Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. L. Rijsen weer uit het Diaconessenhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. L. Rijsen weer uit het Diaconessenhuis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu het mij vergund is uit het Diaconessenhuis weer naar huis te mogen terugkeren, wil ik trachten, in verband met de zeer grote blijken van medeleven tijdens de ernstige weken die achter ons liggen, aan veler verzoek te voldoen, om iets van mijn wedervaren mede te delen.

Wat is zulk een ziekbed een ernstige waarschuwing voor elk onzer die nog leeft zoals hij geboren is, om zich te haasten en te spoeden om des levens wil. Het is zo waar, dat de gezonde dagen de beste daartoe zijn.

Zo diep was ik in de smarten, zwakheid en pijnen weggezonken, dat ik niet meer denken of bidden kon. Een zeer ernstige operatie toch heb ik moeten ondergaan en het werd daarbij zo min, dat ik als in de poorten des doods gelegen heb. Doch anderzijds, wat is dat eenzijdig Godswerk een eeuwig wonder, waarin de Heere Zich in en door Zichzelf, in gans ellendigen, verheerlijkt. Ja, dan mag dat volk ervaren wat ze aan hun God hebben.

O vrienden, toen ik in de smarten wegzonk en dacht om te komen, daalde de Heere af in Zijn eeuwige goedertierenheden, waarin een Drieënig God Zich verheerlijkt. Ik mocht ervaren, dat het geen slagen waren in Gods toorn, maar van Vaderlijke kastijding in Zijne liefde, wijl die gezegende Heere Jezus de toorn had geblust en de gunste Gods mij naar ziel en lichaam had verworven.

O die liefde des Drieënigen Gods daarin gesmaakt is nooit uit te spreken. Ik heb menigmaal in verwondering soms midden, in de nacht uitgeroepen: , , Uwe goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden" (Ps. 89:3 onberijmd). En welk een kracht en sterkte ligt toch temidden van de bangste aanvallen des vijands in de openbaring en vereniging van die dierbare Goël en Losser. Bange worstelingen grepen menigmaal, toen ik wat beter

tot bekering, met de toegevoegde belofte in eerste instantie. Maar dat zijn niet steeds alle hoorders des Woords. Hun dan kwam de belofte toe en hun geestelijk zaad, en verder anderen, zovelen als er de Heere, niet alleen uit-, maar ook tevens inwen- Idig toe roepen zou.

Men ziet dus het verschil. Het Remonstrants gevoelen is gebod en belofte strekken zich evenver uit, maar het al of niet vervuld worden van de belofte hangt af van het al of niet opvolgen van het gebod door de hoorder des Woords. Onze oude theologen en schrijvers leren, dat het gebod tot alle hoorders des Woords zich uitstrekt, maar de belofte alleen tot de ware gelovigen, terwijl de Heere de belofte hun niet alleen doet, maar die ook Zelf aan en in hen vervult. En zij, die in volhardend ongeloof het bevel van bekering en geloof ten aanzien van de hun in het Evangelie geopenbaarde weg der verlossing in Christus, met de zedelijke aanrading in de uitwendige roeping verstoten, verzwaren hun oordeel daardoor, doch zij gaan niet uitsluitend daarom voor eeuwig verloren. Anders toch zouden de Heidenen geen schuld hebben, en zij geen erfzonde, welke ongerijmdheid voor rekening van het Remonstrants gevoelen ligt.

En zo blijft de regel gelden, dat vrije genade alleen zalig maakt, maar dat de mens door eigen schuld voor eeuwig omkomt.. Allereerst al wegens de erfschuld door de toerekening van Adams bondsbreuk en verder wegens de schuldige verdorvenheid zijner natuur met de er uit opkomende dadelijke zonden, vooral die van de diepschuldige verwerping van de roepstemmen des Evangelies, als hij daaronder leeft.

Intussen handhaaft de Heere Zijn orde in de uitwendige roeping, , waarbij Hij, ook volgens onze Heidelberger Catechismus, de bediening van de Wet als kenbron der ellende en tuchtmeester tot Christus laat voorafgaan, ter ontdekking van de diep vervallen staat des mensen, om dan vervolgens de zaligheid der verlossing in Christus door het Evangelie voor te stellen. En daarbij geldt de regel, zoals wij bevestigd zagen, dat het gebod zich tot allen uitstrekt, maar dat de belofte toekomt aan de kinderen der belofte, Rom. 9, 8, aan

wie zij ook vervuld wordt in Christus, in Wie alle beloften ja en amen zijn, Gode tot heerlijkheid (2 Cor. 1 : 20). ^) Cursivering van mij.

ERRATUM.

In het vorig artikel is een zetfout geslopen. Op pag. 2, derde kolom, 9e regel van boven, staat: Derhalve worden alle mensen wie het Evangelie verkondigd wordt, niet gelast te geloven, dat Christus gestorven is. Dit moet zijn: dat Christus , , voor hen" gestorven is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1948

De Saambinder | 4 Pagina's

Ds. L. Rijsen weer uit het Diaconessenhuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1948

De Saambinder | 4 Pagina's