: De Heere verheerlijkt Zich in Zijn eigen werk. De al j aren overleden ouderling Overduin uit Leiden was de laatste spreker op het graf van onze onvergetelijke broeder, die verzocht ten besluite te zingen Ps. 118 : 8a en 9b:


Gods rechterhand is hoog verheven;
Des Heeren sterke rechterhand
Doet door haar daan de wereld beven,
Houdt door haar kracht Gods volk in stand.


Ontsluit, ontsluit voor mijne schreden
De poorten der gerechtigheid.
Door deze zal ik binnentreden,
En loven ’s Heeren majesteit.


In de Heere sterven zullen wij alleen kunnen, wanneer wij op aarde met Hem hebben leren leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Herinneringen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's