Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE CATECHESE(1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CATECHESE(1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Catechese komt van Katèchein = doen klinken, doen horen, waarvan afgeleid het werkwoord Katèchizein = onderwijzen, onderrichten. In het Nieuwe Testament komt dit woord vooral voor in de bijzondere betekenis van godsdienstigkerkelijk onderricht. Zo vinden wij het o.a. in Romeinen 2 : 18: „En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet".

Zo houdt het woord catechisatie verband met catechismus, in de betekenis van onderwijzing in de christelijke leer. De bedoeling van de catechisatie is derhalve om jonge mensen de kennis van de zuivere waarheid in te scherpen, opdat ze straks sierlijke leden van de kerk mogen zijn, die de waarheid van de leugen kunnen onderscheiden, maar vooral om ze de weg tot Christus te wijzen, opdat ze de waarheid als een kracht Gods tot zaligheid zouden leren kennen. Dit onderwijs aan de jeugd der gemeente moet in naam van en op last van de Koning der Kerk aan hen gegeven worden. De catechese is een daad van gehoorzaamheid aan het hoog bevel van Christus vóór Zijn heengaan van de aarde gegeven: Matth. 28 : 19: „Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb".

Dit brengt met zich mee, dat dit onderwijs dient te geschieden door wettig aangestelde dienaren der gemeente. Het is ambtelijke arbeid, die allereerst op het terrein hgt van de dienaar des Woords, aangezien hem het profetisch- of leerambt is toevertrouwd. Uiteraard kan dit werk ook gedaan worden — en vanwege de nood wordt het vaak ook door hen gedaan — door een ouderling of een student aan de Theologische School. Laatstgenoemde kan dit werk doen om zich te oefenen en te bekwamen tot het werk dat hem straks wacht. Als echter een ouderling catechiseert, doet hij dat werk niet in de hoedanigheid van ouderling, want de catechese ressorteert niet onder het regeerambt, maar onder het leerambt. Als een ouderling catechiseert, dan verricht hij hulpdienst ten opzichte van de uitoefening van het leerambt. Zo is het trouwens ook, indien een ouderling in een vakante gemeente een preek leest. Ik dacht dat het niet nodig was om grote nadruk te laten vallen op het belang van goed catechetisch onderricht. Dat belang springt immers vanzelf in het oog. Belangrijk toch is de catechese voor de leerlingen zelf, want wat is nodiger dan de kennis aangaande de weg der zaligheid ? Wat is meer noodzakelijk dan om daarin voldoende onderwezen te worden?

Goede catechese is ook belangrijk voor de gemeente, aangezien de talrijke kwalen voor geen gering deel uit jammerlijke onkunde in de Heilige Schriften ontstaan. Zie Matth. 22 : 29, waar de Heere Jezus tot de Sadduceeën zegt: „gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods".

Er is eens door iemand opgemerkt, dat de Remonstranten nooit zo'n grote opgang gemaakt zouden hebben, als de onkunde onder het volk niet zo groot zou zijn geweest. En deze onkunde was mede te wijten aan het feit, dat er gebrekkig catechetisch onderwijs was gegeven. Tijdens de catechisatie wordt het fundament gelegd van wat de gemeente in de toekomst zal zijn. Belangrijk is goede catechisatie ook voor de leraar zelf, want wie waarlijk vrucht voor Gods Koninkrijk wil kweken moet inzonderheid met ijver de jeugdige akkers bebouwen. Geschiedenis en ervaring bewijzen, dat de gemeente des Heeren het meest gebloeid heeft in tijden, waarin van de catechese het meeste werk werd gemaakt, en omgekeerd. Ongetwijfeld is goed catechiseren moeilijk in velerlei opzicht. Ja, ziende op dat werk moet gezegd worden: wie is tot deze dingen bekwaam? Immers is het niet een bijzonder moeilijk werk te spreken over dingen die ons begrip verre te boven gaan? Daarbij komt, dat wij deze dingen hebben te bespreken met kinderen, die nauwelijks enig begrip hebben van de waarheid, en soms afkerig zijn van de waarheid. En behalve dat, wij zelf zijn ook niet altijd in de vereiste stemming om goed te catechiseren. Dan is er ook nog het feit, dat wij leven in de tijd van de grote afval. Er zijn geesten uitgegaan, die op alle mogelijke manieren de jeugd van de waarheid zoeken weg te trekken en ze vol spuiten met allerlei ongeloofstheorieën, waarbij de godsdienst in het algemeen bespottelijk wordt gemaakt. Het valt niet mee om te moeten catechiseren voor een geslacht dat dagelijks stelselmatig ontkerstend wordt. En al is het dat onze jonge mensen nog niet dadelijk worden meegevoerd door de stroom des tijds, toch heeft de hoge vlucht, die het onderwijs genomen heeft, meegebracht dat de instelling van de catechisant in alle opzichten veel kritischer geworden is dan vroeger. Het onbepaald vertrouwen, waarmee vroeger een ambtsdrager werd begroet, heeft bij een groot gedeelte van het opgroeiend geslacht plaats gemaakt voor een geheel andere instelling. De jeugd van nu eist, dat waar gemaakt wordt, wat geleerd wordt.

Dit vereist van de catecheet nauwgezette voorbereiding en studie. Ja, om de jeugd van vandaag vast te kunnen houden, is nodig dat men weet, wat er in de wereld waarin zij zich bevinden te koop is, dat men ze tegemoet treedt met argumenten, die gegrond zijn, dat men ze vanuit de Schrift waarschuwt voor de gevaren waaraan zij blootgesteld zijn. En dit is te meer nodig omdat vele jonge mensen geschud en geslingerd worden, omdat datgeen, wat zij op de catechisatie horen, niet overeenstemt met wat zij horen op school en thuis. Er is uitermate veel wijsheid en verstand en takt nodig om de onevenwichtigheid in deze jonge mensen te herstellen en hun vertrouwen te winnen.

De stof van de catechese Deze is allereerst de Heilige Schrift en verder de belijdenisgeschriften, de kerkgeschiedenis met de hoofdzaken van het kerkrecht en de liturgie. Wat de Heilige Schrift betreft, is noodzakelijk dat niet alleen de catecheet, maar ook de catechisanten een zakbijbel bij de hand hebben. Het is nuttig om bepaalde teksten, die op zichzelf genomen voor misverstand vatbaar zouden zijn en die als bewijsplaats dienen voor een bepaald leerstuk, na te laten lezen in hun verband en samenhang. Ik denk bijv. aan een tekst als: God wil dat alle mensen zalig worden en Hij wil niet dat er enigen verloren gaan. Op deze wijze wordt het onderzoek van de Schriften de catechisanten aangeprezen en ingeprent. Het moet hen geleerd worden, dat ze nooit een tekst op zichzelf moeten bezien, maar altijd in zijn samenhang en verband, want anders, al is het een tekst uit de bijbel, houdt die tekst op Gods Woord te zijn. Wij moeten onze jonge mensen eerbied leren voor de Bijbel als het levende Woord van God, waarmee men maar niet doen mag wat men w!il. Juist in onze dagen van bijbelkritiek is dit zó uiterst belangrijk. Grote nadruk moet men leggen op het geïnspireerd zijn van de Schriften, zonder echter de menselijke faktor bij de totstandkoming van de Schrift te verzwijgen. Zij moeten vanaf het eerste begin leren, dat de Bijbel een heel ander boek is dan enig menselijk geschrift, dat het de betrouwbare kenbron is van de Goddelijke openbaring tot zaligheid. Het is vanzelf niet de bedoeling dat de gehele Bijbelse geschiedenis op de catechisatie wordt behandeld; dat wordt op de school gedaan. Mocht er geen school van eigen richting zijn, dan komen de zaken vanzelf iets anders te liggen. Dan zou het aan te bevelen zijn een soort zondagsschool in het leven te roepen, of een catechisatie te houden voor kleine kinderen, waarbij men zich dan tot de Bijbelse geschiedenis beperkt en zo de taak van de school overneemt, voor zover het Bijbels onderricht betreft. Doch op de grotere catechisaties gaat het in de eerste plaats niet om de Bijbelse geschiedenis als zodanig, maar het gaat meer om de grote lijnen, om het heil dat in Christus is, dat God Zelf in het paradijs heeft geopenbaard, door de heilige patriarchen en profeten heeft laten verkondigen, door de offeranden en andere ceremonieën der wet heeft laten voorbeelden, èn ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon heeft vervuld.

Hierop kan gewezen worden bij de verklaring van de vragen, inzonderheid als het gaat over de bewijsteksten. Tevens is het zeer nuttig bepaalde gedeelten van Gods Woord van buiten te laten leren. Ook mag niet vergeten worden bepaalde Oosterse zeden en gewoonten, die van de onze afwijken, nader uit te leggen. Ik denk aan de graven, de zalving, de slavenstand, het eerstgeboorterecht, de uurtelling, de begrafenis, en de namen' van sommige klederen. Vanzelf mag van onze kinderen verwacht worden, dat zij het Credo, de Dekaloog en het Onze Vader van buiten kennen.

De belijdenisgeschriften Over het algemeen is het zo, dat de belijdenisgeschriften helaas weinig aan de orde komen op de catechisatie. Dit is een groot gebrek. Juist in deze tijd, waarin zoveel felle aanvallen gedaan worden op die geschriften, is het meer dan ooit nodig de rijke inhoud van die geschriften na te speuren. Ook met het oog op deze geschriften geldt: Onbekend maakt onbemind. Men zou aan deze geschriften aandacht kunnen geven alvorens men met de grotere catechisanten een begin maakt met de verklaring van het vragenboekje van Hellenbroek. Zeg iets over het ontstaan van deze geschriften, de tijd waarin en de personen door wie ze werden opgesteld, en waarom ze drie formulieren van Enigheid worden genoemd. Laat de catechisanten thuis eens nagaan waarover Guido de Brés spreekt in de 37 artikelen des geloofs. Wat de Vijf artikelen tegen de Remonstranten betreft, laat de jonge mensen eens nagaan hoe deze artikelen spreken over de verkiezing, de wedergeboorte, de bekering en des mensen verantwoordelijikheid.

Wat de catechismus betreft, die komt vanzelf ter sprake op de belijdeniscateohisatie, als Kort Begrip wordt behandeld. Ik dacht dat het goed was als de catechisanten die belijdenis willen doen, niet alleen maar Kort Begrip kennen, maar dat zij ook de voornaamste punten weten van de uiteenzetting die ds. G. H. Kersten ervan geeft in zijn Korte Lessen over Kort Begrip. Ik zelf heb de gewoonte om de belijdeniscatechisamten een vragenlijstje te geven, waarop ze de antwoorden in de Korte Lessen kunnen vinden. Deze antwoorden worden door hen thuis opgezocht, waarna wij ze op de catechisatie bespreken. Dan pas worden de opgezochte antwoorden geleerd. Deze methode heeft-dit voordeel, dat de catechisanten niet zo maar klakkeloos uit het hoofd leren, zonder te weten wat zij leren. Bovendien vergemakkelijkt het het leren want eerst moeten ze goed nagaan wat gevraagd wordt, vervolgens moeten ze het antwoord op de vraag in Korte Lessen zien te vinden, dan het antwoord opschrijven op een kladblaadje, vervolgens wordt het besproken op de catechisatie, waarna hen aangeraden wordt het in het net over te schrijven en het tenslotte te leren.

Wat de gewone catechisatie betreft kan men Hellenbroek als leidraad gebruiken. Er bestaat ook een boekje van ouderling Vreugdenhil uit Kampen, die een beknopte uiteenzetting geeft van een bepaald dogma en aan het eind van elke les enkele vragen stelt, die de catechisanten moeten beantwoorden en leren. Deze methode heeft dit voor, dat het werktuigelijk van buiten leren wordt tegengegaan, doch een nadeel is, dat bewijsteksten nagenoeg geheel ontbreken. En ik meen dat het heel goed is dat onze jonge mensen op grond van de Schrift kunnen zeggen, waarom iets zo is. Ze moeten het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord, leren hanteren. Vanzelf is het boekje van Hellenbroek ook niet volmaakt. Het is jammer dat de stof niet altijd erg overzichtelijk is. Er zijn bepaalde gedeelten die beslist wat beknopter behandeld hadden kunnen worden, terwijl hij anderzijds hier en daar wat meer had moeten uitweiden. Bij dit laatste denk ik vooral aan de wet en aan het gebed. Het is immers uitermate belangrijk dat met de jonge mensen elk gebod van de wet eens doorgenomen wordt, en dan toegespitst op de problemen waarmee onze jonge mensen te kampen hebben. Ook is het zeer dienstig om bij de beden van het Onze Vader wat nader stil te staan.

Amersfoort

 (Wordt vervolgd)

v. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

DE CATECHESE(1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Saambinder | 4 Pagina's