Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIENT DE HEERE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIENT DE HEERE

BONDSDAG +12

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zaterdag 7 juni hebben we onze bondsdag gehouden in het Congresgebouw in Den Haag. De jongens en meisjes van de +12 verenigingen kwamen bij elkaar in de Prins Willem Alexanderzaal, d: e kinderen van de —12 verenigingen in de Carousselzaal. In dit nummer van Daniël een verslag van de bijeenkomst voor + 12. In het volgende nummer komt het verslag van —12.

In Den Haag schijnt de zon, op 7 juni 1980. 't Is Bondsdag voor de —16 verenigingen, in het congrescentrum.

Wat een drukte om tien uur 's morgens.

De grote oranje pijlen hebben hun diensten bewezen, want van alle kanten komen jongens en meisjes de Prins Willem Alexanderzaal in. Overal staan, zitten en lopen groepjes jongelui. Het orgel wordt geprobeerd.

Er wordt gezwaaid, naar plaatsen gezocht, heen en weer gelopen en steeds hoor je uitroepen zoals: „Hé daar heb je die ook" of „hier kunnen we wel bij" of „nee, laten we achteraan gaan zitten".

In deze gezellige drukte zie je overal blijde gezichten.

Iedereen hoopt dat het een fijne dag zal worden. Fijn samen zingen, samen luisteren, want vandaag wordt er speciaal voor jongens en meisjes gesproken.

Om tien minuten over tien blijkt toch dat het voorste gedeelte van de zaal te weinig plaatsen biedt, zodat de schuin omhoog, rondlopende galerij ook open gaat. Een grote stroom meisjes en jongens gaat het hogerop zoeken.

Dan gaat, iets later dan gedacht, ds. J. Driesse.n het podium op.

Ongeveer 1900 jonge mensen hebben een plaatsje gevonden en het wordt rustig in de zaal.

Dient de HEERE

Weldra worden de verzen 5 en 6 van de morgenzang gezongen, de bondsdag is geopend.

Ds. J. Driessen, onze voorzitter, spreekt in het openingswoord over „De Iieere dienen" naar aanleiding van Jozua 24 : 14 - 25.

De Heere dienen ... wat betekent dat eigenlijk en is dat wel mogelijk? Jozua wijst het volk op de vele genade-gaven die het van God ontvangen heeft: en zegt dan tegen het volk:

„Kiest dian heden., wie gij dienen zult." Dezelfde vraag wordt ons ook gesteld. Want waarom zijn we eigenlijk geschapen? Ieder meisje en iedere jongen wordt immers geroepen om God te dienen. Wij hebben zelfs nog extra zegeningen, want wij krijgen bijna dagelijks, thuis, op school, in de kerk, op de vereniging, de boodschap dat we tot God bekeerd kunnen worden. En wij zouden net als Jozua moeten zeggen: „Aangaande mij en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen."

Maar dat kunnen we niet. Jozua zegt dit ook tegen het volk in vers 19.

De keuze om de Heere te dienen mag zo maar niet een opwelling zijn. De Heere vraagt het hele hart, want de Heere is rechtvaardig en heilig, zegt Jozua. Daarom: het ware dienen van de Heere wordt gewerkt door de Heilige Geest en het wordt gedragen door het gebed: Neig mijn hart tot de vreze van Uw Naam.

Ook al is het dan wel eens moeilijk, 't is toch .de mooiste dienst die er is. Deze dienst van de Heere geeft echte blijdschap.

Wat zal het fijn zijn als we net als Jozua, met ons hele hart kunnen zeggen: „Wij zullen de Heere dienen."

Na dit openingswoord wordt het telegram voorgelezen dat aan Koningin Beatrix verstuurd zal worden.

Aansluitend hierop worden de bekende twee coupletten van het Wilhelmus staande gezongen.

Nooit te jong

Dan komt dhr. J. A. Segers, evangelist in Leeuwarden, naar voren.

„Daar was eens"., , zo begint hij zijn vertelling, of toespraak eigenlijk. Zo beginnen vele verhalen en daar lijkt het ook op als we het eerste boek van

Samuël lezen. Maar toch is het anders, o.p een ander terrein. Mijnheer Segers neemt ons in gedachten meer naar het land Israël en Elkana wordt aan ons voorgesteld: gewoon een man.

Maar als we dan verder lezen in het tweede vers, zien we dat het een zondige man is: hij had twee vrouwen.

Dan zijn we helemaal thuis; bij een zondige man, aldus de heer Segers. Hij vertelt over de strijd tussen Hanna en Peninna. Hanna krijgt geen kinderen, daar zorgt God voor, en Peninna wel. En Hanna begrijpt er niets van, zij bidt, al lijkt het een zinloze zaak, toch vertrouwt zij op God. Felle aanvallen van Peninna krijgt ze te verduren, daar tegenover krijgt ze van Elkana veel 'liefde. Maar er blijven vragen waarop ze geen antwoord weet.

En die hebben wij ook vaak, je wilt met anderen meedoen en dat kan of mag soms niet. Je wilt niet ouderwets zijn, je wilt niet opvallen en dan vraag je ook zo vaak, waarom moet het nu zo? Waarom gebeurt dit? Waarom kan het niet anders?

Hanna had ook veel vragen en ze hield aan hij de Heere, door genade, en de Heere dacht aan haar. Zij kreeg ook kinderen.

En dan als Samuël ongeveer vier jaar oud is, brengt Hanna hem bij Eli zoals ze beloofd had. Hij komt daar in een slechte omgeving bij de zonen van Eli, Hofni en Pinehas, die gruwelijke zonden doen.

Maar Samuël, een kleuter nog, bidt en de Heere hoort. Nooit te jong

De Heere zoekt Samuël op, Hij slaat Eli over. Ook toen Samuël een tiener was net als jullie. En die God is nog steeds dezelfde.

Het is heel stil in de zaal, er wordt aandachtig geluisterd naar alles wat verteld wordt. Zeker als er voorbeelden uit het dagelijks leven aangehaald worden van jongelui die 1 , ook nu in deze tijd, de Heere willen dienen. Het maakt diepe indruk als er over deze jonge mensen, die tussen ons in zouden kunnen zitten, gesproken wordt.

Die Mij vroeg zoeken zullen Mij vinden, net als Samuël.

Jongelui dient de Heere, daar ben je nooit te jong voor; de heer Segers zegt dit met nadruk. Iedereen, vooraan of achteraan, iedereen in de hele zaal heeft deze boodschap duidelijk kunnen horen.

Zeg niet dan mag ik dit niet meer en kan dat niet meer, dat zijn influisteringen van de duivel, hij heeft het op jullie gemunt. Denk aan je Schepper in de dagen van je jeugd, de wereld gaat voorbij, maar die de wil van God. doet blijft in der eeuwigheid.

Na deze ernstige en zeer boeiende toespraak wordt er weer met elkaar gezongen uit psalm 119. Dan klinkt het door de zaal:

U zoekt mijn hart: mijn oog blijft op U staren; Laat mij van 't spoor, in Uw geboön vervat, Niet dwalen, Heer, laat mij niet hulploos varen.

Kies dan heden

Ondertussen hebben de verenigingsleden uit Vlaardingen plaats genomen op het podium, zij staan klaar om het klankbord te laten horen. Zij spreken over het volk Israël in Babel, met name over Daniël en zijn vrienden. Daniël, die aan het hof komt van de koning. Daniël, die een goede opleiding zal krijgen. Daniël, die een echte Babyloniër moet worden. Daniël, die onrein voedsel moet eten. Daniël, die de Heere moet vergeten Daniël, die 14 jaar oud is Daniël, die moet kiezen De Heere dienen, of.....

Zo staan wij ook teilkens voor de keus. Wat kiezen we dan? Als het gaat over: voetballen, popmuziek, film, vloeken Misschien valt het voor ons nog niet zo slecht uit. Zijn we er dan? Nee, vergis je niet. Bij het kiezen gaat het niet in de eerste plaats om uiterlijke dingen. Het gaat om je hart! De Heere vraagt je hele hart, heel je leven. Van dag tot dag.

Bij dit klankbord wordt gesproken, gezon-^^^^ ^e groep op het podium, maar ook de zaal zingt steeds de bekende psalmen mee. Want iedereen kent toch de woorden uit psalm 143 vers' 10:

Leer mij, o God van zaligheden, Mijn leven in Uw dienst besteden.

Volop zingt ieder mee, wordt er ook volop bij nagedacht? ? ?

Geef Mij uw hart

Ds. J. J. van Eckeveld sluit dezei bondsdag. Hij doet dit naar aanleidifxg van de tekst uit Spreuken 23: „Geef Mij uw hart".

Al heb je gezondigd, de Heere heeft recht op je hart, op heel je leven. Wat is jullie nu het meeste waard, je hobby's, je studie, je bezigheden van elke dag of de Heere en Zijn dienst? Waar besteed je je tijd en je geld aan? Als wij ons hart aan de Heere geven., dan is er een wonder gebeurd. Uit onszelf willen we dat niet. Vraag het daarom aan de Heere, bedel erom, ja zeur er maar om, bij de Heere mag dat. En de Heere hoort......

De bondsdag 1980 in Den Haag is voorbij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1980

Daniel | 28 Pagina's

DIENT DE HEERE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1980

Daniel | 28 Pagina's