Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Slakken: niet populair, wel nuttig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Slakken: niet populair, wel nuttig

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slakken behoren bepaald niet tot de aaibare diersoorten. Maar in de natuur kunnen deze trage weekdieren niet gemist worden. Want met een gerichte langzaam-aan-actie slopen ze zwakke en kwakkelende planten en ontfermen zich over afstervend loof.

Bijna iedereen die wel eens een slak vastgehouden heeft moest vervolgens met zeep en borstel het gevecht met het slakkenslijm aangaan. Zonder dit slijm kunnen slakken niet leven. Ze glijden voort op hun zelfgeproduceerde glijbaan. Dat glibberige goedje wordt door de brede, geplooide voet afgescheiden, waarop ze zich met golvende bewegingen uit de voeten maken.

De dikke slijmlaag beschermt hen als ze tegen scherpe hindernissen 'aanlopen', zoals brandnetels. De slakkevoet is uiterst gevoelig, waardoor de beestjes allerlei obstakels kunnen signaleren. Die omzeilen ze door de voet op te tillen of eromheen te gaan. Ze glibberen trouwens niet zo snel in de eerste de beste val. Als ze hun gesteelde oogjes uitrollen kunnen ze makkelijk even 'om de hoek' kijken om te zien wat er loos is. Het schijnt dat de oogtentakels na een verwonding opnieuw aangroeien.

Opruimers
Van de soorten die in ons land voorkomen is de naaktslak nog het meest "de gebeten hond". Huisjesslakken doen iets "vriendelijker" aan. De enige soort die zich -vooral bij kinderen- mag verheugen in enige populariteit is de poelslak.

Deze beestjes staan bekend om hun vraatzucht. In poelen en vennen waar geen vissen leven, vermeerderen ze zich tot grote families. Ze nemen afstervende plantedelen, dode bodemdiertjes en algen voor hun rekening. Maar ze ruïneren ook gezonde waterplanten en dat wordt ze niet in dank afgenomen.

Slakken gaan niet kieskeurig te werk; ze zijn opruimers van alle soorten kwakkelende planten, rottend en verwelkend blad. Traag maar gestaag maken ze korte metten met afstervend loof. Gezonde planten die een goede standplaats hebben op de juiste grondsoort worden zelden door slakken bezocht.

Krachtige groeiers laten ze met rust. Hun slijmsporen leiden meestal naar de zwakkeren. In mijn tuin stond een bak met gele en blauwe viooltjes. De gele bloempjes werden vrijwel allemaal aangevreten, terwijl de blauwe onaangeroerd bleven.

Tempo
Wegslakken kunnen uitgroeien tot forse exemplaren van wel tien centimeter. Ze houden zich vaak op langs de randen van beschaduwde bossen, weilanden en tuinen. Soms in gezelschap van aardslakken.

Van dichtbij zien naaktslakken er prachtig uit. Ze zijn uitgedost met fraaie, grafisch aandoende figuurtjes, maar er zijn ook inktzwarte, gele en fel oranje exemplaren. Naast blad van struiken, kruiden en ander groen knabbelen ze ook aan zwammen en paddestoelen.

's Ochtends is zo'n glinsterend slijmtapijt makkelijk te volgen. De sporen leiden naar donkere, vochtige plekjes waar ze zich overdag schuilhouden. Naaktslakken kunnen diep in de grond wegkruipen, waar het lekker vochtig is. Huisjesslakken patrouilleren vaak op de stammen van oude (fruit)bomen waar zich in de loop der jaren een dikke groene algenlaag op genesteld heeft.

Die schrapen ze systematisch af, waar de boom op zijn beurt wel bij vaart. Want hoe schoner de stam hoe gezonder de boom. In donkere, vochtige bossen glibberen naaktslakken langs de natte kant van bomen omhoog op zoek naar algen. In regenachtige zomers gedijen ze.

Na een bui glijden ze langs druipende stengels en natte blaadjes. Tuinslakken sukkelen voort met een slakkegangetje van zo'n zeventig centimeter per uur. Maar als het geregend heeft halen ze gemakkelijk een tempo van tachtig centimeter. Dat scheelt.

Tweeslachtig
Om zich voort te planten nemen ze ruim de tijd. Slakken zijn tweeslachtig, dat wil zeggen: Ze zijn man en vrouw tegelijk. Als volwassen dieren elkaar tegenkomen kan het liefdesspel meteen beginnen.

Om elkaar te kunnen bevruchten manoevreren ze hun lichamen tegen elkaar, waarna ieder een soort kalkachtige uitstulpsels in het weke lichaam van de ander brengt. Vervolgens gaan ze op zoek naar een veilig, maar vooral vochtig plekje om de eitjes te leggen.

Met de achtervoet graaft de aanstaande moeder een kuiltje om tientallen, glazige eitjes te leggen. Soms bombarderen ze een stapel hout of een berg puin tot kraamkamer. Na het leggen kijken ze niet meer naar hun kroost om. De jonge slakjes moeten zich zelf zien te redden zonder verdere bemoeienis of toezicht.

Slechts tien procent van de aanwas overleeft alle gevaren. Volwassen huisjesslakken hebben namelijk een neus voor de onbeheerde kraamkamers. Zonder pardon zetten ze hun tanden in de eitjes van hun soortgenoten.

Kalkgebrek
Bij onraad of langdurige droogte kruipen naaktslakken weg onder blaadjes, tussen stenen of in de grond. Huisjesslakken verbergen zich in de wonderlijke, bolle stulp die ze op hun rug meezeulen. In droge perioden, als het gevaar voor uitdroging het grootst is, sluiten ze het optrekje hermetisch af met een vlies.

De huisjes hebben veelal mooie, zachte kleuren met artistieke strepen en ringen. De binnenkant is geplaveid met een flinterdun laagje parelmoer. Met de huisjesslakken gaat het niet zo best. De boosdoener is zure regen. Hierdoor ontstaat kalkgebrek, waardoor de huisjes in kwaliteit en stevigheid achteruit gaan.

Door regelmatig fijngestampte eierschalen door de grond te werken kunt u meehelpen om dit probleem te voorkomen. De kalk komt ook aan de eierschalen van veel vogels ten goede, vooral van mezen, die met dezelfde problemen geconfronteerd worden.

Voorgerecht
Slakken mogen dan bij mensen niet geliefd zijn, bij veel dieren des te meer. Egels weten er wel raad mee. In hun aanwezigheid krijgt een slakkenplaag geen kans, want ze zijn er dol op. Dassen, spitsmuizen en merels zijn ook slakkensmullers. Veel huisjesslakken belanden in de maag van zanglijsters, die de huisjes met bewoners eerst stuk slaan op een steen.

In tegenstelling tot naakt- en huisjesslakken waren wilde wijngaardslakken vroeger bijzonder in trek. Bij fijnproevers dan. Want deze forse weekdieren stonden bij liefhebbers bekend als delicaat voorgerecht, opgediend in een knoflooksausje. Sinds een aantal jaren zijn wijngaardslakken echter bij de wet beschermd. Dit houdt in dat men de wilde exemplaren geen strobreed in de weg mag leggen, noch mag doden, koken en eten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

Terdege | 80 Pagina's

Slakken: niet populair, wel nuttig

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

Terdege | 80 Pagina's