Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JOHANNES HUS, EEN VOORLOPER VAN DE HERVORMING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JOHANNES HUS, EEN VOORLOPER VAN DE HERVORMING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johannes Hus is geboren in 1369 in Husinec, een plaatsje in Bohemen. Bohemen is nu een gedeelte van Tsjecho Slowakije.

Als Hus 16 jaar is zit hij al op de universiteit van Praag. Hij studeert daar theologie. Als hij 32 jaar is, wordt hij rector van .de universiteit. Hij is dan pas tot priester gewijd. In diezelfde tijd wordt door enkele invloedrijke mensen in Praag een kerk gebouwd: de Bethlehemskapel. In deze kerk moet in de volkstaal gepreekt worden. (In de R.K. kerk werd altijd in het latijn gepreekt).

Bij velen is er een honger naar het Woord. Hus krijgt nu het verzoek om in deze kapel het evangelie te verkondigen. Hij doet dit graag. Hus kan geweldig goed preken. Hij is een echte redenaar. De kerk zit dan ook altijd erg vol. Ook het leven van Hus is een prediking voor de gemeente. Hij leeft onberispelijk, en dat kan van veel geestelijken in die tijd niet gezegd worden. Hus bindt de strijd aan tegen het bijgeloof. Er is nog geen sprake van een breuk met de R.K. kerk. Hij staat hoog aangeschreven bij de aartsbisschop van Praag.

Wonderlijke genezingen.

Eens krijgt Hus opdracht van de aartsbisschop om te onderzoeken wat er waar is van de geruchten over wonderlijke genezingen door bloedende hostiën.

Op een altaar van een verwoeste kerk waren stukjes ouwel gevonden met bloeddruppels van de Heere Jezus er op. Er werd verteld, dat veel mensen hierdoor genezen werden. Hus onderzoekt de zaak en ontdekt, dat alles bedrog is. Hij verklaart zich schriftelijk tegen zulke wonderen. Hij schrijft verder: „Het grootste wonder, dat Christus bloed verricht, is, dat het de volkomen losprijs voor zondige mensen is geworden, dat het in heel de wereld de macht des duivels overwonnen en de gelovigen verlost heeft."

John Wie1iff.

Na een tijd komt Hus in aanraking met de denkbeelden van Wicliff. (We zouden Wicliff een voorloper van de Hervorming in Engeland kunnen noemen). Hij had veel kritiek op de paus en de geestelijken.

Hus loopt er niet direct warm voor, maar langzaam dringt tot hem door dat Wicliff gelijk heeft. Er ontstaat verdeeldheid over Wicliffs leer op de universiteit in Praag, waar Hus rector is. De aanhangers van Wicliff zijn in de minderheid. Door ingrijpen van de koning worden zij in het gelijk gesteld. Veel studenten verlaten nu de universiteit. Nu is de aartsbisschop niet langer een vriend van Hus meer.

Hus begint aan te dringen op hervorming. Hij verbreidt de leer van Wicliff op de universiteit, maar ook onder het volk. Hij vertaalt de geschriften van Wicliff in de Boheemse taal, en wijst veel verkeerde dingen in de R.K. kerk aan.

De aartsbisschop eist, dat Hus de ketterijen van Wicliff af zal zweren. Dat wil Hus wel, als iemand hem bewijzen kan dat de leer van Wicliff vals is. Wat waarheid is, kan hij niet afzweren. De aartsbisschop eist ook, dat hij ophoudt met preken in de Bethlehemskapel. Hus antwoordt hierop: „Wie om een menselijke ban ophoudt met preken, die heeft God zelf uit zijn gemeenschap uitgesloten. Een dienaar van Christus moet de stem van de H. Geest gehoorzamen en de menselijke ban geduldig dragen."

De aartsbisschop kan Hus weinig doen, want hij staat onder de bescherming van de koning.

De aflaat.

Op een keer kamen de aflaatpredikers in Bohemen. Ieder die cle Paus zal helpen in zijn strijd tegen de koning van Napels, zal vergeving van al zijn zonden krijgen. Hier kan Hus niet zwijgen. Het volk komt in beweging. De aflaatpredikers worden bespot en uitgescholden. Nu komt voor de Paus de tijd om zich te wreken. Hus wordt in de ban gedaan. Hij vertrekt nu naar zijn eigen geboorteplaats Husinec, maar hij blijft brieven schrijven aan zijn gemeente in Praag. Dan verschijnt ook zijn belangrijkste boek: „Over de Kerk".

„De kerk is de vereniging van alle uitverkorenen. Het hoofd van de Kerk is Christus. De kerk van Rome is de kerk van de antichrist geworden, " schrijft Hus.

Het Concilie.

In 1414 komt in Constanz aan cle Bodensee een concilie bijeen. Keizer Sigismund wil, dat Hus hier zal verschijnen. Hij belooft hem een vrijgeleide. Hus gaat op reis. Nog voor hij voor het concilie verschenen is, wordt hij gevangen genomen'. De paus vindt, dat keizer Sigismund niet verplicht is zich tegen over een ketter aan zijn woord te houden. Vrienden van Hus weten het voor elkaar te krijgen, dat hij toch nog voor het concilie zal verschijnen.

Een half jaar heeft Hus in een vochtige kerker gezeten. Hij is erg verzwakt. Hij vraagt daarom om een verdediger. Hij krijgt er geen, omdat hij een ketter is. „Zo zij dan cle Heere Jezus Christus mijn toevlucht, die ook u spoedig zal richten" is zijn antwoord. Hus wordt wonderlijk door de Heere gesterkt. De keizer probeert Hus te bewegen, zijn dwalingen' te herroepen. „Ik wil graag van mening veranderen, als mij iets beters geleerd wordt" antwoordt Hus. Hij wordt door het concilie veroordeeld.

Het einde.

Het is 6 juli 1415. Hus wordt uit de kerker gehaald. In de Domkerk worden de aanklachten voorgelezen, daarna het vonnis. De priesterkleding, speciaal voor deze gelegenheid aangetrokken, wordt hem afgerukt. Hij verdraagt alles zachtmoedig. Men zet op zijn hoofd een papieren muts. „Aartsketter" staat er op. „Mijn heiland heeft voor mij een doornenkroon gedragen, daarom wil ik deze wel dragen", is zijn antwoord. Nu wordt Hus naar de gerichtsplaats gebracht, een eilandje in de Rijn. Lofzingend en biddend gaat hij er heen. Beulen binden hem vast aan een paal. De brandstapel begin te roken. Dan klinken zijn laatste woorden: „Heere Jezus Christus, Gij Zoon van de levende God, Gij, die voor ons gebeden hebt, ontferm u mijner."

Hus is niet meer. Zijn as worclt in de Rijn gestrooid, maar de ziel is gegaan naar zijn Heere, en op de jongste dag zal ook zijn lichaam weer uit cle dood opstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1974

Daniel | 16 Pagina's

JOHANNES HUS, EEN VOORLOPER VAN DE HERVORMING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1974

Daniel | 16 Pagina's